De markt van de straat

'(...) 'k Heb vier om een dubbeltje Nootemuskaaten / Foely en Pijpkaneel boven maaten / 'k Maak laarsen schoon voor een klein loon / Ook roode en zwarte Hillegommer bessen / Eijeren en Augurkjes bij volle vlesschen / Wie ook Matten van doen / Sinaas Appelen en Mooije Lamoen.' De venter had met zijn zangerige straatroep een groot gehoor, maar een klein onthaal.