Vaste lasten; inkomenspositie, 1990/1991-2003

Vaste lasten; inkomenspositie, 1990/1991-2003

Inkomenspositie Perioden Totaal bestedingen (X 1000 euro) Vaste lasten, totaal (% vd tot. bestedingen) Bruto huur(waarde) (% van totale bestedingen) Water en energie (% vd tot. bestedingen) Verzekeringen en retributies (% vd tot. bestedingen) Consumptieve belastingen (% van totale bestedingen) Vaste lasten minus huursubsidie (% vd tot. bestedingen) Huur(waarde) minus huursubsidie (% vd tot. bestedingen)
Inkomenspositie, totaal 1990/1991 18 33 21 6 4 2 32 20
Inkomenspositie, totaal 1994/1995 21 36 23 5 5 2 35 22
Inkomenspositie, totaal 1995/1996 21 36 24 6 5 2 35 22
Inkomenspositie, totaal 1996/'97 21 37 24 6 5 3 36 22
Inkomenspositie, totaal 1997/'98 22 35 24 6 5 2 35 22
Inkomenspositie, totaal 1998/'99 24 35 23 5 5 2 35 22
Inkomenspositie, totaal 1999/'00 24 35 23 5 4 2 34 22
Inkomenspositie, totaal 2003 28 33 21 6 4 2 32 19
Onder de lage-inkomensgrens 1990/1991 10 40 25 8 5 2 37 21
Onder de lage-inkomensgrens 1994/1995 11 47 30 8 5 3 41 25
Onder de lage-inkomensgrens 1995/1996 12 47 31 8 5 4 42 25
Onder de lage-inkomensgrens 1996/'97 12 46 30 8 5 3 42 25
Onder de lage-inkomensgrens 1997/'98 13 46 30 8 5 3 41 24
Onder de lage-inkomensgrens 1998/'99 14 45 30 8 4 3 41 24
Onder de lage-inkomensgrens 1999/'00 15 44 30 7 4 3 40 24
Onder de lage-inkomensgrens 2003 19 41 28 7 3 3 37 22
Boven de lage-inkomensgrens 1990/1991 19 32 21 5 4 2 32 20
Boven de lage-inkomensgrens 1994/1995 22 34 22 5 5 2 34 22
Boven de lage-inkomensgrens 1995/1996 22 35 22 5 5 2 34 22
Boven de lage-inkomensgrens 1996/'97 23 35 23 6 5 2 35 22
Boven de lage-inkomensgrens 1997/'98 23 35 23 6 5 2 35 22
Boven de lage-inkomensgrens 1998/'99 24 34 23 5 5 2 34 22
Boven de lage-inkomensgrens 1999/'00 26 33 22 5 4 2 33 21
Boven de lage-inkomensgrens 2003 29 33 20 6 4 2 32 19
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het CBS verzamelt gegevens over bestedingen van particuliere huishoudens om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van het bestedingspatroon gerelateerd aan kenmerken van het huishouden.
De bestedingen aan vaste lasten vormen een belangrijk onderdeel van de totale bestedingen van huishoudens.

Het betreft bestedingen van particuliere huishoudens.
Huishoudens en personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen vormen geen onderdeel van de respondenten.

Deze tabel bestaat uit een tijdreeks met gegevens over vaste lasten van huishoudens, onder en boven de lage inkomensgrens.
Vaste lasten worden uitgesplitst naar bruto huur(waarde), water en energie, verzekeringen en retributies, consumptieve belastingen, vaste lasten minus huursubsidie en huur(waarde) minus huursubsidie.

Gegevens beschikbaar van 1990/1991 tot en met 2003.

Status van de cijfers
De cijfers over het jaar 2003 zijn definitief.

Wijzigingen per 14 april 2017:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing

Toelichting onderwerpen

Totaal bestedingen
Vaste lasten, totaal
Vaste lasten zijn uitgaven die voortvloeien uit contractuele
verplichtingen of uit overheidsvoorschriften.
Het totaal van de vaste lasten bestaat uit de volgende categorieën:
bruto huur(waarde), water en energie, verzekeringen en retributies,
consumptieve belastingen.
Bruto huur(waarde)
Dit is voor huurders de bruto huur en voor eigenaren de op basis van
de waarde van de woning toegerekende huur (economische huurwaarde).
Met ingang van het jaar 2000 is voor het Budgetonderzoek een nieuwe
definitie van huurwaarde ingevoerd. Voor de bepaling van de bruto en
netto economische huurwaarde wordt vanaf het Budgetonderzoek 2000
aangesloten op de Nationale Rekeningen van het CBS. De bruto economische
huurwaarde wordt nu bepaald door uit te gaan van de huur van een
vergelijkbare woning.
Vergelijkbaarheid heeft dan betrekking op de woningkenmerken bouwjaar,
aantal vertrekken, woningtype, regio, etc. Voorheen werd de bruto
economische huurwaarde getaxeerd door makelaars met als uitgangspunt de
huur die het zou kunnen opbrengen. De netto economische huurwaarde is
de bruto economische huurwaarde verminderd met de zakelijke lasten
(opstalverzekering, eigenaarsdeel onroerendezaakbelasting,
omslagheffing waterschappen) groot onderhoud en afschrijving.
Toepassing van deze nieuwe ramingsmethode op het BO 2000 levert een
lagere bruto economische huurwaarde op dan bij gebruik van de
makelaarstaxaties.
Ook de berekening van bruto naar netto economische huurwaarde levert
volgens de nieuwe ramingsmethode lagere uitkomsten op dan volgens de
makelaarsmethode. Van het BO 2000 zijn gegevens beschikbaar die
gebaseerd zijn op de zowel de oude als nieuwe methode, met name om
vergelijkingen met voorgaande jaren te vergemakkelijken.
Water en energie
Verbruik en vastrecht van water, elektriciteit, gas en vaste of vloeibare
brandstoffen.
Verzekeringen en retributies
Tot de verzekeringen behoren de premies voor bijvoorbeeld opstal-,
inboedel-, en glasverzekering, alsmede andere particuliere
verzekeringen, zoals ziekte-/ongeval-, WA-, rechtshulp-, levens-,
en spaarverzekeringen.
Tot de retributies zijn gerekend contributies voor maatschappelijke
organisaties, omroepbijdragen, onderwijsbijdragen, niet-verzekerde
zorguitgaven (incl. thuiszorg).
Consumptieve belastingen
Hiertoe behoren overdrachten in de vorm van belastingen en heffingen
in verband met de woning, bijvoorbeeld onroerende zaak belasting
(gebruikersdeel), grond-, straat-, forensenbelasting en heffingen voor
rioolrecht, zuivering, afvalstoffen en reiniging, alsmede ingezetenen-
omslag en leges voor paspoorten en dergelijke.
Vaste lasten minus huursubsidie
Huur(waarde) minus huursubsidie