Inkomens- en vermogensrekeningen; sectorgegevens, 1988-2011
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat de gegevens van het rekeningenstelsel in de vorm van sectortabellen. Deze gegevens zijn bedoeld om voor (sub) sectoren een gedetailleerd en overzichtelijk beeld te geven van de totale beschikbare middelen en bestedingen (inclusief de financiële middelen en bestedingen). De saldi zijn terug te vinden in de rubriek macro-
economische saldi.
Bij de overheid zijn ook gegevens opgenomen waarin de onderlinge transacties zijn geconsolideerd, waardoor de werkelijke inkomsten en uitgaven van de overheid tot uitdrukking komen.
Bovendien geeft deze serie een overzicht van alle economische deelprocessen zoals productie, inkomensverdeling en financiering. Op deze wijze krijgt men een beschrijving van de rol die elke sector speelt, bijvoorbeeld de overheid bij inkomensverdeling en kredietinstellingen bij financiering. Vervolgens ziet men de omvang en samenhang van de
verschillende economische activiteiten en hun relatie met de rest van de economie en het buitenland.
In 2005 zijn de nationale rekeningen herzien aan de hand van conceptuele wijzigingen op de internationale richtlijnen van de Europese Unie (ESR 1995). Bovendien zijn nieuwe statistische inzichten en nieuwe bronnen in deze revisie 2001 verwerkt.
De hierboven genoemde macro-economische variabelen worden voornamelijk in waarde in werkelijke prijzen weergegeven, uitgedrukt in miljoenen euro.
Frequentie: Stopgezet
Gegevens beschikbaar vanaf: 1988
Status van de cijfers:
De cijfers vanaf 1988 zijn definitief. De twee meest recente jaren hebben
nog een (nader) voorlopig karakter.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet per 09-10-2012 en vervangen door de tabel Lopende transacties naar sectoren.
Toelichting onderwerpen
- Kerncijfers
- Cijfers die de belangrijkste ontwikkelingen uit de nationale rekeningen
weergeven.- Productie
- De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.- Toegevoegde waarde (% van het bbp)
- De toegevoegde waarde is het verschil tussen de productie en het
intermediair verbruik. De toegevoegde waarde tegen basisprijzen is gelijk
aan het verschil tussen de productie (basisprijzen)en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen). Bruto toegevoegde waarde is inclusief
afschrijvingen en netto toegevoegde waarde is exclusief afschrijvingen.
% van het bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto
binnenlands product.
- Inkomensvorming
- Deze rekening beschrijft de sectorale verdeling van de gevormde
toegevoegde waarde tegen basisprijzen over de beloning van werknemers, het
saldo van niet-productgebonden belastingen en subsidies en het bruto
exploitatieoverschot. Het bruto exploitatieoverschot is het resultaat
voordat rekening is gehouden met afschrijvingen, rente, dividend, enz. Bij
de sector huishoudens wordt het saldo van deze rekening gemengd inkomen
genoemd omdat het naast het exploitatieoverschot ook de beloning voor
geleverde arbeid van zelfstandigen en hun medewerkende gezinsleden bevat.
Het exploitatieoverschot/gemengd inkomen is in eerste instantie bruto
geregistreerd (vóór aftrek van afschrijvingen). Omdat bij de inkomenssaldi
een nettoregistratie relevanter is, zijn vervolgens op het saldo de
afschrijvingen in mindering gebracht.- Beloning van werknemers (% toeg. waarde)
- Beloning van werknemers (% toegevoegde waarde).
Beloning van werknemers: De beloning voor geleverde arbeid door
werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die
in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's
en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de
beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van
sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
% Toegevoegde waarde: Variabele uitgedrukt als percentage van de
toegevoegde waarde.
- Inkomensbesteding
- Deze rekening laat zien welk deel van het beschikbaar inkomen wordt
besteed aan consumptie en welk deel wordt bespaard. Alleen bij de
overheid, de huishoudens en de instellingen zonder winstoogmerk ten
behoeve van huishoudens is er sprake van consumptie. Bij de middelen van
deze rekening is de post 'correctie pensioenvoorziening' opgenomen. Deze
correctie neutraliseert (het saldo van) de pensioenpremies en de
uitkeringen die als sociale premies of uitkeringen zijn opgenomen op de
inkomensrekening (secundaire verdeling). Voor de
levensverzekeringstransacties, die gezien worden als financiële
transactie, behoeft een dergelijke correctie niet te worden opgenomen. De
registratiewijze van de verzekeringstransacties leidt ertoe dat de opbouw
van de pensioen- en levensverzekeringsvoorzieningen als besparingen van
huishoudens wordt gezien.- Saldo lopende trans. van Nederl. (% bbp)
- Saldo lopende transacties van Nederland (% bbp).
Het saldo lopende transacties van het buitenland met Nederland, uitgedrukt
in procenten van het binnenlands product (bruto, marktprijzen). Het saldo
lopende transacties van het buitenland met Nederland is opgebouwd uit drie
onderdelen:
- het uitvoeroverschot, dat is het bedrag waarmee de uitvoer de invoer
overtreft;
- het saldo uit het buitenland ontvangen primaire inkomens. De primaire
inkomens omvatten belastingen op productie en invoer, subsidies, beloning
van werknemers en inkomen uit vermogen, zoals rente en dividend;
- het saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten. De
inkomensoverdrachten omvatten de dividendbelasting, de uitkeringen sociale
verzekering en de overige inkomensoverdrachten.
Het saldo lopende transacties van Nederland met het buitenland wijkt af
van het saldo lopende rekening volgens de betalingsbalans op
transactiebasis, zoals vastgesteld door De Nederlandsche Bank in
samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek. De verschillen
tussen beide saldi worden vooral veroorzaakt door definitie- en
meetverschillen.
- Productie, inkomensverd. en financiering
- Overzicht van middelen en bestedingen die voortkomen uit de productie van
goederen en diensten, de inkomensverdeling en kapitaaloverdrachten.- Middelen
- Herkomst van ontvangsten.
- Invoer van goederen en diensten
- De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht.
Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde
grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde
vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige
bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.- Totaal invoer van goederen en diensten
- De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces
benodigde grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen
bestemde vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder
noemenswaardige bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd
(wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
- Invoer van goederen
- De voor ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het
economisch gebied van Nederland zijn gebracht.
- Invoer van diensten
- Hieronder vallen onder andere de uitgaven van Nederlandse bedrijven in het
buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten en zakenreizen. Bij de
overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en
consulaten in het buitenland.
- Productie
- De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.- Productie van toegerekende bankdiensten
- De vergoeding voor de diensten die financiële instellingen leveren wordt
sinds de revisie van de nationale rekeningen toegerekend aan de
verschillende sectoren die gebruikmaken van de diensten. Sectoren betalen
niet direct voor de dienstverlening, de prijs hiervan wordt berekend aan
de hand van het verschil tussen de gemiddelde rente op uitstaande leningen
en een vastgesteld referentietarief dat staat voor de rente die betaald
wordt op deposito's.
- Productgebonden belasting, subsidie
- Productgebonden belastingen: Belastingen die moeten worden betaald per
eenheid geproduceerd of verhandeld product. Zij zijn gerelateerd aan de
waarde of de hoeveelheid van het product en hebben zowel betrekking op
geproduceerde als op ingevoerde producten. Productgebonden belastingen
worden onderscheiden in productgebonden belastingen op productie,
belastingen op invoer (exclusief belasting over de toegevoegde waarde
(btw)), toegerekende btw en het verschil toegerekende en afgedragen btw.
Productgebonden subsidies: Subsidies die worden uitgekeerd per eenheid
geproduceerd of verhandeld product. Zij zijn gerelateerd aan de waarde of
aan de hoeveelheid van het product en kunnen zowel betrekking hebben op
geproduceerde als op ingevoerde producten.
Productgebonden subsidies worden onderscheiden in productgebonden
subsidies op productie en subsidies op invoer.- Saldo van productgeb. belast. en subs.
- Het verschil tussen de betaalde productgebonden belastingen en ontvangen
productgebonden subsidies.
- Beloning van werknemers
- De beloning aan Nederlandse werknemers (d.w.z. ook door de buitenlandse
bedrijven/instellingen) voor geleverde arbeid. Ook directeuren van nv's en
bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning
van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale
werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.- Totaal beloning werknemers
- De beloning aan Nederlandse werknemers (d.w.z. ook door de buitenlandse
bedrijven/instellingen) voor geleverde arbeid. Ook directeuren van nv's en
bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning
van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale
werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
- Lonen
- Alle betalingen in geld of natura aan werknemers met uitzondering van het
loon bij ziekte, de ontslagvergoedingen en de tegemoetkomingen in de
ziektekosten. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden
loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers.
Verder omvatten de lonen naast het direct aan werknemers betaalde loon ook
de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld.
Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in
verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het
woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend.
- Sociale premies t.l.v. werkgevers
- Deze premies hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van
de sociale zekerheid. Sociale premies zijn de premies wettelijke sociale
verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en
toegerekende sociale premies.
- Bestedingen
- Bestemming van uitgaven.
- Uitvoer van goederen en diensten
- Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door
ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland
zijn geleverd. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van
Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.- Totaal uitvoer van goederen en diensten
- Uitvoer van goederen en diensten: Tot de uitvoer van goederen worden de
goederen gerekend, die door ingezetenen vanuit het economisch gebied van
Nederland aan het buitenland zijn geleverd. De uitvoer van diensten omvat
onder meer de diensten van Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland,
aan het buitenland bewezen havendiensten, scheepsreparatie en de
uitvoering van werken in het buitenland door Nederlandse aannemers. Onder
de uitvoer vallen eveneens de bestedingen in Nederland door buitenlandse
toeristen, grensbewoners en diplomaten.
- Uitvoer van goederen
- Het saldo van uit- en invoer van goederen.
De uitvoer van goederen bestaat uit de waarde van de goederen die door
ingezetenen aan het buitenland (dat wil zeggen buiten het economische
gebied van Nederland) worden geleverd. De uitvoer is gewaardeerd tegen de
af- producentwaarde, vermeerderd met de handels- en vervoermarges tot aan
de Nederlandse grens.
De goedereninvoer omvat de waarde van de goederen welke de Nederlandse
grenzen passeren dan wel aan douane-entrepots onttrokken worden en bestemd
zijn voor het vrije economisch verkeer in Nederland. De invoer is
gewaardeerd tegen aankoopprijs waarbij de kosten van verzekering en
vervoer tot het punt van inklaring in Nederland zijn begrepen. Ook de
goederen die bestemd zijn voor wederuitvoer, dat wil zeggen de goederen
die zonder bewerking in Nederland het land verlaten, zijn in de invoer
begrepen.
- Uitvoer van diensten
- Het saldo van uit- en invoer van diensten.
Het bedrag waarmee de uitvoer van diensten de invoer van diensten
overtreft. De waarde van de aan het buitenland bewezen diensten omvat
ondermeer de bruto-ontvangsten uit het buitenland van binnenlandse
vervoerbedrijven, de ontvangsten voor bewezen havendiensten, reparatie,
etc. Ook de goederenaankopen van buitenlanders in Nederland worden
beschouwd als uitvoer van diensten. De invoer van diensten betreft
ondermeer uitgaven door Nederlandse bedrijven in het buitenland zoals
kosten van vervoerbedrijven (inclusief brandstoffen), bankkosten en
vertegenwoordigingen. Ook de consumptieve bestedingen door gezinnen in het
buitenland zijn aangemerkt als invoer van diensten.
- Beloning van werknemers
- De beloning door Nederlandse bedrijven/instellingen aan werknemers voor
geleverde arbeid. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten
personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook
directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen
zijn ook in de beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor
medewerkers van sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.- Totaal beloning van werknemers
- De beloning door Nederlandse bedrijven/instellingen aan werknemers voor
geleverde arbeid. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten
personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook
directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen
zijn ook in de beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor
medewerkers van sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
- Lonen
- Alle betalingen in geld of natura aan werknemers met uitzondering van het
loon bij ziekte, de ontslagvergoedingen en de tegemoetkomingen in de
ziektekosten. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden
loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers.
Verder omvatten de lonen naast het direct aan werknemers betaalde loon ook
de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld.
Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in
verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het
woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend.
- Sociale premies t.l.v. werkgevers
- Sociale premies ten laste van werkgevers.
Deze premies hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van
de sociale zekerheid. Sociale premies zijn de premies wettelijke sociale
verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en
toegerekende sociale premies.
- Verandering van schulden
- Veranderingen in diverse type van schulden aan andere sectoren en het
buitenland.- Totale verandering van schulden
- Veranderingen in diverse type van schulden aan andere sectoren en het
buitenland.
- Monetair goud en bijz. trekkingsrechten
- Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten.
Monetair goud omvat al het goud dat niet voor industriële doeleinden is
bestemd en niet in de vorm van kostbaarheden wordt aangehouden. Monetair
goud komt alleen voor bij De Nederlandsche Bank (DNB), en wordt beschouwd
als een schuld van het buitenland.
De bijzondere trekkingsrechten (SDR's) zijn de door het Internationale
Monetaire Fonds (IMF) gecreëerde internationale deviezenreserves. Zij zijn
als vordering opgenomen bij DNB.
- Chartaal geld
- Alle bankbiljetten en munten in omloop. Als schuld komt deze transactie
uitsluitend voor bij de centrale overheid (muntuitgifte), de monetaire
financiële instellingen (De Nederlandsche Bank, in omloop gebrachte
bankbiljetten) en het buitenland (vreemde valuta). Het tegoed op de
chippers en dergelijke maakt geen onderdeel uit van het chartale geld.
- Girale deposito's
- Alle rekeningcourant tegoeden (zowel in euro's als in vreemde valuta) bij
banken, waarover door middel van cheques, overschrijving of op andere
wijze (tegoed op chippers) onmiddellijk en volledig kan worden beschikt.
Als schuld komt deze post uitsluitend voor bij de monetaire financiële
instellingen en het buitenland.
- Spaartegoeden (in euro's)
- Deze spaartegoeden omvatten alle tegoeden in euro's van particulieren bij
banken in de vorm van gewone spaarrekeningen, termijnspaarrekeningen,
premiespaarrekeningen en termijndeposito's.
- Overige deposito's
- Alle deposito's (in euro's en in vreemde valuta) bij binnen- en
buitenlandse banken waarover niet onmiddellijk en volledig kan worden
beschikt. Als schuld komt deze transactie uitsluitend voor bij de
monetaire financiële instellingen en het buitenland.
- Kortlopende waardepapieren
- Alle waardepapieren met een looptijd tot maximaal een jaar, waarvan de
verkoopprijs vantevoren is vastgesteld. In deze prijs is meestal de door
de schuldenaar te betalen rente al verrekend.
De waardepapieren kunnen op of vanaf een bij uitgifte vastgestelde datum
in geld worden omgezet. Deze transactie omvat schatkistpapier ten laste
van zowel de Nederlandse overheid als van buitenlandse overheden,
spaarbewijzen aan toonder en verhandelbare depositocertificaten,
uitgegeven door ingezeten en niet-ingezeten banken.
- Obligaties
- Alle verhandelbare waardepapieren met een looptijd van minimaal een jaar.
De waarde van deze waardepapieren wordt over het algemeen op de beurs
bepaald, de rente wordt meestal door middel van coupons betaalbaar
gesteld. Tot de obligaties horen ook pandbrieven, door banken geëmitteerde
'notes' en converteerbare obligaties (zolang deze niet in aandelen zijn
omgezet).
- Kortlopende leningen
- Alle kredieten waarvan de afgesproken looptijd doorgaans korter is dan een
jaar, behalve deposito's. Hieronder vallen onder meer kortlopende leningen
bij financiële instellingen, kortlopend consumptief krediet,
rekeningcourant verhoudingen (uitgezonderd giraal geld), wissels en
schuldbekentenissen.
- Langlopende leningen
- Alle kredieten met een afgesproken looptijd van minimaal een jaar, behalve
deposito's. Het gaat hierbij met name om langlopende leningen op
schuldbekentenis (voornamelijk aangegaan bij institutionele beleggers),
hypothecaire leningen en langlopend consumptief krediet.
- Aandelen en overige deelnemingen
- Alle vorderingen die een gehele of gedeeltelijke aanspraak verlenen op de
eventuele winst en het eventuele nettovermogen bij liquidatie. Hiertoe
wordt ook de waarde van de investeringen door de overheid in de
overheidsbedrijven gerekend.
- Overige verzekeringstech. voorzieningen
- Overige verzekeringstechnische voorzieningen.
Bedragen die huishoudens tegoed hebben van verzekeringsinstellingen en
pensioenfondsen. Dit komt door:
- vooruitbetaalde premies, dit zijn premies die al zijn betaald, maar die
betrekking hebben op de volgende periode;
- voorzieningen voor openstaande aanspraken, dat wil zeggen de aanspraken
die zich in de verslagperiode hebben voorgedaan maar die nog niet zijn
afgewikkeld.
- Handelskred. en transit. posten
- Handelskredieten en transitorische posten.
De transacties in het rekeningenstelsel worden in de meeste gevallen
geregistreerd op een moment dat niet samenvalt met het moment waarop ze
financieel worden afgewikkeld. Uit dit tijdverschil vloeien vorderingen en
schulden voort die onder deze transactie worden verantwoord. Zo worden
verkopen geregistreerd op het moment van levering. Op dat moment ontstaat
een vordering van de leverancier op de afnemer (leverancierskrediet) die
pas teniet wordt gedaan op het moment dat de afnemer tot betaling
overgaat. Andere componenten van deze transactie zijn: vooruitbetalingen
op leveringen (afnemerskrediet) en te betalen of te ontvangen lonen, rente
en premies.
- Verandering van vorderingen
- Veranderingen in diverse type van vorderingen op andere sectoren en het
buitenland.- Totale verandering van vorderingen
- Veranderingen in diverse type van vorderingen op andere sectoren en het
buitenland.
- Monetair goud en bijz. trekkingsrechten
- Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten.
Monetair goud omvat al het goud dat niet voor industriële doeleinden is
bestemd en niet in de vorm van kostbaarheden wordt aangehouden. Monetair
goud komt alleen voor bij De Nederlandsche Bank (DNB), en wordt beschouwd
als een schuld van het buitenland.
De bijzondere trekkingsrechten (SDR's) zijn de door het Internationale
Monetaire Fonds (IMF) gecreëerde internationale deviezenreserves. Zij zijn
als vordering opgenomen bij DNB.
- Chartaal geld
- Alle bankbiljetten en munten in omloop. Als schuld komt deze transactie
uitsluitend voor bij de centrale overheid (muntuitgifte), de monetaire
financiële instellingen (De Nederlandsche Bank, in omloop gebrachte
bankbiljetten) en het buitenland (vreemde valuta). Het tegoed op de
chippers en dergelijke maakt geen onderdeel uit van het chartale geld.
- Girale deposito's
- Alle rekeningcourant tegoeden (zowel in euro's als in vreemde valuta) bij
banken, waarover door middel van cheques, overschrijving of op andere
wijze (tegoed op chippers) onmiddellijk en volledig kan worden beschikt.
Als schuld komt deze post uitsluitend voor bij de monetaire financiële
instellingen en het buitenland.
- Spaartegoeden (in euro's)
- Deze spaartegoeden omvatten alle tegoeden in euro's van particulieren bij
banken in de vorm van gewone spaarrekeningen, termijnspaarrekeningen,
premiespaarrekeningen en termijndeposito's.
- Overige deposito's
- Alle deposito's (in euro's en in vreemde valuta) bij binnen- en
buitenlandse banken waarover niet onmiddellijk en volledig kan worden
beschikt. Als schuld komt deze transactie uitsluitend voor bij de
monetaire financiële instellingen en het buitenland.
- Kortlopende waardepapieren
- Alle waardepapieren met een looptijd tot maximaal een jaar, waarvan de
verkoopprijs vantevoren is vastgesteld. In deze prijs is meestal de door
de schuldenaar te betalen rente al verrekend.
De waardepapieren kunnen op of vanaf een bij uitgifte vastgestelde datum
in geld worden omgezet. Deze transactie omvat schatkistpapier ten laste
van zowel de Nederlandse overheid als van buitenlandse overheden,
spaarbewijzen aan toonder en verhandelbare depositocertificaten,
uitgegeven door ingezeten en niet-ingezeten banken.
- Obligaties
- Alle verhandelbare waardepapieren met een looptijd van minimaal een jaar.
De waarde van deze waardepapieren wordt over het algemeen op de beurs
bepaald, de rente wordt meestal door middel van coupons betaalbaar
gesteld. Tot de obligaties horen ook pandbrieven, door banken geëmitteerde
'notes' en converteerbare obligaties (zolang deze niet in aandelen zijn
omgezet).
- Financiële Derivaten
- Producten die geen directe contante waarde vertegenwoordigen.
- Kortlopende leningen
- Alle kredieten waarvan de afgesproken looptijd doorgaans korter is dan een
jaar, behalve deposito's. Hieronder vallen onder meer kortlopende leningen
bij financiële instellingen, kortlopend consumptief krediet,
rekeningcourant verhoudingen (uitgezonderd giraal geld), wissels en
schuldbekentenissen.
- Langlopende leningen
- Alle kredieten met een afgesproken looptijd van minimaal een jaar, behalve
deposito's. Het gaat hierbij met name om langlopende leningen op
schuldbekentenis (voornamelijk aangegaan bij institutionele beleggers),
hypothecaire leningen en langlopend consumptief krediet.
- Aandelen en overige deelnemingen
- Alle vorderingen die een gehele of gedeeltelijke aanspraak verlenen op de
eventuele winst en het eventuele nettovermogen bij liquidatie. Hiertoe
wordt ook de waarde van de investeringen door de overheid in de
overheidsbedrijven gerekend.
- Overige verzekeringstechn. voorzieningen
- Overige verzekeringstechnische voorzieningen.
Bedragen die huishoudens tegoed hebben van verzekeringsinstellingen en
pensioenfondsen. Dit komt door:
- vooruitbetaalde premies, dit zijn premies die al zijn betaald, maar die
betrekking hebben op de volgende periode;
- voorzieningen voor openstaande aanspraken, dat wil zeggen de aanspraken
die zich in de verslagperiode hebben voorgedaan maar die nog niet zijn
afgewikkeld.
- Handelskred. en transit. posten
- Handelskredieten en transitorische posten.
De transacties in het rekeningenstelsel worden in de meeste gevallen
geregistreerd op een moment dat niet samenvalt met het moment waarop ze
financieel worden afgewikkeld. Uit dit tijdverschil vloeien vorderingen en
schulden voort die onder deze transactie worden verantwoord. Zo worden
verkopen geregistreerd op het moment van levering. Op dat moment ontstaat
een vordering van de leverancier op de afnemer (leverancierskrediet) die
pas teniet wordt gedaan op het moment dat de afnemer tot betaling
overgaat. Andere componenten van deze transactie zijn: vooruitbetalingen
op leveringen (afnemerskrediet) en te betalen of te ontvangen lonen, rente
en premies.