Huishoudens; typering naar grootte, 1 januari

Huishoudens; typering naar grootte, 1 januari

Aantal personen Perioden Totaal particuliere huishoudens (aantal) Eenpersoonshuishoudens (aantal)
Totaal 1995 6.468.682 2.109.149
Totaal 2000 6.801.008 2.272.219
Totaal 2005 7.090.965 2.449.378
Totaal 2010 7.386.144 2.669.516
Totaal 2015 7.665.198 2.867.797
Totaal 2020 7.997.800 3.079.778
Totaal 2021 8.043.443 3.097.117
Totaal 2022 8.138.591 3.172.564
Eenpersoonshuishouden 1995 2.109.149 2.109.149
Eenpersoonshuishouden 2000 2.272.219 2.272.219
Eenpersoonshuishouden 2005 2.449.378 2.449.378
Eenpersoonshuishouden 2010 2.669.516 2.669.516
Eenpersoonshuishouden 2015 2.867.797 2.867.797
Eenpersoonshuishouden 2020 3.079.778 3.079.778
Eenpersoonshuishouden 2021 3.097.117 3.097.117
Eenpersoonshuishouden 2022 3.172.564 3.172.564
Meerpersoonshuishouden: 2 personen 1995 2.058.351
Meerpersoonshuishouden: 2 personen 2000 2.242.247
Meerpersoonshuishouden: 2 personen 2005 2.317.627
Meerpersoonshuishouden: 2 personen 2010 2.417.798
Meerpersoonshuishouden: 2 personen 2015 2.512.123
Meerpersoonshuishouden: 2 personen 2020 2.610.601
Meerpersoonshuishouden: 2 personen 2021 2.640.717
Meerpersoonshuishouden: 2 personen 2022 2.661.105
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze publicatie bevat informatie over particuliere huishoudens in Nederland naar samenstelling huishouden en aantal personen per huishouden, 1 januari.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 19 augustus 2022:
De cijfers per 1 januari 2022 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal 2024 worden de cijfers per 1 januari 2023 en 2024 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal particuliere huishoudens
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Eenpersoonshuishoudens
Een particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.