Gepromoveerden Enquête (GPE)

Wat behelst het onderzoek
Doel
Informatie verzamelen over hoe gepromoveerden hun promotieperiode hebben ervaren en over hun loopbanen na het behalen van hun doctoraat.
Doelpopulatie
Personen die sinds academisch jaar 1990/’91 hun doctorstitel aan een bij Universiteiten van Nederland (UNL) aangesloten universiteit hebben behaald, op het peilmoment jonger waren dan 70 jaar en die op dat moment volgens de Basisregistratie Personen (BRP) in Nederland woonachtig waren.
Statistische eenheid
Personen.
Aanvang onderzoek
De Gepromoveerden Enquête wordt sinds 2010 uitgevoerd. De StatLine tabellen zijn gebaseerd op cijfers vanaf de 2019 editie.
Frequentie
Bij benadering elke 5 jaar.
Publicatiestrategie
De cijfers zijn definitief.
Hoe wordt het uitgevoerd
Soort onderzoek
Steekproefonderzoek. Het steekproefkader is gebaseerd op door de universiteiten aangeleverde informatie over de promoties per jaar. Het steekproefkader bestaat uit de personen die koppelden aan het Basisregistratie Personen (BRP). In 2010 en 2014 werd het steekproefkader integraal benaderd. Sinds 2019 is er sprake van een personensteekproef.
Waarnemingsmethode
De Gepromoveerden Enquête wordt uitgevoerd in de maanden maart en april. Steekproefpersonen ontvangen een aanschrijfbrief waarin zij uitgenodigd worden om een online vragenlijst (CAWI – Computer Assisted Web Interviewing) in te vullen. Er worden maximaal twee rappelbrieven verstuurd. De aanschrijfbrief, rappelbrieven en de vragenlijst zijn enkel in de Nederlandse taal beschikbaar.
Berichtgevers
De berichtgevers zijn gepromoveerden.
Steekproefomvang
De uitgezette steekproeven in 2019 en 2025 bedroegen circa 20 duizend gepromoveerden. Hiervan hebben in 2025 ruim 9,7 duizend aan het onderzoek deelgenomen (49,6 procent) en in 2025 ruim 11,1 duizend (55,7 procent).
Controle- en correctiemethoden
De gebruikelijke plausibiliteitscontrole op interne consistentie en volledigheid zijn uitgevoerd.
Weging
Er wordt gebruik gemaakt van een weging die is uitgevoerd in twee stappen. Door de wegingsmethode wordt gecorrigeerd voor onder- en oververtegenwoordiging van bepaalde groepen in de respons.
In de eerste stap is gecorrigeerd voor selectiviteit in de respons. Daarbij gaat het om de kenmerken geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, inkomen, herkomst, woonplaats (landsdeel), universiteit en jaar van promoveren. In deze stap wordt ook opgehoogd naar het steekproefkader. In de tweede stap is gecorrigeerd voor het feit dat een deel van de doelpopulatie niet koppelde met de Basisregistratie Personen (BRP).
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Nauwkeurigheid
De uitkomsten van de Gepromoveerden Enquête zijn onderhevig aan toevalsfluctuaties, omdat deze enquête een steekproef betreft. Indien het aantal steekproefpersonen voor een bepaalde doelpopulatie kleiner is dan 100 worden in de StatLine-tabellen geen resultaten gepresenteerd en worden deze cijfers vervangen door een punt (.). Op StatLine wordt voor alle cijfers niet alleen de waarde, maar ook het betrouwbaarheidsinterval gepubliceerd. De werkelijke waarde ligt met 95 procent waarschijnlijkheid in dit interval. De grootte van het betrouwbaarheidsinterval wordt medebepaald door de omvang van de steekproef. Grotere steekproeven betekenen kleinere betrouwbaarheidsintervallen en preciezere schattingen.
Beschrijving kwaliteitsstrategie
Er wordt onder andere gecontroleerd op interne consistentie, volledigheid en plausibiliteit.