Arbeidsdeelname; wijken en buurten, 2023

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Geslacht Leeftijd Wijken en buurten Arbeidsdeelname Beroeps- en niet-beroepsbevolking (aantal) Arbeidsdeelname Werkzame beroepsbevolking (aantal) Arbeidsdeelname Netto arbeidsparticipatie (%) Positie in de werkkring Werknemer Werknemer (% van de werkzame bevolking) Positie in de werkkring Werknemer Werknemer met vaste arbeidsrelatie (% van de werkzame bevolking) Positie in de werkkring Werknemer Werknemer met flexibele arbeidsrelatie (% van de werkzame bevolking) Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfstandige (% van de werkzame bevolking ) Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfstandige zonder personeel (zzp) (% van de werkzame bevolking) Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfst. met personeel en meew. gezinslid (% van de werkzame bevolking)
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar Tweede Tol 280 230 81 73 51 23 27 22 5
Tweede woonwijk 3.810 2.860 75 83 55 28 17 14 3
15 tot 25 jaar Tweede Tol 40 30 . . . . . . .
Tweede woonwijk 580 450 78 97 14 83 3 3 0
25 tot 45 jaar Tweede Tol 80 70 . . . . . . .
Tweede woonwijk 990 880 89 85 58 27 15 12 3
25 tot 35 jaar Tweede Tol 40 40 . . . . . . .
Tweede woonwijk 540 480 88 87 54 32 13 10 3
35 tot 45 jaar Tweede Tol 40 30 . . . . . . .
Tweede woonwijk 450 400 89 83 63 20 17 13 4
45 tot 55 jaar Tweede Tol 60 60 . . . . . . .
Tweede woonwijk 650 570 87 82 69 13 18 13 5
45 tot 75 jaar Tweede Tol 160 120 75 . . . . . .
Tweede woonwijk 2.240 1.540 69 77 65 12 23 18 5
55 tot 65 jaar Tweede Tol 60 50 . . . . . . .
Tweede woonwijk 1.040 820 79 79 68 10 21 17 4
65 tot 75 jaar Tweede Tol 40 10 . . . . . . .
Tweede woonwijk 550 150 27 48 28 20 52 46 6
Mannen 15 tot 75 jaar Tweede Tol 150 130 83 . . . . . .
Tweede woonwijk 1.900 1.510 79 79 53 26 21 16 5
15 tot 25 jaar Tweede Tol 20 20 . . . . . . .
Tweede woonwijk 320 240 76 96 15 81 4 4 0
25 tot 45 jaar Tweede Tol 40 40 . . . . . . .
Tweede woonwijk 500 460 92 80 58 23 20 15 5
25 tot 35 jaar Tweede Tol 20 20 . . . . . . .
Tweede woonwijk 270 250 91 81 53 28 19 14 5
35 tot 45 jaar Tweede Tol 20 20 . . . . . . .
Tweede woonwijk 220 210 93 80 64 16 20 15 5
45 tot 55 jaar Tweede Tol 30 30 . . . . . . .
Tweede woonwijk 300 280 93 80 69 10 20 15 5
45 tot 75 jaar Tweede Tol 90 70 . . . . . . .
Tweede woonwijk 1.080 810 74 74 62 11 26 21 5
55 tot 65 jaar Tweede Tol 30 30 . . . . . . .
Tweede woonwijk 490 420 86 76 67 8 24 19 5
65 tot 75 jaar Tweede Tol 30 10 . . . . . . .
Tweede woonwijk 290 110 36 . . . . . .
Vrouwen 15 tot 75 jaar Tweede Tol 130 100 . . . . . . .
Tweede woonwijk 1.910 1.360 71 86 56 30 14 11 3
15 tot 25 jaar Tweede Tol 20 20 . . . . . . .
Tweede woonwijk 260 210 80 97 11 86 3 2 1
25 tot 45 jaar Tweede Tol 40 30 . . . . . . .
Tweede woonwijk 490 420 85 90 59 31 10 9 1
25 tot 35 jaar Tweede Tol 20 20 . . . . . . .
Tweede woonwijk 270 230 85 93 56 37 7 6 1
35 tot 45 jaar Tweede Tol 20 20 . . . . . . .
Tweede woonwijk 220 190 85 86 62 24 14 12 2
45 tot 55 jaar Tweede Tol 30 20 . . . . . . .
Tweede woonwijk 350 290 82 85 68 16 15 12 3
45 tot 75 jaar Tweede Tol 70 50 . . . . . . .
Tweede woonwijk 1.160 730 63 81 67 14 19 16 3
55 tot 65 jaar Tweede Tol 30 20 . . . . . . .
Tweede woonwijk 550 400 74 82 70 12 18 15 3
65 tot 75 jaar Tweede Tol 20 0 . . . . . . .
Tweede woonwijk 260 40 16 . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname en de positie in de werkkring van de werkzame beroepsbevolking in Nederland op wijk- en buurtniveau. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. Van de bevolking van 15 tot 75 jaar (excl. de institutionele bevolking) wordt het aantal en het percentage weergegeven dat behoort tot de werkzame beroepsbevolking. Voor de bevolking met betaald werk wordt het percentage werknemers en zelfstandigen weergegeven. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht en leeftijd beschikbaar. De indeling naar wijken en buurten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2023.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2023

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 december 2025:
De voorlopige cijfers zijn vervangen door definitieve.

Wijzigingen per 9 september 2025:
Abusievelijk waren in de vorige versie van deze tabel de cijfers voor zelfstandigen zonder personeel (zzp) en zelfstandigen met personeel en meewerkende gezinsleden omgedraaid op buurtniveau. Dat is in deze versie gecorrigeerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De voorlopige cijfers over 2024 zijn in december 2025 gepubliceerd in een nieuwe tabel.

Toelichting onderwerpen

Arbeidsdeelname
Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Positie in de werkkring
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
Werknemer met vaste arbeidsrelatie
Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd én een vast aantal uren per week.
Werknemer met flexibele arbeidsrelatie
Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd óf een flexibel aantal uren per week.

Tot de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie behoren:
- Werknemer tijdelijk, uitzicht op vast
- Werknemer tijdelijk >=1 jaar
- Werknemer tijdelijk <1 jaar
- Oproep/-invalkracht
- Uitzendkracht
- Werknemer flex, contract onbekend.
Zelfstandige
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.
Zelfstandige zonder personeel (zzp)
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer) of als directeur-grootaandeelhouder (dga) en die geen personeel in dienst heeft. Overige zelfstandigen worden ook tot de zelfstandigen zonder personeel gerekend.
Zelfst. met personeel en meew. gezinslid
Deze categorie is een samentelling van zelfstandigen met personeel en meewerkende gezinsleden.

Een zelfstandige zonder personeel is een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer) of als directeur-grootaandeelhouder (dga) en die personeel in dienst heeft.

Een meewerkend gezinslid is een persoon die zonder schriftelijke overeenkomst arbeid verricht in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid.