Welke branches vallen onder de sector zorg en welzijn?

De sector zorg en welzijn binnen het AZW programma bestaat uit 10 branches:

  • Universitair medische centra
  • Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg
  • Geestelijke gezondheidszorg
  • Huisartsen en gezondheidscentra
  • Overige zorg en welzijn
  • Verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT)
  • Gehandicaptenzorg
  • Jeugdzorg
  • Sociaal werk (SW)
  • Kinderopvang (inclusief peuterspeelzaalwerk)

Gezondheids- en welzijnszorg omvat:

  • Behandeling in algemene en gespecialiseerde ziekenhuizen
  • Geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg, eventueel in combinatie met overnachting
  • Behandeling door medische en paramedische praktijken
  • Ondersteunende activiteiten voor de gezondheidszorg, door bijvoorbeeld laboratoria en ambulancediensten
  • Verpleging, verzorging of begeleiding met huisvesting door bijvoorbeeld verpleeg- en verzorgingshuizen of via begeleid wonen
  • Welzijnszorg, zoals thuiszorg, lokaal welzijnswerk en hulp aan gehandicapten en ouderen; kinderopvang.

De branche verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) is onderverdeeld in de subbranches verpleging en verzorging (VV) en thuiszorg (TZ).
De branche sociaal werk is onderverdeeld in de subbranches maatschappelijke opvang met overnachting, welzijn breed, maatschappelijk werk en sociaal werk overig.

Het programma Arbeidsmarkt zorg en welzijn maakt ook nog onderscheid in een brede en een smalle definitie. Zorg en welzijn (breed) is een samentelling van de tien afzonderlijke branches die samen het terrein van de zorg en welzijn beschrijven. Zorg en welzijn (smal) is een samentelling van diezelfde branches, maar dan zonder de branche kinderopvang.