Verloskundigenpraktijken

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het samenstellen van landelijke statistische uitkomsten over de exploitatie van praktijken van verloskundigen.

Doelpopulatie

Bedrijven met als hoofdactiviteit de begeleiding tijdens zwangerschap, bevalling en nazorgperiode door verloskundigen. Deze bedrijven zijn opgenomen in het Algemeen Bedrijfsregister (ABR) en daarin geclassificeerd naar hoofdactiviteit conform de Standaard BedrijfsIndeling (SBI). Het gaat om SBI-klasse praktijken van verloskundigen (85141). Aanvullend is gebruik gemaakt van populatiegegevens van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg).

Statistische eenheid

Bedrijven in SBI-klasse 85141.

Aanvang onderzoek

1986

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

De gepubliceerde cijfers zijn in principe definitief. Incidenteel kan nieuwe informatie aanleiding geven tot aanpassing. Aanpassing vindt alleen plaats als er grote bijstellingen en/of correcties noodzakelijk zijn.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd

Soort onderzoek

Enquêteonderzoek gebaseerd op een steekproef uit alle bedrijven in SBI-klasse 85141. Bedrijven met 50 medewerkers of meer worden in ieder geval in de steekproef opgenomen.

Waarnemingsmethode

Enquête bij bedrijven. Tot verslagjaar 2006 schriftelijk, daarna digitaal.

Berichtgevers

Bedrijven in SBI-klasse 85141.

Steekproefomvang

Ongeveer 100 bedrijven.

Controle- en correctiemethoden

Opgaven van bedrijven worden beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. Partiële nonrespons (als de enquête niet volledig is ingevuld) en foutieve respons (als de enquête verkeerd is ingevuld) wordt ingeschat. Daarbij wordt zowel gebruik gemaakt van data van dezelfde berichtgever uit eerdere verslagperiodes, als van data van vergelijkbare  berichtgevers uit de lopende verslagperiode. 

Weging

De volledige nonrespons (als de gehele opgave van het bedrijf ontbreekt) wordt in twee stappen ingevuld:

  1. de ontbrekende gegevens van grote bedrijven worden op het niveau van het individuele bedrijf ingeschat; 
  2. bij de kleine bedrijven worden de responstotalen opgehoogd naar populatietotalen per deelpopulatie, waarbij de deelpopulaties worden ingedeeld op basis van SBI-klasse en grootteklasse van het aantal werkzame personen;
  3. Vanwege de relatief grote onbetrouwbaarheidsmarge bij de enquêtecijfers zijn de totale baten (som van totale bedrijfsopbrengsten, financiële en buitengewone baten en boekwinsten) vervolgens gelijkgesteld aan de uitgaven aan verloskundige zorg uit de Zorgrekeningen. Vanaf verslagjaar 2006 worden de totale baten verhoogd met de ontvangen ziekengelden en loon(kosten)subsidies. De onderliggende verhouding van de variabelen uit de enquête is in stand gebleven.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De uitgaven aan verloskunidge zorg die zijn overgenomen uit de Zorgrekeningen zijn vrijwel volledig gebaseerd op gegevens van de zorgverzekeraars. Aanvullend zijn de overige opbrengsten en eigen betalingen geschat. Dit betreft ongeveer 3 procent van de totale uitgaven. Dit totale bedrag wordt zeer betrouwbaar geacht vanwege de bijna integrale waarneming van de gegevens.
Voor de overige variabelen geldt dat de resultaten gebaseerd zijn op steekproefonderzoek waarbij met een zekere onbetrouwbaarheidsmarge rekening moet worden gehouden. De aantallen in de tabel zijn daarom afgerond op tientallen of honderdduizendtallen.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Het CBS verzamelt vanaf 1986 bedrijfsgegevens van praktijken van verloskundigen. Vanaf verslagjaar 2002 is een nieuwe berekeningsmethodiek gebruikt gebaseerd op de opbrengsten ui de Zorgrekeningen. Hierdoor zijn de gegevens niet vergelijkbaar met eerdere jaren.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Uitkomsten van statistisch onderzoek worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na aanpassing, akkoord zijn bevonden. Om de plausibiteit van de uitkomsten vast te stellen worden de volgende controles uitgevoerd:

  1. tijdreeksanalyse (consistentie in de tijd);
  2. kengetallenanalyse (verhouding tussen variabelen);
  3. confrontatie met uitkomsten uit andere bronnen.