Wintersportvakanties; achtergrond- en vakantiekenmerken, '89/'90-'15/'16

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat het aantal lange wintersportvakanties, uitgesplitst naar onder andere geslacht, leeftijd en opleidingsniveau van de deelnemers, logiesvormen, vervoermiddelen en uitgaven.

Gegevens beschikbaar van 1989/1990 tot en met 2015/2016.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 23 juli 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Leeftijd wintersporters
Leeftijd nieuwe indeling
0 tot 6 jaar
6 tot 13 jaar
13 tot 18 jaar
18 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
65 tot 75 jaar
75 jaar of ouder
Bruto huishoudinkomen
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
Tot 17 500 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
17 500 tot 23 000 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
23 000 tot 28 500 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
28 500 tot 34 000 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
34 000 tot 45 000 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
45 000 tot 56 000 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
56 000 euro of meer
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.