Wmo-gebruik; aantal maatwerkvoorzieningen, regio
Aantal maatwerkvoorzieningen | Regio's | Perioden | Wmo-cliënten en huishoudens Cliënten met maatwerkvoorzieningen (aantal) | Wmo-cliënten en huishoudens Huishoudens met maatwerkvoorzieningen (aantal) | Wmo-cliënten en huishoudens (0/00) Cliënten met maatwerkvoorzieningen (per 1 000 inwoners) | Wmo-cliënten en huishoudens (0/00) Huishoudens met maatwerkvoorzieningen (per 1 000 huishoudens) |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Alkmaar | 2024* | 7.610 | 7.190 | 68 | 130 |
Totaal | Almere | 2024* | 9.500 | 9.050 | 42 | 91 |
Totaal | Amersfoort | 2024* | 10.990 | 9.975 | 68 | 133 |
1 maatwerkvoorziening | Alkmaar | 2024* | 4.455 | 3.955 | 40 | 71 |
1 maatwerkvoorziening | Almere | 2024* | 6.310 | 5.760 | 28 | 58 |
1 maatwerkvoorziening | Amersfoort | 2024* | 6.795 | 5.505 | 42 | 74 |
2 maatwerkvoorzieningen | Alkmaar | 2024* | 2.150 | 2.110 | 19 | 38 |
2 maatwerkvoorzieningen | Almere | 2024* | 2.125 | 2.070 | 9 | 21 |
2 maatwerkvoorzieningen | Amersfoort | 2024* | 2.635 | 2.620 | 16 | 35 |
3 maatwerkvoorzieningen | Alkmaar | 2024* | 680 | 705 | 6 | 13 |
3 maatwerkvoorzieningen | Almere | 2024* | 755 | 795 | 3 | 8 |
3 maatwerkvoorzieningen | Amersfoort | 2024* | 1.055 | 1.130 | 7 | 15 |
4 maatwerkvoorzieningen | Alkmaar | 2024* | 205 | 245 | 2 | 4 |
4 maatwerkvoorzieningen | Almere | 2024* | 225 | 275 | 1 | 3 |
4 maatwerkvoorzieningen | Amersfoort | 2024* | 360 | 465 | 2 | 6 |
5 maatwerkvoorzieningen | Alkmaar | 2024* | 85 | 120 | 1 | 2 |
5 maatwerkvoorzieningen | Almere | 2024* | 65 | 95 | 0 | 1 |
5 maatwerkvoorzieningen | Amersfoort | 2024* | 100 | 165 | 1 | 2 |
6 of meer maatwerkvoorzieningen | Alkmaar | 2024* | 35 | 60 | 0 | 1 |
6 of meer maatwerkvoorzieningen | Almere | 2024* | 30 | 55 | 0 | 1 |
6 of meer maatwerkvoorzieningen | Amersfoort | 2024* | 40 | 90 | 0 | 1 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
In deze tabel wordt het aantal cliënten en het aantal huishoudens met één of meer maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) getoond, uitgesplitst naar het aantal voorzieningen dat zij hebben gehad. De cijfers zijn per gemeente beschikbaar.
Deze tabel is samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.
Deze tabel is de opvolger van de tabel 'Wmo-gebruik; aantal maatwerkvoorzieningen, regio, 2015-2023' (zie paragraaf 3, link Archief). In deze tabel is overgegaan op een verbeterde verwerkingsmethode. Als gevolg hiervan kan het aantal cliënten en het aantal huishoudens met één of meer maatwerkvoorzieningen verschillen per gemeente. De cijfers zijn door de wijzigingen minder goed te vergelijken met de voorgaande tabel.
Door de verbeterde methode is het aantal cliënten met een of meerdere maatwerkvoorziening(en) per jaar gemiddeld bijgesteld met:
- 2023 (+0,54 procent)
- 2022 (+0,68 procent)
- 2021 (+0,59 procent)
- 2020 (+0,29 procent)
- 2019 (+0,09 procent)
- 2018 (-2,64 procent)
- 2017 (-0,68 procent)
Per halfjaar is het aantal cliënten met een of meerdere maatwerkvoorziening(en) gemiddeld bijgesteld met:
- 1e halfjaar 2023 (+0,02 procent) en 2e halfjaar 2023 (+0,14 procent)
- 1e halfjaar 2022 (+0,20 procent) en 2e halfjaar 2022 (+0,33 procent)
- 1e halfjaar 2021 (+0,02 procent) en 2e halfjaar 2021 (+0,24 procent)
- 1e halfjaar 2020 (-0,22 procent) en 2e halfjaar 2020 (+0,03 procent)
- 1e halfjaar 2019 (-0,50 procent) en 2e halfjaar 2019 (-0,08 procent)
- 1e halfjaar 2018 (-4,90 procent) en 2e halfjaar 2018 (-0,55 procent)
- 1e halfjaar 2017 (-0,72 procent) en 2e halfjaar 2017 (-1,72 procent)
Door de verbeterde methode is het aantal huishoudens met een of meerdere maatwerkvoorziening(en) per jaar gemiddeld bijgesteld met:
- 2023 (-1,06 procent)
- 2022 (-0,91 procent)
- 2021 (-1,04 procent)
- 2020 (-1,39 procent)
- 2019 (-1,34 procent)
- 2018 (+4,17 procent)
- 2017 (+5,73 procent)
Per halfjaar is het aantal huishoudens met een of meerdere maatwerkvoorziening(en) gemiddeld bijgesteld met:
- 1e halfjaar 2023 (-0,77 procent) en 2e halfjaar 2023 (-0,73 procent)
- 1e halfjaar 2022 (-0,61 procent) en 2e halfjaar 2022 (-0,56 procent)
- 1e halfjaar 2021 (-0,79 procent) en 2e halfjaar 2021 (-0,71 procent)
- 1e halfjaar 2020 (-1,08 procent) en 2e halfjaar 2020 (-0,91 procent)
- 1e halfjaar 2019 (-1,12 procent) en 2e halfjaar 2019 (-0,90 procent)
- 1e halfjaar 2018 (+0,76 procent) en 2e halfjaar 2018 (+4,62 procent)
- 1e halfjaar 2017 (+4,54 procent) en 2e halfjaar 2017 (+3,15 procent)
Voor meer informatie over de wijzigingen en de gevolgen, zie de korte onderzoekbeschrijving, paragraaf 4.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2017
Status van de cijfers:
De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn nader voorlopig. De cijfers over het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 13 mei 2025:
- De voorlopige cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn vervangen door nader voorlopige cijfers;
- De voorlopige cijfers over het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 zijn toegevoegd;
- De cijfers over 2017 tot en met 2023 zijn teruggelegd conform de nieuwe methode en toegevoegd aan de tabel.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De definitieve cijfers over het eerste halfjaar van 2024, het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 worden in december 2025 gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Wmo-cliënten en huishoudens
- Cliënten met maatwerkvoorzieningen
- Aantal personen met één of meer maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
- Huishoudens met maatwerkvoorzieningen
- Aantal huishoudens met één of meer maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
- Wmo-cliënten en huishoudens (0/00)
- Cliënten met maatwerkvoorzieningen
- Aantal personen met één of meer maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), uitgedrukt per 1.000 inwoners.
- Huishoudens met maatwerkvoorzieningen
- Aantal huishoudens met één of meer maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), uitgedrukt per 1 000 huishoudens.