Ruim 10 miljoen luchtvaartpassagiers in eerste kwartaal

vliegtuig
© Hollandse Hoogte / Michael Kooren
In het eerste kwartaal van 2022 reisden 10,1 miljoen luchtvaartpassagiers van en naar de vijf luchthavens van nationaal belang in Nederland. Dat is bijna 5 keer zoveel als in het eerste kwartaal van 2021. Ook het aantal vluchten in het handelsverkeer nam toe: 40,7 duizend in het eerste kwartaal van 2021 tegen 91,6 duizend in het eerste kwartaal van 2022. De hoeveelheid vervoerde vracht daalde in dezelfde periode met bijna 11 procent. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In elk van de drie eerste maanden van 2022 reisden er beduidend meer reizigers dan in dezelfde maand een jaar eerder. In januari en februari 2022 vlogen respectievelijk 2,8 en 3,0 miljoen passagiers tegen respectievelijk 910 en 520 duizend in januari en februari 2021. In maart 2022 vlogen 4,2 miljoen passagiers van en naar Nederland,  3,6 miljoen meer dan in maart 2021 en bijna 1,5 miljoen meer dan in maart 2020. In dat jaar namen veel landen rond 15 maart beperkende maatregelen voor de luchtvaart in verband met de coronapandemie.

Vervoerde passagiers van en naar de 5 nationale luchthavens
Kwartaal2019 (x mln)2020 (x mln)2021 (x mln)2022 (x mln)
eerste kwartaal17,113,72,110,1
tweede kwartaal21,80,93,9
derde kwartaal23,15,512,0
vierde kwartaal19,23,611,1

Aantal vluchten niet terug op het oude niveau

Ondanks de versoepelingen in het nationale- en internationale vliegverkeer in 2021 en het loslaten van alle coronamaatregelen in de eerste maanden van 2022 was het aantal vluchten in het handelsverkeer in het eerste kwartaal van 2022 nog niet op het niveau van voor de coronapandemie.

In 2018 en 2019 vonden er van en naar Nederland gemiddeld 47 duizend vluchten per maand plaats. Tijdens de coronaperiode varieerde het aantal vluchten van 4,8 duizend in april 2020 tot 37,3 duizend in augustus 2021. Het totaal aantal vluchten in het eerste kwartaal van 2022 was 73 procent van het aantal vluchten in het eerste kwartaal van 2019.

In vergelijking met het aantal vluchten in 2019 verschillen de 5 nationale vliegvelden van elkaar. Door de toename van het aantal vrachtvluchten op Maastricht Aachen Airport in 2020 en 2021 was hier de daling het laagst; in 2020 en 2021 was het aantal vluchten op Maastricht Airport respectievelijk 85 en 92 procent van het aantal vluchten in 2019. Op Groningen-Eelde nam het aantal vluchten met  ruim 80 procent in beide jaren het meest af. Het aantal vluchten op Amsterdam Schiphol halveerde bijna in de twee corona-jaren 2020 en 2021 ten opzichte van 2019, maar in het eerste kwartaal van 2022 trok Schiphol 72 procent van het aantal vluchten van het eerste kwartaal in 2019.

Vluchten in het handelsverkeer
JaarKwartaalAmsterdam Schiphol (index (2019 = 100))Rotterdam The Hague (index (2019 = 100))Eindhoven Airport (index (2019 = 100))Maastricht Aachen Airport (index (2019 = 100))Groningen Eelde (index (2019 = 100))
2020eerste kwartaal87,185,6390,33108,4767,56
2020tweede kwartaal14,024,637,8662,781,86
2020derde kwartaal45,5244,6359,0881,0414,21
2020vierde kwartaal41,7216,9131,898,766,29
2021eerste kwartaal33,4715,9312,32118,2913,88
2021tweede kwartaal37,3218,8920,837810,96
2021derde kwartaal67,9269,0877,6383,5328,74
2021vierde kwartaal74,4870,7587,1297,6924,23
2022eerste kwartaal71,9975,6488,9795,4636,29

Hoeveelheid door de lucht vervoerde goederen redelijk constant

De hoeveelheid door de lucht vervoerde goederen fluctueerde in de periode 2019-2022 minder dan het passagiersvervoer. In 2021 werd bijna 1,80 miljoen ton luchtvracht vervoerd. In de afgelopen 25 jaar werden er alleen in 2017 (1,84 miljoen) en 2018 (1,82 miljoen) nog meer goederen door de lucht vervoerd. 

De meeste goederen door de lucht werden zowel voor, tijdens, als na de coronapandemie vervoerd van en naar China en  de Verenigde Staten. Gemiddeld 33 procent van de luchtvracht in de afgelopen drie jaar kwam uit of ging naar deze twee landen. Ook in het eerste kwartaal van 2022 staan deze twee landen bovenaan. Van de 395 duizend ton aan luchtvrachtgoederen die in deze periode van en naar Nederland vervoerd werden, had 20 procent China als partnerland en 16 procent de Verenigde Staten. Van de 12,8 duizend ton die binnen de EU vervoerd werd, nam Duitsland met 6,4 ton bijna 50 procent voor haar rekening. Van de Europese landen buiten de EU nam Rusland met 12,9 duizend ton, bijna 34 procent van de totaal vervoerde luchtvracht van en naar de niet EU-landen in Europa, voor haar rekening. Turkije volgde met 10,7 duizend ton luchtvracht.

Vervoerde luchtvracht naar herkomst en/of bestemming
JaarKwartaalAzie (x 1 000 ton)Noord-Amerika (x 1 000 ton)Europa niet-EU-landen (x 1 000 ton)Midden- en Zuid Amerika (x 1 000 ton)Afrika (x 1 000 ton)Europa EU-landen (x 1 000 ton)
2019eerste kwartaal188,672,846,246,744,818,0
2019tweede kwartaal184,176,951,542,844,414,8
2019derde kwartaal183,976,752,741,941,816,3
2019vierde kwartaal199,170,959,347,939,919,5
2020eerste kwartaal173,366,839,744,235,417,6
2020tweede kwartaal179,559,635,834,023,110,6
2020derde kwartaal201,369,437,846,732,513,2
2020vierde kwartaal220,776,754,953,937,413,5
2021eerste kwartaal212,977,551,753,936,211,4
2021tweede kwartaal213,987,251,553,637,512,1
2021derde kwartaal191,380,352,551,036,012,3
2021vierde kwartaal229,180,960,152,536,213,4
2022eerste kwartaal193,971,538,046,132,912,8