Europese wetgeving

Het Europees Parlement en de Raad van Europa hebben bepaald dat alle landen in de Europese Unie zich moeten houden aan doelstellingen om de emissie van luchtverontreinigende stoffen tegen te gaan. Die richtlijnen zijn opgesteld voor vijf luchtverontreinigende stoffen: stikstofoxiden, vluchtige stoffen met uitzondering van methaan (NMVOS), ammoniak, zwaveldioxide en fijnstof.
De emissieplafonds voor de verschillende stoffen zijn als volgt: 

  • Stikstofoxiden: de uitstoot moet van 2020-2029 45 procent lager zijn dan in 2005. Vanaf 2030 moet de uitstoot 61 procent lager zijn.
  • NMVOS: de uitstoot moet van 2020-2029 8 procent lager zijn dan in 2005. Vanaf 2030 moet de uitstoot 15 procent lager zijn.
  • Ammoniak: de uitstoot moet van 2020-2029 12 procent lager zijn dan in 2005. Vanaf 2030 moet de uitstoot 21 procent lager zijn.
  • Zwaveldioxide: de uitstoot moet van 2020-2029 28 procent lager zijn dan in 2005. Vanaf 2030 moet de uitstoot 53 procent lager zijn.
  • Fijnstof: de uitstoot moet van 2020-2029 37 procent lager zijn dan in 2005. Vanaf 2030 moet de uitstoot 45 procent lager zijn.