‘Innoveren is experimenteren’

/ Auteur: Miriam van der Sangen
Tjark Tjin-A-Tsoi is sinds bijna twee jaar de Directeur-Generaal van CBS. In die periode heeft CBS een fiks aantal vernieuwingsslagen gemaakt op basis van een strategische agenda voor de ontwikkeling van CBS, ook wel het tienpuntenplan genoemd. Ook heeft CBS onlangs de award ‘Overheidsorganisatie van het jaar’ gewonnen. Tijd voor een gesprek. 

Wat houdt het tienpuntenplan precies in?

Het tienpuntenplan is het overzicht van de belangrijkste prioriteiten van CBS voor de komende jaren. Het is tot stand gekomen na uitvoerige consultatie van met name medewerkers, gebruikers van onze data en andere stakeholders. Ook de Centrale Commissie voor de Statistiek (CCS), die onder andere het statistische programma van CBS vaststelt, was hier nauw bij betrokken. De strategische prioriteiten zijn vooral gericht op de buitenwereld, de gebruikers. Een ander deel gaat over interne veranderingen. Het gaat daarbij om zaken zoals efficiënter en effectiever werken, een moderner personeelsbeleid, investeringen in IT en de inhoud van de statistiekvoorziening. Omdat dikke strategische documenten vaak nauwelijks worden gelezen, hebben we het allemaal gecomprimeerd tot een grafische presentatie met een aantal kernwoorden, deels beeldspraak, die op verschillende plekken in de gebouwen van CBS aan de muren hangt.’

Eén van de punten in de strategische agenda is meer fenomeengerichte statistiek. Wat bedoelt u daarmee?

‘Complexe maatschappelijke fenomenen zijn niet in kaart te brengen met slechts één indicator. Door één indicator te gebruiken loop je het gevaar de complexe werkelijkheid overmatig te simplificeren. Bovendien is de keuze die wordt gemaakt voor een indicator en de daarbij horende definitie nooit waardevrij, omdat die is opgebouwd uit talloze aannames en keuzes. Een liefhebber van sportauto’s zal misschien vooral kijken naar het acceleratievermogen, terwijl iemand anders het brandstofverbruik van een auto mogelijk erg belangrijk vindt. Het zijn beide aspecten van het fenomeen auto, maar in isolement geven ze een eenzijdig beeld. Dat geldt in meer of mindere mate voor alle indicatoren. Zo is het ook beter om maatschappelijke fenomenen vanuit verschillende invalshoeken in kaart te brengen, dat wil zeggen meerdere indicatoren in samenhang te rapporteren. Daardoor krijgt de gebruiker niet één invalshoek te zien, maar juist een breder beeld: een ‘dashboard’ dat je inzichtelijk kunt maken met innovatieve datavisualisatiemethoden. Neem bijvoorbeeld de zogenaamde ‘conjunctuurklok’, of het kwartaalbericht over de arbeidsmarkt, dat we  aanzienlijk hebben verbreed door ook andere indicatoren op te nemen. Daarin wordt onder andere het aantal werkzoekenden, de langdurige werkloosheid, het aantal vacatures, het aantal toetreders tot de arbeidsmarkt en het aantal mensen dat de arbeidsmarkt verlaat, meer in samenhang in kaart gebracht.’

In uw tienpuntenplan onderstreept u ook de vraag- en hypothesegerichte statistiekvoorziening. Wat bedoelt u hiermee?

‘De samenleving, de politiek, de pers, de wetenschap – of meer algemeen de mensen die een beslissing moeten nemen of die gewoon iets willen weten – hebben behoefte aan statistiek die hen in staat stelt vragen te beantwoorden over belangrijke maatschappelijke fenomenen en zo inzicht te verwerven. Vaak komt dit in essentie neer op het testen van hypothesen aan de hand van data. Maar dan moet CBS wel de data verzamelen die nodig zijn om dit mogelijk te maken. Dat is helaas niet altijd het geval. Om een belangrijke vraag te beantwoorden – bijvoorbeeld over ongelijkheid – zijn data nodig waarover CBS momenteel niet beschikt, omdat die niet worden waargenomen. Een bekend voorbeeld is dat CBS tot op heden de spaartegoeden in onder andere spaarhypotheken niet kan waarnemen (dat zal binnenkort wel het geval zijn, red.). CBS of gebruikers van CBS-data kunnen over het betreffende thema in zo een geval slechts een partieel antwoord geven op de belangrijke vragen. Het is als vissen met een net dat niet fijnmazig genoeg is om vissen te vangen. Ook ontstaan er steeds nieuwe vragen en hypothesen. Denk bijvoorbeeld aan de verschuivingen die plaatsvinden in de retailwereld op dit moment of de instroom van vluchtelingen. Dit is wat bedoeld wordt met een vraag- en hypothesegerichte aanpak: bedenk welke data nodig zijn om de prangende maatschappelijke vragen van de politiek, de wetenschap, de pers en de samenleving te helpen beantwoorden, dan wel de verschillende hypothesen die rondzweven te testen. En als deze zijn verzameld, reik ze dan in samenhang aan de gebruikers aan, zodat zij conclusies kunnen trekken en eventueel actie kunnen ondernemen.’

‘De betrouwbaarheid van de CBS-cijfers is immers een van de hoogste – zo niet de hoogste – kernwaarden van onze organisatie’

Is wat u hier vertelt ook wat u in het tienpuntenplan ‘technisch duiden’ noemt?

‘Ja. Met technisch duiden bedoel ik daarnaast ook dat we in berichten meer moeten laten zien van de onderliggende data, bijvoorbeeld per regio, sector of demografische groep. Zeer geaggregeerde macro-indicatoren leveren vaak wel interessante weetjes op, maar in praktische zin geven ze beleidsmakers en andere beslissers weinig informatie waar ze iets mee kunnen. Het aggregatieniveau is dan te hoog. Een zekere mate van uitsplitsing levert dan veel meer informatie op. De economie als geheel kan wel groeien, maar sommige sectoren krimpen misschien. Welke groeien, welke krimpen? De werkloosheid in Nederland kan wel dalen, maar misschien stijgt zij wel in bepaalde regio’s en demografische groepen. Ook kun je objectief vaststellen in welke mate een daling het gevolg is van veranderingen in het aantal werkenden, of van de netto veranderingen in de beroepsbevolking, etc. Het presenteren van dergelijke onderliggende data die meer inzicht verschaffen, is wat bedoeld wordt. Daarnaast kan onbekendheid met de gehanteerde definities leiden tot misinterpretatie van de CBS-informatie. Goede voorlichting over de definitie en betekenis van de indicatoren die CBS gebruikt achten we nuttig en noodzakelijk, juist om misinterpretaties en politieke inkleuring van het gebruik van statistieken te voorkomen. Hiermee vergroten we ook de bruikbaarheid en de waarde van de statistiekvoorziening.’

Zijn er ook vormen van duiden die niet bij de rol van CBS passen?

‘Ja, en hier moet CBS scherp op zijn. Nog scherper. CBS moet niet speculeren, of speculaties verkopen als feiten, geen causale verbanden leggen die niet intrinsiek en onweerlegbaar volgen uit de data, geen subjectieve meningen verkondigen en wegblijven van suggestieve formuleringen. CBS moet de data presenteren, in samenhang en zoveel mogelijk volledig. Ook doet CBS op enkele uitzonderingen na  - bijvoorbeeld de bevolkingsprognose - geen prognoses of beleidsverkenningen. Dat laatste doen de planbureaus CPB, SCP en PBL wel.’

De meest gekoesterde kernwaarden van CBS zijn kwaliteit en betrouwbaarheid. Hoe komen die terug in het tienpuntenplan?

‘Het verbeteren van de kwaliteit is een van de topprioriteiten van onze strategische agenda. De betrouwbaarheid van de CBS-cijfers is immers een van de hoogste - zo niet de hoogste - kernwaarden van onze organisatie. En dat blijft zo. Zo wordt dat ook gevoeld door de medewerkers die hier werken. Het commitment dat ik iedere dag zie bij de collega’s is één van de belangrijkste redenen waarom ik er zo trots op ben bij deze organisatie te werken.’ 

Op welke manieren investeert CBS op het gebied van kwaliteit?

‘Dat gebeurt op een aantal fronten. Zo staat het vergroten van de betrouwbaarheid van onze data hoog op de agenda mede om bijstellingen te verkleinen. Ook is besloten om voor de belangrijkste productieprocessen een ISO-certificaat te behalen. CBS is één van de eerste statistische bureaus ter wereld dat dit doet. Inmiddels is het eerste certificaat al behaald. Ook wordt sterk ingezet op het verder automatiseren van een aantal bewerkingen en voorzien in protocollen om operationele risico’s te beheersen. In aanvulling hierop kan ik melden dat CBS vorig jaar met goed gevolg een privacy audit heeft doorlopen.’

U heeft in een interview met Het Financieele Dagblad gezegd dat CBS minder bang moet zijn om fouten te maken. Wat bedoelt u daarmee?

‘Innoveren is onmogelijk als je niet toestaat dat er ook eens wat mislukt. Innoveren is experimenteren. En innoveren is voor een organisatie als CBS zeer belangrijk, of het nu gaat om het produceren van steeds nauwkeurigere statistieken – tegen steeds minder kosten en met steeds minder administratieve lasten voor bedrijven en burgers – of het experimenteren met nieuwe methoden om statistieken te presenteren. Ik zal altijd een organisatiecultuur nastreven, waarin experimenten, initiatief en creativiteit worden beloond en medewerkers de ruimte voelen om dingen te proberen.Ten aanzien van de reguliere statistiekproductie zelf blijven uiteraard onwrikbaar de hoogste kwaliteitsnormen gelden. In dat kader laat ik me altijd inspireren door bijvoorbeeld vliegtuigbouwers; dat zijn zeer innovatieve technologiebedrijven en tegelijkertijd gelden er voor de productie van hun eindproduct de meest stringente kwaliteitseisen.’

Een andere prioriteit uit het tienpuntenplan is het neerzetten van een ‘moderne nieuwsorganisatie’. Waarom is dat een prioriteit?

‘Zoals gezegd, het produceren van statistieken is geen doel op zich. Het is vooral de bedoeling dat de cijfers daadwerkelijk gebruikt worden door de samenleving. En dat vereist maatschappijgerichte communicatie. CBS heeft als taak voor alle belangrijke maatschappelijke fenomenen statistieken te maken, van economische groei tot belevingsonderzoeken. Voor deze statistieken bestaat bij de politiek, de media, de wetenschap en de samenleving in brede zin belangstelling. Voor de nieuwsmedia zitten de onderzoeken van CBS vaak vol met interessante nieuwsfeiten. Als we onze nieuwsfeiten op een gebruiksvriendelijke en eigentijdse manier aanreiken, worden ze beter en intensiever gebruikt. En daar streven we dus ook naar, want wat CBS de samenleving te bieden heeft is van grote waarde. Om die reden heeft CBS de professionalisering van de communicatie- en nieuwsfunctie prioriteit gegeven. De verandering betrof voornamelijk de manier van werken, want CBS beschikte al jaren over een groep ervaren redacteuren. Het resultaat is onder andere dat in een jaar tijd het aantal keren dat in de media verwezen werd naar statistieken van CBS zeer sterk is toegenomen. Op social media maken inmiddels zeer veel Nederlanders gebruik van onze berichten.’

Wil CBS zich ontwikkelen tot een concurrent van de nieuwsmedia?

‘Nee. CBS is en blijft een toeleverancier van de nieuwsmedia. De nieuwsmedia zijn zeer belangrijke gebruikers van onze informatie. Dat zal naar mijn mening altijd zo blijven. Het nieuws dat verpakt zit in CBS-onderzoeken wordt overwegend door de nieuwsmedia verwerkt, geïnterpreteerd en naar de eindgebruikers van dat nieuws gebracht. Nieuwsmedia kunnen onze informatie in een breder kader plaatsen en nader onderzoek doen op basis van andere bronnen. Zij kunnen het feitelijke materiaal dat CBS aanlevert verrijken en ze hebben ook een veel groter bereik dan CBS. Juist daarom is het zo belangrijk dat CBS de werkwijzen en processen van de nieuwsmedia goed kent en dat men ons gemakkelijk weet te vinden. Om die reden vond ik het ook van belang om voor onze communicatieafdeling een leidinggevende aan te trekken die de wereld van de nieuwsmedia goed kent en die onze communicatie- en nieuwsfunctie kan moderniseren en professionaliseren.’

‘Zowel het kabinet als de Tweede Kamer hebben aangegeven zwaar te hechten aan de onafhankelijkheid van CBS’

Net als andere overheidsorganisaties ontkomt ook CBS niet aan forse bezuinigingen. Hoe vangt de organisatie die op?

‘De productie van ons statistisch programma zoals vastgelegd in het jaarplan – ook het deel dat is verplicht gesteld als gevolg van EU-regelgeving – wordt gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken. Die financiering is in de afgelopen jaren als gevolg van rijksbrede bezuinigingen echter fors teruggelopen en neemt de komende jaren nog verder af. Ondertussen hebben we een aantal interne uitdagingen: allereerst de noodzakelijke investeringen in de IT-organisatie en –infrastructuur. Een tweede uitdaging is ons personeelsbestand met een hoge gemiddelde leeftijd. Kennistekorten als gevolg van pensionering van medewerkers willen we opvangen door het vergroten van de inzetbaarheid van medewerkers, het bevorderen van de interne mobiliteit en het binnenhalen van nieuw toptalent om de nieuwe uitdagingen aan te gaan, zoals werken met big data. Een deel van de bezuinigingen wordt – net als in het verleden – opgevangen door proces-redesign en innovatie. Wij maken de processen op systematische wijze efficiënter met behulp van de bekende methodologie Lean Six Sigma. Verder implementeren we innovatieve dataverzamelingsmethoden en statistiekprocessen. Daardoor dalen de kosten en kan met minder middelen hetzelfde gerealiseerd worden. Echter, de bezuinigingen impliceren wel dat de financiering van een deel van de statistieken komt te vervallen. Het niet-verplichte statistiekprogramma moet dus verder inkrimpen, tenzij er toch financiering wordt gevonden.’

CBS genereert een deel – ongeveer 15 procent - van zijn inkomsten door ‘maatwerk’. Dit deel van de inkomsten is in de afgelopen jaren flink gestegen. Kunt u daar iets meer over vertellen?

‘Dit betreft specifieke statistieken waar ministeries, provincies, gemeenten en planbureaus behoefte aan hebben. Meestal ontstaat die behoefte bij beleidsvorming of bij het monitoren van de gevolgen van beleid, zodat kan worden bijgestuurd. Voorbeelden zijn statistieken over de decentralisatie, statistieken die ongelijkheid gedetailleerder in kaart brengen, statistieken die openstaande vragen over zzp’ers kunnen helpen beantwoorden, of statistieken over migratiestromen. Naar aanleiding van grote maatschappelijke vraagstukken of ontwikkelingen, ontstaan er vaak vragen waar het generieke statistiekprogramma niet voldoende inzicht in geeft. Aldus ontstaat behoefte aan meer fijnmazige statistiek of eenmalige onderzoeken. De additionele kosten die CBS maakt, krijgt CBS vergoed en de resultaten zijn openbaar en voor iedereen beschikbaar. Gezien de grote en groeiende vraag naar maatwerk bij overheden en om een meerjaren financiële planning en capaciteitsplanning te kunnen maken, hebben we een inschatting gemaakt van het te verwachten volume. We verwachten dat het zal kunnen uitkomen op ongeveer een kwart van het totale budget in 2019.’

Er ligt momenteel een wetsvoorstel in de Tweede Kamer waarin de CCS wordt afgeschaft. Wat vindt u daarvan?

‘Naar mijn mening heeft de statistiekvoorziening een commissie nodig die het statistisch programma en het functioneren van CBS beoordeelt en daarover adviseert. Naar ik heb begrepen, is dit ook de mening van het kabinet en van de Tweede Kamer. Zowel het kabinet als de Tweede Kamer hebben daarnaast aangegeven zwaar te hechten aan de onafhankelijkheid van CBS. Dat wil zeggen: er mag geen sprake zijn van politieke of andere beïnvloeding. Hoe belangrijk dit is, hebben we kunnen zien tijdens de crisis in Griekenland. De Directeur-Generaal van CBS is daarom een Zelfstandig Bestuursorgaan. Er zijn rond de statistiekvoorziening momenteel echter twee Zelfstandige Bestuursorganen (de CCS en de Directeur-Generaal, red.) en in het wetsvoorstel blijft er nog maar één over. De politieke discussie in de Tweede Kamer gaat onder andere over de vraag hoe de adviesraad geregeld moet worden, in de wet of anders. Ik wacht die politieke discussie rustig af. Als het niet in de wet geregeld wordt, zal ik zelf een dergelijke raad instellen, inclusief een bestuursreglement dat aan de minister zal worden voorgelegd en dat ik openbaar zal maken.’

Over Tjark Tjin-A-Tsoi

Tjark Tjin-A-Tsoi (1966) werd op 1 april 2014 benoemd tot Directeur-Generaal van CBS. Tot die datum was hij algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Daarvoor werkte hij onder meer bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Ernst & Young, de Rabobank en Shell. Hij is afgestudeerd en gepromoveerd in de theoretische fysica aan de Universiteit van Amsterdam.