Waterschapsfinanciën; administratief, 1998 - 2003
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Aantal waterschappen, lasten en baten volgens de exploitatierekening
naar waterschappen met traditionele taak en met waterzuiveringstaak.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1998
Frequentie: stopgezet
Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie:
Het is stopgezet per 19 juli 2007.
Infoservice: href="http://www.cbs.nl/infoservice">http://www.cbs.nl/infoservice.
Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek.
Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
Toelichting onderwerpen
- Lasten volgens exploitatierekening
- Afschrijvingen
- Afschrijving is de berekende waardevermindering van vaste activa
(zoals machines, installaties, gebouwen, software en andere duurzame
productiemiddelen) die worden ingezet in het productieproces, voor zover
die vermindering het gevolg is van normale technische slijtage,
economische veroudering of verzekerbare schade.
- Betaalde belastingen
- Verontreinigingsheffing Rijksoppervlaktewateren is de heffing die
Rijkswaterstaat oplegt aan de waterschappen voor het lozen van gezuiverd
afvalwater op Rijksoppervlaktewateren.
Overige betaalde belastingen: de onroerend zaakbelasting die waterschappen
aan gemeenten betalen en de vergoeding die enkele waterschappen aan andere
waterschappen betalen voor het zuiveren van grensoverschrijdend
afvalwater.
- Overige bedrijfslasten
- Kosten inning belastingen
- Kosten inning belastingen zijn de kosten van belastingadministratie en
incassokosten.
- Overige betalingen aan derden
- Overige betalingen aan derden zijn kosten van overige duurzame
hulpmiddelen en technisch materieel (huur en lease, kosten van
brandstoffen, olie en smeermiddelen, uitbesteed onderhoud, materialen en
kleine gereedschappen).
- Interne verrekeningen
- Het bij interne verrekeningen ondermeer om storting in of onttrekking aan
reserves en voorzieningen en verrekening van bespaarde rente.
- Baten volgens de exploitatierekening
- Alle bedragen zijn afgerond in 10 mln Euro.
- Verontreinigingsheffingen van:
- Met de uitvoering van de waterkwaliteitszorg (schoon en zuiver water in
kanalen, vaarten, sloten en plassen)
zijn hoge kosten gemoeid. Voor de dekking van de gemaakte kosten heffen de
(zuiverende) waterschappen verontreinigingsheffing bij de vervuilers
(degenen die direct of indirect lozen in het oppervlaktewater). Het gaat
dus om huishoudens (huishoudelijk afvalwater via toilet, douche, gootsteen
e.d.) of om bedrijven (industrieel afvalwater). Grondslag voor de heffing
is de hoeveelheid en/of hoedanigheid van de afvalstoffen die worden
geloosd. Praktisch gezien is het echter niet uitvoerbaar de
vervuilingswaarde van het afvalwater van de huishoudens te meten. Het in
de praktijk gehanteerde heffingssysteem komt er op neer dat de heffing
wordt gebaseerd op de gemiddelde verontreiniging per woonruimte.- Gezinnen
- Voor een eenpersoonshuishouden wordt 1 vervuilingseenheid in rekening
gebracht, voor een meerpersoonshuishouden 3 vervuilingseenheden (de
vervuilingseenheid is de maat voor de hoeveelheid vervuiling van water die
door een huishouden of bedrijf jaarlijks wordt geloosd).
- Bedrijven
- De vervuilingswaarde van het door bedrijven geloosde afvalwater wordt
voor de grote bedrijven (5 of meer vervuilingseenheden) berekend door
middel van meting en bemonstering. Voor de minder grote bedrijven vindt de
vaststelling van de vervuilingswaarde plaats op basis van gegevens over
grondstoffenverbruik, productie, personeelssterkte of waterverbruik. Voor
kleine bedrijven geldt dat de vervuilingswaarde van bedrijfsruimten wordt
gesteld op 3 vervuilingseenheden, indien de waarde minder dan 5
vervuilingseenheden bedraagt. Voor een bedrijfsruimte waarvan de
vervuilingswaarde 1 vervuilingseenheid of minder bedraagt (zoals winkels),
wordt 1 vervuilingseenheid in rekening gebracht.
Het bestuur van het (zuiverende) waterschap stelt uiteindelijk de hoogte
van de heffing formeel vast.
- Omslagheffingen op:
- Met de uitvoering van de traditionele waterschapstaken (waterkering,
waterbeheersing, beheer land- en vaarwegen) zijn hoge kosten gemoeid. Na
aftrek van rijksbijdragen en provinciale bijdragen voor bovenregionale
taken worden deze kosten door middel van heffingen in rekening gebracht
bij de huishoudens en bedrijven die gevestigd zijn in het gebied van het
waterschap. De heffingen hebben het karakter van een omslagheffing. Bij de
berekening van de heffing worden eerst voor elke taak alle kosten per jaar
berekend. Vervolgens worden de totale lasten per taak omgeslagen over de
belanghebbenden (eigenaren van gebouwde onroerende zaken, ingezetenen,
grondbezitters en pachters) naar de mate waarin ze belang hebben bij de
activiteiten van het waterschap. Als maat voor het belang gelden de waarde
van het onroerend goed (omslag gebouwd), het aantal woonruimten
(ingezetenenomslag) en het aantal ha (omslag ongebouwd, pachtersomslag).
Het bestuur van het waterschap stelt uiteindelijk de hoogte van de
heffingen en de verdeling over de categorieën belanghebbenden formeel
vast.- Gebouwde eigendommen
- Heffing op gebouwde onroerende zaken. Deze heffing wordt uitsluitend
opgelegd aan huiseigenaren en bezitters van bedrijfspanden. Grondslag voor
de heffing is de waarde van het gebouwde eigendom volgens de onroerend
zaakbelasting.
- Ongebouwde eigendommen
- Heffing op ongebouwde eigendommen. Deze heffing wordt uitsluitend opgelegd
aan grondbezitters. Grondslag voor de heffing is het aantal ha in bezit.
- Pachtersomslag
- Heffing op gepachte grond. Deze heffing wordt uitsluitend opgelegd aan de
pachters van grond. Grondslag voor de heffing is het aantal ha dat wordt
gepacht.
- Ingezetenenomslag
- Heffing op woonruimten. Belastingplichtig voor de ingezetenenomslag is de
(hoofd)bewoner van een woonruimte, die blijkens de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens bij het begin van het belastingjaar
woonplaats heeft in het gebied van het waterschap en die aldaar het
gebruik heeft van een woonruimte. Gebruikers van bedrijfsruimten worden
niet in de ingezetenenomslag betrokken. Grondslag voor de heffing is het
aantal woonruimten.
- Verhuur, verkoop en heffingen
- Opbrengst uit verhuur van bedrijfsruimten en dienstwoningen, opbrengst uit
verkopen bedrijfsruimten en dienstwoningen en opbrengst uit
leges, rechten en vergunningen.
- Verrekeningen investeringen
- Investeringen in eigen beheer betreft het gedeelte van de investeringen
waarvan het waterschap zelf de producent is (dus niet geproduceerd door
derden). In de praktijk komen deze investeringen voornamelijk voor bij
afdelingen die zich bezighouden met de productie van grond-, weg- en
waterbouwkundige werken (en producten leveren die tot investeringen worden
gerekend zoals voorbereiding, ontwerp, toezicht en eventuele uitvoering
van grond-, weg- en waterbouwkundige werken) en bij
automatiseringsafdelingen als omvangrijke software wordt ontwikkeld.
Middels een administratieve verrekening worden deze uitgaven ten laste
gebracht van de projecten die als investering worden beschouwd.
- Interne verrekeningen
- Het bij interne verrekeningen ondermeer om storting in of onttrekking aan
reserves en voorzieningen en verrekening van bespaarde rente.