Jeugdbescherming

Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of ‘onder voogdij geplaatst’.

Ondertoezichtstelling

Ondertoezichtstelling is een gezagbeperkende maatregel. Als de ontwikkeling van een kind ernstig bedreigd wordt en de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, dan kan de rechter op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of het openbaar ministerie een ondertoezichtstelling uitspreken. Het kind krijgt dan een gezinsvoogd toegewezen van een Gecertificeerde Instelling. Deze persoon begeleidt het kind en zijn ouders bij het oplossen van de opvoedingsproblemen. De ouders blijven zelf verantwoordelijk voor de opvoeding, maar hun gezag wordt door de maatregel gedeeltelijk ingeperkt. Zowel ouders als kind zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die de gezinsvoogd geeft.
In principe blijft het kind thuis wonen. De rechter kan ook besluiten het kind (tijdelijk) uit huis te plaatsen, bijvoorbeeld in een pleeggezin. Een ondertoezichtstelling duurt maximaal een jaar. De rechter kan de duur telkens met (maximaal) een jaar verlengen tot het kind meerderjarig is.

Voorlopige ondertoezichtstelling

Als een kind acuut gevaar loopt en snel uit huis geplaatst moet worden, kan de Raad voor de Kinderbescherming de rechter om een voorlopige ondertoezichtstelling met een machtiging uithuisplaatsing verzoeken. Ouders en kind worden door de jeugdbeschermer begeleid.
De maatregel duurt ten hoogste drie maanden. Tijdens de voorlopige ondertoezichtstelling zet de Raad het onderzoek voort.

Voogdij

Bij voogdij is het gezag van ouders beëindigd en overgedragen aan een instelling of pleegouder als voogd. De maatregel wordt opgelegd als een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en de ouder niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen, binnen een voor het kind aanvaardbare termijn, of als de ouder het gezag misbruikt. De rechter bepaalt dan dat een ander voor bepaalde of onbepaalde tijd het gezag over het kind krijgt. De voogdij zal meestal uitgevoerd worden door een
Gecertificeerde Instelling. Het kind wordt opgevoed in een pleeggezin of tehuis.

Bij voorlopige voogdij wordt door de kinderrechter de wettelijke vertegenwoordiging en de verzorging van een minderjarige voorlopig overgedragen aan een Gecertificeerde Instelling omdat er sprake is van een crisissituatie in het ouderlijk gezin. Dit ter voorkoming van ernstig gevaar voor de zedelijke of geestelijke belangen of voor de gezondheid van de minderjarige.

De duur van voorlopige voogdij kan variëren van één dag (bijvoorbeeld bij een noodzakelijke medische ingreep) tot enkele jaren.
Tijdelijke voogdij is een maatregel die wordt toegepast als gevolg van een gezagsvacuüm, bijvoorbeeld als de ouders langdurig verblijven in het buitenland of als de ouders zijn overleden.