Historische reeks van de lange vakanties van Nederlanders, 1969-2016

Tabeltoelichting


In deze publicatie zijn het aantal lange (4 of meer overnachtingen) vakanties naar bestemming, seizoen en de uitgaven voor lange vakanties opgenomen.

Gegevens beschikbaar van 1969 tot en met 2016.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 23 juli 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Vakanties in Europa
Bondsrepubliek Duitsland
Totaal Bondsrepubliek Duitsland
Winterperiode
De winterperiode omvat 30 weken in de maanden oktober-april. De zomerperiode omvat 22 weken in de maanden mei-september.
In de periode 1969-1986 liep het vakantiejaar van 1 oktober van het jaar x-1 tot en met 30 september van het jaar x. De winterperiode omvatte toen de maanden oktober-april aan het begin van het vakantiejaar.
In de periode 1987-2001 liep het vakantiejaar van 1 december van het jaar x-1 tot en met 30 november van het jaar x. De winterperiode omvatte toen de maanden december-april aan het begin en oktober en november aan het eind van het vakantiejaar.
Vanaf 2002 is de begindatum van het vakantiejaar twee maanden vervroegd en omvat de winterperiode, evenals in het verleden, het aaneengesloten tijdvak van de maanden oktober-april aan het begin van het vakantiejaar.
De dag waarop een vakantie begint, is bepalend voor de toedeling aan een bepaald seizoen.
Zomerperiode
De zomerperiode omvat 22 weken in de maanden mei-september.
De winterperiode omvat 30 weken in de maanden oktober-april.
In de periode 1969-1986 liep het vakantiejaar van 1 oktober van het jaar x-1 tot en met 30 september van het jaar x. De zomerperiode omvatte toen de maanden mei-september aan het eind van het vakantiejaar.
In de periode 1987-2001 liep het vakantiejaar van 1 december van het jaar x-1 tot en met 30 november van het jaar x. De zomerperiode omvatte toen de maanden mei-september.
Vanaf 2002 is de begindatum van het vakantiejaar twee maanden vervroegd en omvat de zomerperiode, evenals in het verleden, het tijdvak van de maanden mei-september aan het eind van het vakantiejaar.
De dag waarop een vakantie begint, is bepalend voor de toedeling aan een bepaald seizoen.