Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2025

Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2025

Wijken en buurten Perioden Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Personen per soort uitkering Werkloosheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Bijstandsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering AOW-uitkering (aantal) Personen per soort uitkering, relatief Werkloosheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Bijstandsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Arbeidsongeschiktheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief AOW-uitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Inwoners Inwoners vanaf 15 jaar (aantal) Inwoners Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd (aantal) Inwoners Inwoners vanaf de AOW-leeftijd (aantal)
Laag Boskoop 2025 maart Alphen aan den Rijn 0 0 20 110 1 0 3 21 510 410 110
Laag Boskoop 2025 juni Alphen aan den Rijn 0 0 20 110 1 0 3 21 510 400 110
Klein Zwitserland-Laag 2025 maart Amersfoort 10 40 50 110 1 6 7 16 670 560 110
Klein Zwitserland-Laag 2025 juni Amersfoort 10 40 50 110 1 6 7 16 670 570 110
Laag Berg en Dal 2025 maart Berg en Dal 20 30 50 400 2 2 4 31 1.300 900 400
Laag Berg en Dal 2025 juni Berg en Dal 20 30 50 420 1 2 4 31 1.370 950 420
Laageind 2025 maart Bodegraven-Reeuwijk 0 0 0 30 0 1 3 24 110 80 30
Laageind 2025 juni Bodegraven-Reeuwijk 0 0 0 30 0 1 2 22 110 90 30
Laag-Keppel 2025 maart Bronckhorst 0 0 10 150 0 0 2 37 400 250 150
Laag-Keppel 2025 juni Bronckhorst 0 0 10 150 1 0 3 37 400 250 150
Wijk 11 laag Dalem 2025 maart Gorinchem 60 40 310 1.100 1 1 5 17 6.640 5.540 1.110
Wijk 11 laag Dalem 2025 juni Gorinchem 60 40 310 1.110 1 1 5 17 6.620 5.510 1.120
Laag Dalem I 2025 maart Gorinchem 20 20 100 410 1 1 6 23 1.780 1.360 420
Laag Dalem I 2025 juni Gorinchem 20 20 90 420 1 1 5 24 1.770 1.350 420
Laag Dalem II 2025 maart Gorinchem 20 10 120 400 1 0 5 19 2.120 1.720 400
Laag Dalem II 2025 juni Gorinchem 20 10 120 390 1 1 5 19 2.110 1.720 390
Laag Dalem Oost 2025 maart Gorinchem 20 10 80 250 1 0 4 12 2.100 1.850 250
Laag Dalem Oost 2025 juni Gorinchem 20 10 80 260 1 0 4 12 2.080 1.830 260
Laag Dalem Zuid 2025 maart Gorinchem 10 0 10 40 1 0 2 6 650 610 40
Laag Dalem Zuid 2025 juni Gorinchem 0 0 10 50 1 0 2 7 660 610 50
Koningslaagte 2025 maart Groningen 0 0 0 20 0 0 2 27 60 50 20
Koningslaagte 2025 juni Groningen 0 0 0 20 0 0 2 29 60 40 20
Slaaghwijk 2025 maart Leiden 20 370 240 490 1 10 7 13 3.620 3.130 490
Slaaghwijk 2025 juni Leiden 30 380 240 490 1 10 6 14 3.620 3.130 500
Prinsenhof laag 2025 maart Leidschendam-Voorburg 10 10 40 390 1 1 4 42 930 540 390
Prinsenhof laag 2025 juni Leidschendam-Voorburg 10 10 40 390 1 1 4 42 930 540 390
Laaghalen 2025 maart Midden-Drenthe 0 0 0 30 2 1 3 28 90 60 30
Laaghalen 2025 juni Midden-Drenthe 0 0 0 30 0 1 3 27 90 70 30
Buitengebied-Laag-Blokland 2025 maart Molenlanden . . . . . . . . 0 0 0
Buitengebied-Laag-Blokland 2025 juni Molenlanden . . . . . . . . 0 0 0
Laagraven 2025 maart Nieuwegein 0 0 0 10 0 0 2 6 200 180 10
Laagraven 2025 juni Nieuwegein 0 0 0 10 0 0 1 7 200 190 20
Buitengebied Laagraven 2025 maart Nieuwegein . . . . . . . . 40 20 10
Buitengebied Laagraven 2025 juni Nieuwegein . . . . . . . . 30 20 10
Buitengebied het Laag Heemaal 2025 maart Oss 0 0 0 20 0 0 2 10 170 150 20
Buitengebied het Laag Heemaal 2025 juni Oss 0 0 0 20 0 0 2 12 160 140 20
Laag Zuthem 2025 maart Raalte 0 40 20 100 0 6 4 16 610 510 100
Laag Zuthem 2025 juni Raalte 0 40 20 100 0 6 4 16 620 520 100
Laag Zuthem Kern 2025 maart Raalte 0 0 20 60 0 0 4 15 360 310 60
Laag Zuthem Kern 2025 juni Raalte 0 0 20 60 0 0 4 16 370 310 60
Buitengebied Laag Zuthem 2025 maart Raalte 0 40 10 40 1 15 3 17 250 200 40
Buitengebied Laag Zuthem 2025 juni Raalte 0 40 10 40 0 15 3 18 250 200 40
Laag-Soeren 2025 maart Rheden 10 10 70 210 1 1 10 29 740 520 210
Laag-Soeren 2025 juni Rheden 10 10 70 220 1 1 9 29 740 520 220
Verspreide huizen bosgebied Laag Soeren 2025 maart Rheden 0 0 0 40 1 0 3 40 90 60 40
Verspreide huizen bosgebied Laag Soeren 2025 juni Rheden 0 0 0 40 1 0 3 38 90 60 40
De Mors en Plaagslagen 2025 maart Rijssen-Holten 0 0 10 50 0 0 3 16 300 250 50
De Mors en Plaagslagen 2025 juni Rijssen-Holten 0 0 10 50 0 0 4 16 300 250 50
Laageinde 2025 maart Waalwijk 50 130 260 600 1 4 8 19 3.190 2.580 610
Laageinde 2025 juni Waalwijk 30 130 270 600 1 4 8 19 3.180 2.580 600
Rhederlaag 2025 maart Zevenaar 0 10 10 30 4 7 13 27 90 70 30
Rhederlaag 2025 juni Zevenaar 0 10 10 30 3 7 13 28 90 60 30
Waterbuurt laag 2025 maart Zoetermeer 10 10 40 340 1 1 4 31 1.130 780 340
Waterbuurt laag 2025 juni Zoetermeer 10 10 40 350 1 1 3 31 1.130 780 350
Bossenbuurt laag 2025 maart Zoetermeer 10 70 80 160 1 7 9 18 920 750 160
Bossenbuurt laag 2025 juni Zoetermeer 10 70 80 160 1 8 9 18 920 760 160
Esse Laag 2025 maart Zuidplas 30 30 60 330 1 2 3 18 1.850 1.530 330
Esse Laag 2025 juni Zuidplas 20 30 60 330 1 2 3 18 1.850 1.520 330
Esse Zoom Laag 2025 maart Zuidplas 10 10 20 30 1 0 2 2 1.290 1.260 30
Esse Zoom Laag 2025 juni Zuidplas 10 10 20 30 1 1 2 2 1.290 1.270 30
Harculo en Hoog-Zuthem 2025 maart Zwolle 0 0 50 160 1 0 10 35 450 300 160
Harculo en Hoog-Zuthem 2025 juni Zwolle 0 0 50 160 0 0 10 34 450 300 160
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering per gemeente, wijk en buurt (indeling 2025). Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom en bijstand. Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meerdere uitkeringen.

Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).

Gegevens beschikbaar vanaf: maart 2025.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2025 zijn definitief

Wijzigingen per: 2 december 2025.
De cijfers ultimo maart 2025 zijn definitief geworden.
Toegevoegd zijn de definitieve cijfers ultimo juni 2025

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers komen in: februari 2026

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Personen per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ouderdomsuitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW).
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.
Personen per soort uitkering, relatief
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet, Bijstandswet, Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Ouderdomswet in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder per regio.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een bijstandsuitkering in het kader van de Participatiewet (PW) ontvangt in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de Wsw.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.
Inwoners
Het aantal inwoners van een gemeente, wijk en buurt.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.
Inwoners vanaf 15 jaar
Het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf 15 jaar tot de AOW-leeftijd.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.
Inwoners vanaf de AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf de AOW-leeftijd.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.