Wmo-cliënten; reden beëindiging ondersteuning, regio

Wmo-cliënten; reden beëindiging ondersteuning, regio

Reden beëindiging Regio's Perioden Wmo-cliënten (aantal) Wmo-cliënten per 1 000 inwoners (per 1 000 inwoners)
Voortz. in de sociale basisondersteuning Nuenen, Gerwen en Nederwetten 1e halfjaar 2025* . .
Voortzetting in Zorgverzekeringswet Nuenen, Gerwen en Nederwetten 1e halfjaar 2025* . .
Voortzetting in Wet Langdurige Zorg Nuenen, Gerwen en Nederwetten 1e halfjaar 2025* . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel wordt het aantal cliënten met een beëindigde maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) getoond. De cijfers zijn per gemeente beschikbaar en kunnen worden uitgesplitst naar reden beëindiging. Niet van elk beëindigde maatwerkvoorziening is de reden van beëindiging bekend.
Deze tabel is samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.

In deze tabel is overgegaan op een verbeterde verwerkingsmethode. Als gevolg hiervan kan het aantal cliënten met een beëindigde maatwerkvoorziening verschillen per gemeente. De cijfers zijn door de wijzigingen minder goed te vergelijken met de voorgaande tabel (zie paragraaf 3, link 'Archief').

Door de verbeterde methode is het aantal cliënten met een beëindigde maatwerkvoorziening per jaar gemiddeld afgenomen met:
- 2023 (0,10 procent)
- 2022 (1,25 procent)
- 2021 (1,50 procent)
- 2020 (0,95 procent)
- 2019 (28,86 procent)
- 2018 (36,46 procent)
- 2017 (24,61 procent)
Per halfjaar is het aantal cliënten met een beëindigde maatwerkvoorziening gemiddeld afgenomen met:
- 1e halfjaar 2023 (3,35 procent) en 2e halfjaar 2023 (1,43 procent)
- 1e halfjaar 2022 (2,57 procent) en 2e halfjaar 2022 (0,69 procent)
- 1e halfjaar 2021 (2,99 procent) en 2e halfjaar 2021 (1,08 procent)
- 1e halfjaar 2020 (1,88 procent) en 2e halfjaar 2020 (0,76 procent)
- 1e halfjaar 2019 (46,71 procent) en 2e halfjaar 2019 (23,55 procent)
- 1e halfjaar 2018 (61,55 procent) en 2e halfjaar 2018 (25,65 procent)
- 1e halfjaar 2017 (47,09 procent) en 2e halfjaar 2017 (15,49 procent)

Voor meer informatie over de wijzigingen en de gevolgen, zie de korte onderzoekbeschrijving, paragraaf 4.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2017

Status van de cijfers:
De cijfers over het eerste halfjaar van 2025 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 9 december 2025:
- De (nader) voorlopige cijfers over 2024 zijn vervangen door definitieve cijfers;
- De voorlopige cijfers over het eerste halfjaar van 2025 zijn toegevoegd;
- De cijfers over 2017 en 2018 zijn aangepast, omdat het bronbestand niet compleet was. Als gevolg hiervan is het totaal aantal cliënten in 2017 gemiddeld toegenomen met 1 procent en is het aantal cliënten in 2018 gemiddeld toegenomen met 2,5 procent. De uitwerking hiervan verschilt per gemeente.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De voorlopige cijfers over het tweede halfjaar van 2025 en heel 2025 worden in mei 2026 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Wmo-cliënten
Aantal personen met ten minste één in de verslagperiode beëindigde maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Wmo-cliënten per 1 000 inwoners
Aantal personen met ten minste één in de verslagperiode beëindigde maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), uitgedrukt per 10 000 inwoners.