Gewasbeschermingsmiddelen

De gewasbeschermingsmiddelen zijn ingedeeld in zes hoofdgroepen: schimmel- en bacteriebestrijding (F); onkruidbestrijding en loofdoding (H); insecten- en mijtenbestrijding (I) ; slakkenbestrijding (M); plantengroeiregulatie en kiemremming (PGR); totaal andere gewasbeschermingsmiddelen (ZR). In de eerste grafiek zijn de laatste drie hoofdgroepen samengenomen tot ‘Overige middelen’. Gewasbeschermingsmiddelen zijn veelal chemisch, zeker bij de onkruidbestrijding (met stoffen als glyfosaat, metamitron). Maar bij schimmelbestrijding en insectenbestrijding zijn de middelen steeds vaker microbiologisch, zoals een middel om insecten te bestrijden (Bacillus thuringiensis subsp. Aizawai).
Een synoniem voor gewasbeschermingsmiddelen is pesticiden. Strikt genomen vallen echter biociden ook onder de pesticiden. Biologische bestrijding met ongewervelde dieren, zoals roofmijten en sluipwespen, valt niet onder gewasbeschermingsmiddelen.