Huren stijgen in 2018 sneller dan in 2017

© ANP

Erratum:

Van dit bericht is een verbeterde versie.
De woninghuren lagen in juli 2018 gemiddeld 2,3 procent hoger dan een jaar eerder. In juli 2017 was de huurstijging 1,6 procent. De huurstijging van de sociale huurwoningen bij de woningcorporaties was met 1,7 procent relatief laag. Bij de overige verhuurders van sociale huurwoningen stegen de huren 3,3 procent. De huren van woningen in de vrije sector stegen met 3,0 procent. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

De belangrijkste oorzaak voor de hogere huurstijging is de snellere stijging van de consumentenprijzen. Sinds 2013 wordt de maximale huurverhoging berekend als de stijging van de consumentenprijzen in het voorgaande jaar plus een inkomensafhankelijke opslag. In de afgelopen zes jaren is de gemiddelde woninghuur in totaal met 18,5 procent gestegen. Dit is veel meer dan de stijging van de consumentenprijzen van 8,5 procent. Zeker in 2013 en 2014 was het verschil tussen de gemiddelde stijging van de huren en die van de consumentenprijzen fors. Het verschil is teruggelopen naar 0,9 procentpunt in 2018, deels door de maximering van de huursomstijging in de laatste twee jaar.

Huurstijging per 1 juli en de gemiddelde stijging van de consumentenprijzen in het voorgaande jaar
X-axis ENHuurstijging per 1 juli (%)Stijging consumentenprijzen voorgaand jaar (%)
20071,41,1
20081,91,6
20092,82,5
20101,61,2
20111,81,3
20122,82,3
20134,72,5
20144,42,5
20152,41
20161,90,6
20171,60,3
20182,31,4

Effect huurbeleid

De woninghuren in Nederland zijn op verschillende manieren gereguleerd. Voor sociale huurwoningen geldt in 2018 een maximale huurstijging van 3,9 of van 5,4 procent, afhankelijk van het inkomen van de huurder. Voor zover het gaat om verhuurders van gereguleerde huurwoningen buiten de woningcorporaties, stegen de huren in 2018 in meer dan de helft van de gevallen met 3,9 procent, het maximale percentage voor de groep met de laagste inkomens. In totaal was de gemiddelde stijging 3,3 procent, net als in de voorgaande drie jaren het hoogste percentage van alle categorieën.

Voor woningcorporaties geldt sinds vorig jaar nog een extra beperking. De totale huurinkomsten van een corporatie mogen in het kalenderjaar 2018 niet meer dan 2,4 procent stijgen. Deze zogeheten maximale huursomstijging beperkt de mogelijkheid om bij elke afzonderlijke woning de maximale individuele huurstijging toe te passen. De huurstijging bij sociale huurwoningen van woningcorporaties is per 1 juli van dit jaar uitgekomen op 1,7 procent, de stijging was 1,1 procent in 2017.

Huurstijging gereguleerde woningen en vrijesectorwoningen
X-axis ENCorporaties (%)Overige sociale verhuurders (%)Vrijesectorhuurwoningen (%)
20152,62,61,8
20161,62,32,2
20171,12,52,3
20181,73,33,0

Sterkere huurstijging bij bewonerswisseling

De huren bij bewonerswisseling stegen dit jaar sterker dan in 2017. De gemiddelde huurverhoging bij wisseling van huurders was dit jaar 9,1 procent. Verhuurders zijn niet gebonden aan de maximale huurverhoging als een nieuwe huurder in de woning trekt. Voor huurders die niet verhuizen viel de gemiddelde huurverhoging lager uit: 1,8 procent. De gemiddelde huurstijging kwam uit op 2,3 procent.

Huurstijging en bewonerswisseling
X-axis EN2013 (%)2014 (%)2015 (%)2016 (%)2017 (%)2018 (%)
Bij bewonerswisseling15,614,59,98,67,49,1
Exclusief bewonerswisseling3,93,71,91,41,21,8
Inclusief bewonerswisseling4,74,42,41,91,62,3

Grootste huurstijging in grote steden

De grootste huurstijgingen werden dit jaar gemeten in Amsterdam. Daar gingen de huren gemiddeld 2,9 procent omhoog. In Den Haag en Utrecht is de stijging 2,8 procent. Rotterdam blijft weinig achter met 2,7 procent huurstijging.

De huurstijging in de vier grote steden draagt er ook aan bij dat de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht de provincies zijn met de sterkste huurstijgingen. De huurstijging was in 2018 met 1,1 procent het laagst in Drenthe.

De regionale verschillen worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door verschillen in huurstijging bij bewonerswisselingen. De invloed van de extra verhoging van de huren bij bewonerswisseling bedraagt 0,9 procentpunt in Utrecht, en 0,8 procentpunt in Amsterdam en Den Haag, maar is nul in Drenthe.

Gemiddelde huurstijging per 1 juli 2018, provincies, vier grote steden en liberalisatie
X-as labelExclusief bewonerswisseling (%-mutatie t.o.v. een jaar eerder)Effect bewonerswisseling (%-mutatie t.o.v. een jaar eerder)
Amsterdam2,10,8
Den Haag20,8
Utrecht1,90,9
Rotterdam2,10,6
Noord-Holland20,6
Zuid-Holland20,5
Utrecht1,80,6
Friesland1,70,6
Gelderland1,80,4
Overijssel1,70,5
Noord-Brabant1,70,4
Flevoland1,70,2
Groningen1,60,3
Limburg1,50,3
Zeeland1,40,3
Drenthe1,10
Sociale woningen woningcorporaties1,40,3
Overige gereguleerde huurwoningen2,90,4
Geliberaliseerde markt1,91,1
Nederland1,80,5