Kinderbeschermingsmaatregelen

Ondertoezichtstelling (OTS) of voogdij. Bij een voogdijmaatregel wordt het gezag van de ouders beëindigd en wordt een voogd aangesteld. Bij de ondertoezichtstelling krijgt een kind een jeugdbeschermer toegewezen. Een jeugdbeschermer is iemand die adviezen geeft over de opvoeding en specifieke hulp inzet. De jeugdbeschermer maakt hierover afspraken met de ouders. De ouders houden het gezag over hun kind en blijven daarmee zelf verantwoordelijk voor het kind. Ze zijn echter verplicht mee te werken aan de adviezen en aanwijzingen van de jeugdbeschermer. Als een kind onder toezicht wordt gesteld, dan blijft het kind meestal thuis wonen. Soms zijn de zorgen over het kind zo ernstig dat een rechter vindt dat het beter is als het kind ergens anders woont. De rechter legt dan in aanvulling op de ondertoezichtstelling ook een machtiging uithuisplaatsing op.

In dit onderzoek is gekeken naar het totaal van alle kinderbeschermingsmaatregelen. Het aantal kinderen met een kinderbeschermingsmaatregel in combinatie met jeugdhulp met verblijf (de gevallen waar hoogstwaarschijnlijk sprake is van een uithuisplaatsing) was voor deze deelverzameling van 4,1 duizend gedupeerde gezinnen statistisch gezien te laag om betrouwbare uitspraken te kunnen doen of gedupeerden disproportioneel te maken kregen met een uithuisplaatsing van een kind.