Overledenen; zelfdoding (inwoners), diverse kenmerken

Overledenen; zelfdoding (inwoners), diverse kenmerken

Geslacht Leeftijd Perioden Totaal zelfdoding (aantal) Wijze van zelfdoding Ophangen/verwurgen (aantal) Wijze van zelfdoding Medicijnen en/of alcohol (aantal) Wijze van zelfdoding Voor trein of metro (aantal) Wijze van zelfdoding Verdrinken (aantal) Wijze van zelfdoding Springen van hoogte (aantal) Wijze van zelfdoding Overige wijze van zelfdoding (aantal) Wijze van zelfdoding Onbekende wijze van zelfdoding (aantal) Motief van zelfdoding Psychische stoornissen (aantal) Motief van zelfdoding Fysieke stoornissen (aantal) Motief van zelfdoding Huiselijke omstandigheden (aantal) Motief van zelfdoding Overig motief van zelfdoding (aantal) Motief van zelfdoding Onbekend motief van zelfdoding (aantal) Relatieve aantallen Totaal zelfdoding (per 100 000 van gem. bev.)
Totaal mannen en vrouwen Totaal alle leeftijden 2022 1.916 888 304 208 100 160 244 12 1.124 126 111 150 405 10,8
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 20 jaar 2022 67 38 5 17 0 4 3 0 44 0 2 4 17 1,8
Totaal mannen en vrouwen 20 tot 30 jaar 2022 241 101 31 56 8 18 26 1 142 1 14 15 69 10,5
Totaal mannen en vrouwen 30 tot 40 jaar 2022 249 128 31 35 8 18 29 0 166 2 19 16 46 11,0
Totaal mannen en vrouwen 40 tot 50 jaar 2022 256 132 40 21 10 23 26 4 153 8 15 19 61 12,0
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 60 jaar 2022 428 214 63 36 13 31 67 4 251 30 29 34 84 16,8
Totaal mannen en vrouwen 60 tot 70 jaar 2022 339 154 65 26 21 33 38 2 203 26 21 24 65 15,5
Totaal mannen en vrouwen 70 tot 80 jaar 2022 216 85 39 15 26 19 32 0 115 33 9 19 40 12,9
Totaal mannen en vrouwen 80 jaar of ouder 2022 120 36 30 2 14 14 23 1 50 26 2 19 23 13,9
Mannen Totaal alle leeftijden 2022 1.315 666 155 144 61 109 173 7 723 76 94 115 307 14,9
Mannen Jonger dan 20 jaar 2022 42 22 4 13 0 1 2 0 20 0 2 3 17 2,2
Mannen 20 tot 30 jaar 2022 162 71 15 38 5 13 20 0 80 0 9 14 59 13,9
Mannen 30 tot 40 jaar 2022 186 98 20 28 6 10 24 0 118 1 15 13 39 16,3
Mannen 40 tot 50 jaar 2022 181 100 20 14 6 18 20 3 99 4 14 17 47 17,1
Mannen 50 tot 60 jaar 2022 284 158 28 21 7 21 46 3 160 13 25 26 60 22,3
Mannen 60 tot 70 jaar 2022 232 121 35 15 12 22 26 1 134 19 18 17 44 21,3
Mannen 70 tot 80 jaar 2022 153 69 19 13 16 13 23 0 81 23 9 11 29 18,9
Mannen 80 jaar of ouder 2022 75 27 14 2 9 11 12 0 31 16 2 14 12 21,7
Vrouwen Totaal alle leeftijden 2022 601 222 149 64 39 51 71 5 401 50 17 35 98 6,8
Vrouwen Jonger dan 20 jaar 2022 25 16 1 4 0 3 1 0 24 0 0 1 0 1,4
Vrouwen 20 tot 30 jaar 2022 79 30 16 18 3 5 6 1 62 1 5 1 10 7,0
Vrouwen 30 tot 40 jaar 2022 63 30 11 7 2 8 5 0 48 1 4 3 7 5,7
Vrouwen 40 tot 50 jaar 2022 75 32 20 7 4 5 6 1 54 4 1 2 14 7,0
Vrouwen 50 tot 60 jaar 2022 144 56 35 15 6 10 21 1 91 17 4 8 24 11,3
Vrouwen 60 tot 70 jaar 2022 107 33 30 11 9 11 12 1 69 7 3 7 21 9,7
Vrouwen 70 tot 80 jaar 2022 63 16 20 2 10 6 9 0 34 10 0 8 11 7,3
Vrouwen 80 jaar of ouder 2022 45 9 16 0 5 3 11 1 19 10 0 5 11 8,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over overledenen door zelfdodingen, voor zover het inwoners van Nederland betroffen. De cijfers zijn uitgesplitst naar burgerlijke staat, wijze van zelfdoding, motief van zelfdoding, leeftijd en geslacht.

De cijfers in deze tabel komen overeen met die uit de doodsoorzakenstatistiek, omdat ze gebaseerd zijn op dezelfde bronbestanden. In de doodsoorzakenstatistiek komen echter geen gegevens voor over motief van zelfdoding. Dit gegeven is voor de periode 1950-1995 overgenomen vanuit een historische bestand Zelfdodingen. Voor de periode 1996-heden wordt het motief overgenomen uit het bestand Niet-Natuurlijke dood.
In ICD 6 tot en met ICD 8, gebruikt in de jaren 1950-1978, was het niet mogelijk om 'springen voor trein/metro' te coderen. Voor de jaren 1950-1978 wordt daarom 'springen voor trein/metro' niet gevuld, maar zijn de overledenen ondergebracht in de groep 'Overige methoden'.

De relatieve cijfers zijn berekend per 100 000 van de overeenkomstige bevolkingsgroep. De cijfers zijn berekend op de gemiddelde bevolking van het desbetreffende jaar.

Het CBS is in het statistiekjaar 2013 overgestapt op het gebruik van internationale software voor automatisch coderen van de doodsoorzaken (Iris). Hiermee zijn de cijfers beter reproduceerbaar en internationaal vergelijkbaar. Wel zijn er enkele forse verschuivingen te zien in de doodsoorzaken. Externe doodsoorzaken zijn echter net als voorheen handmatig verwerkt.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1950

Status van de cijfers:
De cijfers tot en met 2022 zijn definitief.

Wijzigingen per 25 januari 2024:
De voorlopige cijfers over 2022 zijn ongewijzigd vervangen door definitieve cijfers.

Wijzigingen per 29 augustus 2023:
- De voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.
- Enkele definitieve cijfers over 2021 waren niet correct en zijn aangepast. Het betrof een kleine verandering in het aantal overleden vrouwen van 60 tot 70 jaar.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2024 verschijnen er voorlopige cijfers over 2023.

Toelichting onderwerpen

Totaal zelfdoding
Het slachtoffer heeft ZELF een handeling verricht met als uitdrukkelijk doel zichzelf het leven te benemen. Gevallen van euthanasie en pogingen tot zelfdoding zijn niet in de cijfers opgenomen.

Het betreft de volgende ICD-codes:
- Voor 1950-1957 ICD-6: E963, E970-E979
- Voor 1958-1968 ICD-7: E963, E970-E979
- Voor 1969-1978 ICD-8: E950-E959
- Voor 1979-1995 ICD-9: E950-E959
- Vanaf 1996 ICD-10: X60-X84
Wijze van zelfdoding
Ophangen/verwurgen
Inclusief verstikken.
Medicijnen en/of alcohol
Inclusief drugs.
Voor trein of metro
In de ICD 6, 7 en ICD 8, gebruikt in de jaren 1950-1978, was het niet mogelijk om 'springen voor trein/metro' te coderen. Voor de jaren 1950-1978 wordt daarom 'springen voor trein/metro' niet gevuld, maar zijn de overledenen ondergebracht in de groep 'Overige methoden'.
Verdrinken
Springen van hoogte
Overige wijze van zelfdoding
O.a. het innemen van gif, opzettelijk verkeersongeval, voor (vracht)auto of tram springen, met behulp van vuurwapen of snijwerktuig, door middel van gas of koolmonoxide, zelfverbranding, elektrocutie.
In de ICD 7 en ICD 8, gebruikt in de jaren 1950-1978, was het niet mogelijk om 'springen voor trein/metro' te coderen. Voor de jaren 1950-1978 wordt daarom 'springen voor trein/metro' niet gevuld, maar zijn de overledenen ondergebracht in de groep 'Overige methoden'.
Onbekende wijze van zelfdoding
Motief van zelfdoding
Psychische stoornissen
Overspannen, depressief en overige psychische stoornissen.
Fysieke stoornissen
Huiselijke omstandigheden
Overig motief van zelfdoding
O.a. verlies familie, financieel-economische motieven, verslaving, seksuele geaardheid, studie/werk.
Onbekend motief van zelfdoding
Relatieve aantallen
Per 100 000 van de overeenkomstige bevolkingsgroep. De cijfers zijn berekend op de gemiddelde bevolking van het desbetreffende jaar.
Totaal zelfdoding
Per 100 000 van de gemiddelde bevolking.