Prijzen nieuwbouwkoopwoningen ruim 6 procent hoger

© Hollandse Hoogte
In het derde kwartaal van 2019 waren nieuwbouwkoopwoningen 6,3 procent duurder dan een jaar eerder. De prijzen van bestaande koopwoningen stegen in dezelfde periode ook met 6,3 procent. Daarmee bevindt Nederland zich met betrekking tot de huizenprijsontwikkeling in de Europese middenmoot. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en het Kadaster.
Waar nieuwbouwwoningen de afgelopen twee jaar harder in prijs stegen dan bestaande koopwoningen, was de prijsstijging in het derde kwartaal van 2019 voor beide even groot. De prijsstijging van nieuwbouwkoopwoningen ten opzichte van een jaar eerder is wel kleiner dan in voorgaande kwartalen. Ook bij bestaande koopwoningen nam de prijsstijging af, maar de daling was minder groot.

Prijzen koopwoningen
JaarKwartaalNieuwbouwkoopwoningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Bestaande koopwoningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
20151e kwartaal3,02,4
20152e kwartaal5,52,5
20153e kwartaal12,72,9
20154e kwartaal7,73,5
20161e kwartaal6,94,1
20162e kwartaal4,44,4
20163e kwartaal1,95,6
20164e kwartaal5,46,1
20171e kwartaal6,16,8
20172e kwartaal6,37,7
20173e kwartaal6,27,6
20174e kwartaal10,28,2
20181e kwartaal11,59,0
20182e kwartaal11,78,8
20183e kwartaal16,39,2
20184e kwartaal10,29,0
20191e kwartaal9,57,9
20192e kwartaal16,07,2
20193e kwartaal6,36,3

Verkochte koopwoningen in vijf jaar bijna 38 procent duurder

De prijzen van alle verkochte Nederlandse koopwoningen, uitgedrukt in de huizenprijsindex, stijgen al jaren. Bestaande koopwoningen werden sinds eind 2013 elk jaar duurder. Voor nieuwbouwkoopwoningen zette deze trend een jaar later in. In het derde kwartaal van 2019 waren verkochte koopwoningen gemiddeld bijna 38 procent duurder dan vijf jaar eerder in het hetzelfde kwartaal.

Huizenprijsindex
JaarKwartaalTotaal koopwoningen (2015=100)Nieuwbouwkoopwoningen (2015=100)Bestaande koopwoningen (2015=100)
20111e kwartaal111,1108,7111,5
20112e kwartaal109,6103,8111,0
20113e kwartaal109,0104,3110,2
20114e kwartaal107,1102,4108,3
20121e kwartaal105,196,5106,9
20122e kwartaal103,396,4104,9
20123e kwartaal99,393,0100,7
20124e kwartaal99,799,7100,1
20131e kwartaal97,093,697,8
20132e kwartaal95,091,595,8
20133e kwartaal95,694,096,1
20134e kwartaal95,393,995,8
20141e kwartaal95,894,096,3
20142e kwartaal96,293,196,9
20143e kwartaal96,891,497,8
20144e kwartaal97,394,797,9
20151e kwartaal98,396,898,6
20152e kwartaal99,198,299,4
20153e kwartaal101,1103,0100,7
20154e kwartaal101,4102,0101,3
20161e kwartaal102,8103,5102,6
20162e kwartaal103,6102,6103,7
20163e kwartaal106,2104,9106,3
20164e kwartaal107,5107,5107,5
20171e kwartaal109,7109,9109,6
20172e kwartaal111,4109,0111,7
20173e kwartaal114,0111,4114,4
20174e kwartaal116,7118,5116,3
20181e kwartaal119,9122,5119,4
20182e kwartaal121,7121,8121,6
20183e kwartaal125,6129,6124,9
20184e kwartaal127,3130,6126,7
20191e kwartaal129,7134,2128,9
20192e kwartaal131,8141,3130,4
20193e kwartaal133,4137,7132,7

Nederland in Europese middenmoot

Binnen de Europese Unie waren in het derde kwartaal van 2019 de huizen gemiddeld 4,1 procent duurder dan een jaar eerder. In Letland stegen de prijzen van woningen met 13,5 procent het meest in de Europese Unie, in Italië met 0,4 procent het minst. Italië is al jarenlang de hekkensluiter van dit rijtje.

Nederland bevindt zich met de ontwikkeling van de huizenprijzen in de middenmoot van de EU, vergelijkbaar met Litouwen en Oostenrijk. Nederland stond de afgelopen twee jaar in de top tien van landen waar de huizenprijzen het hardst stegen, maar valt daar in het derde kwartaal van 2019 uit.

Ontwikkeling Europese huizenprijsindex, 3e kwartaal 2019
LandHuizenprijsindex (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Letland13,5
Slowakije11,5
Luxemburg11,3
Portugal10,3
Polen9,0
Tsjechië8,6
Slovenië8,5
Estland8,1
Kroatië8,0
Hongarije7,8
Litouwen6,4
Nederland6,2
Oostenrijk6,2
Malta5,8
Bulgarije5,4
Duitsland4,9
Spanje4,8
Europese Unie4,1
België3,9
Roemenië3,9
Frankrijk3,3
Zweden3,0
Cyprus2,3
Ierland1,7
Denemarken1,6
Finland1,2
Verenigd Koninkrijk1,1
Italië0,4
Bron: CBS, Eurostat