Industriebeeld: ondernemers industrie iets optimistischer

Het producentenvertrouwen in de industrie is in mei 2005 uitgekomen op 0,8 en is daarmee iets verbeterd ten opzichte van april. Al een jaar lang zijn de veranderingen in het producentenvertrouwen beperkt. Het producentenvertrouwen in mei is dan ook vrijwel gelijk aan het gemiddelde over de afgelopen twaalf maanden.

De Nederlandse industrie heeft ook in maart 2005 meer omgezet dan een jaar eerder. In vergelijking met maart vorig jaar was de omzet 3 procent hoger. De omzettoename is toe te schrijven aan hogere afzetprijzen. De industrie heeft in de periode februari-maart van dit jaar 1,9 procent minder geproduceerd dan in de periode december 2004-januari 2005.

Het volume van de bruto toegevoegde waarde daalde in het eerste kwartaal van 2005 in vergelijking met het overeenkomstige kwartaal van 2004.

Producenten positiever over voorraden en orderpositie

Het producentenvertrouwen is een stemmingsindicator voor de industrie. Het cijfer is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.

De verbetering van het producentenvertrouwen komt doordat de ondernemers beter te spreken zijn over hun voorraad gereed product. Ook zijn de ondernemers optimistischer over hun orderpositie. Ze zijn echter iets minder positief geworden over de verwachte productie in de komende drie maanden.

Ondernemers niet van plan meer personeel aan te trekken

Een op de zes ondernemers verwacht de personeelsomvang in de komende maanden te verminderen. Slechts een op de twintig is van plan het aantal personeelsleden te verhogen. Sinds begin 2004 is deze verhouding vrijwel onveranderd.

Een op de elf ondernemers verwacht lagere verkoopprijzen. Hogere verkoopprijzen worden door een op de veertien ondernemers verwacht.

Meer omzet door hogere prijzen

De omzetstijging is het gevolg van ruim 6 procent hogere afzetprijzen. Maart telt in 2005 een werkdag minder dan in 2004. Het negatieve effect hiervan, dat het CBS raamt op 3 procent, werd echter door de prijsstijging ruimschoots opgeheven.

Net als in de voorgaande maanden is de omzetgroei in maart 2005 vooral gerealiseerd op de buitenlandse markt. Ten opzichte van maart 2004 heeft de Nederlandse industrie 5 procent meer omgezet in het buitenland. De toename van de omzet op de binnenlandse markt bleef beperkt tot 1 procent.

Industriële productie gedaald

In de periode februari-maart 2005 is de industriële productie, na correctie voor seizoeninvloeden, met 1,9 procent gedaald ten opzichte van de periode december 2004-januari 2005. Hiermee is een einde gekomen aan een korte periode van productiegroei.

Vooral in de consumptiegoederenindustrie is de productie in februari-maart 2005 gedaald ten opzichte van de voorafgaande periode. De investeringsgoederenindustrie en de grondstoffen- en halffabrikatenindustrie produceerden ongeveer evenveel als in de periode december 2004-januari 2005.

Mede door de productiedaling in februari-maart was het productieniveau in de industrie in maart 2005, gecorrigeerd voor verschillen in werkdagpatroon, 2,9 procent lager dan een jaar eerder.

Volume bruto toegevoegde waarde daalt in eerste kwartaal

Het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) was in het eerste kwartaal 1,8 procent lager in vergelijking met het eerste kwartaal van 2004.

De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2005 voor het eerste sinds 2003 gekrompen. Het bruto binnenlands product (BBP) was 0,3 procent lager dan een jaar eerder. Belangrijke oorzaak voor de daling van het BBP is de ontwikkeling van de export. De groei van de export is in het eerste kwartaal met meer dan de helft afgenomen. Verder hebben de huishoudens minder gekocht en zijn de investeringen teruggelopen. De overheidsconsumptie groeide bescheiden.

Productiegroei en producentenvertrouwen