Arm of bijna-arm

Iemand is arm als in het huishouden na het betalen van de woon- en energielasten, de zorgverzekering en het eigen risico te weinig geld (inkomen en eventueel spaargeld of ander direct te besteden bezit) overblijven voor de andere basisbehoeften. De hoogte van de armoedegrens is vastgesteld op basis van de uitgavenposten die minimaal nodig zijn om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. De grens verschilt per huishoudenstype.
Iemand is bijna-arm als het inkomen van het huishouden tot 25 procent bóven de armoedegrens ligt, en de vermogensbuffer eronder. In dit bericht zijn de armen en bijna-armen samengenomen en worden aangeduid als ‘mensen met weinig geld’.