Vast en flexibel werk: verschillen in uitkomsten

De gegevens over de arbeidsrelatie van werknemers zijn gebaseerd op de Enquête beroepsbevolking (EBB). Sinds het derde kwartaal van 2018 laat de EBB een toename zien van het percentage werknemers met een vaste arbeidsrelatie en een afname van het percentage met een flexibele arbeidsrelatie. Daarnaast publiceert het CBS op basis van de Statistiek werkgelegenheid en lonen (SWL) over banen van werknemers, waarbij eveneens onderscheid wordt gemaakt tussen vast en flex. Bij vaste banen gaat het om reguliere werknemersbanen met een contract voor onbepaalde tijd; bij flexibele banen gaat het om reguliere werknemersbanen met een contract voor bepaalde tijd, uitzendbanen, oproepbanen en stagebanen.

Anders dan de EBB laat de SWL tot medio 2019 geen toename van het percentage vaste banen zien. Tot 2019 nam het percentage vaste banen volgens de SWL af en gedurende de eerste helft van 2019 bleef het vrijwel stabiel. Sinds de tweede helft van 2019 laat de SWL een toename zien.

De afgelopen maanden heeft het CBS onderzocht in hoeverre de verschillen tussen EBB en SWL een rol spelen bij het uiteenlopende beeld van de recente ontwikkeling in vast en flexibel werk die niet te maken hebben met populatieverschillen. Eerst is onderzocht of de meetfouten van beide bronnen en de ontwikkelingen daarin in beeld gebracht kunnen worden. Het lijkt het erop dat de meetfouten in de SWL in de loop der tijd zijn afgenomen. De meetfouten blijken samen te hangen met leeftijd, baanduur, het aantal contracturen en economische activiteit van het bedrijf. De komende maanden wordt dit onderzoek voortgezet en naar verwachting medio 2020 afgerond.