Wintersportvakanties; achtergrond- en vakantiekenmerken, '89/'90-'15/'16

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat het aantal lange wintersportvakanties, uitgesplitst naar onder andere geslacht, leeftijd en opleidingsniveau van de deelnemers, logiesvormen, vervoermiddelen en uitgaven.

Gegevens beschikbaar van 1989/1990 tot en met 2015/2016.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 23 juli 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Sociale groep
Betaald beroep
Lagere employés
In 2000 en 2001 gaat het om een betaald beroep van 12 uur of meer per week.
Vanaf het verslagjaar 2002 is deze grens opgetrokken naar 15 uur of meer per week.
Hoogst behaalde opleiding
Basis/lager onderwijs
Hoogst behaalde opleiding.
Basisschool, lavo, vglo, speciaal onderwijs.
Uitgebreid lager onderwijs: algemeen
Hoogst behaalde opleiding.
Mavo, ivo, (m)ulo, middenschool, leerjaar 1 t/m 3 van havo, vwo, gymnasium of hbs.
Uitgebreid lager onderwijs: beroeps
Hoogst behaalde opleiding.
Lbo, lts, ito, leao, lhno, huishoudschool, lagere landbouw-, tuinbouw- of zeevaartschool, 3 jaar handelsavondschool.
Bruto huishoudinkomen
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
Tot 17 500 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
17 500 tot 23 000 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
23 000 tot 28 500 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
28 500 tot 34 000 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
34 000 tot 45 000 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
45 000 tot 56 000 euro
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.
56 000 euro of meer
Het betreft hier het bruto huishoudinkomen. Het gaat daarbij om alle inkomsten van ieder lid van het huishouden. Behalve salaris kan dit inkomen ook bestaan uit inkomsten van een bijbaantje, uitkering, studiebeurs of studiefinanciering, AOW, (aanvullend) pensioen, weduwen- of wezenpensioen, alimentatie, wachtgeld, etc.