Landbouw; kerncijfers van de EU-lidstaten, nationale rekeningen

Landbouw; kerncijfers van de EU-lidstaten, nationale rekeningen

Landen Perioden Productie en verbruik Output basisprijzen Totaal (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Plantaardige producten (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Veeteelt Totaal (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Veeteelt Dieren (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Veeteelt Dierlijke producten (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Landbouwdiensten (mln euro) Productie en verbruik Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Arbeidsvolume (x 1 000 arbeidsjaren) Landbouwinkomen per arbeidsjaar Mutatie t.o.v. voorafgaand jaar (%)
Europese Unie: EU-27 (vanaf 2020) 2024* 532.392 266.386 216.106 119.454 96.652 26.115 234.071 7.559 1,9
België 2024* 11.689 4.967 6.405 3.928 2.477 280 3.732 51 -1,3
Bulgarije 2024* 4.969 3.305 1.234 680 553 269 2.063 130 0,8
Cyprus 2024* 912 326 561 246 315 0 423 20 5,8
Denemarken 2024* 11.958 3.727 7.420 4.401 3.019 659 2.972 40 -0,2
Duitsland 2024* 75.486 34.394 36.013 17.748 18.265 2.980 31.135 464 -5,0
Estland 2024* 1.295 506 636 219 417 109 268 16 6,2
Finland 2024* 5.459 2.184 2.563 1.152 1.410 175 1.772 57 -0,9
Frankrijk 2024* 89.382 44.283 33.998 19.353 14.645 6.661 35.363 721 -8,0
Griekenland 2024* 14.949 10.438 3.390 1.211 2.179 477 7.121 313 1,7
Hongarije 2024* 10.479 5.573 4.111 2.819 1.293 646 3.702 259 -10,0
Ierland 2024* 12.228 2.618 8.996 4.816 4.180 614 4.748 157 31,5
Italië 2024* 75.367 40.461 21.760 12.209 9.551 6.042 42.957 936 10,3
Kroatië 2024* 3.085 1.846 1.084 819 265 97 1.769 174 6,5
Letland 2024* 1.983 1.040 762 272 490 45 601 54 34,0
Litouwen 2024* 4.395 2.552 1.361 631 730 58 1.468 118 20,0
Luxemburg 2024* 630 251 341 106 235 2 175 3 25,0
Malta 2024* 136 54 75 38 37 0 49 6 -8,3
Nederland 2024* 41.313 20.272 15.272 6.775 8.497 3.047 16.011 157 -1,8
Noorwegen 2024* 5.252 2.225 2.950 1.649 1.301 0 1.571 42 13,3
Oostenrijk 2024* 9.944 4.155 4.727 2.291 2.435 419 4.427 116 5,5
Polen 2024* 37.812 17.380 19.316 9.658 9.658 933 15.056 1.367 -2,7
Portugal 2024* 12.205 7.293 4.166 2.785 1.381 341 4.291 217 14,5
Roemenië 2024* 20.510 11.614 5.724 2.586 3.138 658 8.940 1.094 -19,1
Slovenië 2024* 1.651 882 730 402 329 38 703 70 20,7
Slowakije 2024* 2.774 1.500 937 412 525 184 685 39 12,7
Spanje 2024* 67.483 37.729 28.241 20.947 7.294 805 38.517 824 6,9
Tsjechië 2024* 6.851 3.557 2.807 1.098 1.709 242 2.177 94 2,7
Verenigd Koninkrijk 2024* . . . . . . . . .
Zweden 2024* 7.511 3.409 3.398 1.787 1.611 376 2.634 55 23,9
Zwitserland 2024* 12.618 4.353 6.442 3.131 3.311 830 4.862 74 3,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens uit de landbouwrekeningen van de EU-lidstaten. De cijfers hebben betrekking op de output, het intermediair verbruik, de toegevoegde waarde, het arbeidsvolume en het landbouwinkomen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
Voor de cijfers van Nederland geldt dat de jaren in de periode 1995-2022 definitief zijn. Gegevens van de jaren 2023 en 2024 hebben de status voorlopig. Voor de andere lidstaten zijn de cijfers integraal overgenomen uit de database van Eurostat. Omdat deze gegevens doorlopend kunnen wijzigen, is het mogelijk dat ze verschillen met de cijfers op StatLine.

Wijzigingen per 21 augustus 2025:
Gegevens van de raming van de voorlopige cijfers 2024 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 6 maanden de voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd, tegelijkertijd met het verschijnen van de nationale rekeningen. In december komen de zeer voorlopige cijfers van het actuele jaar beschikbaar. Deze gegevens worden door het Landbouw Economisch Instituut in samenspraak met het CBS vastgesteld. Een update van de zeer voorlopige cijfers vindt in januari plaats.

Toelichting onderwerpen

Productie en verbruik
Productie (basisprijzen); het totaal van goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel output genoemd.
Intermediair verbruik (aankoopprijzen); goederen en diensten die als input in het productieproces worden gebruikt, met uitzondering van vaste activa (investeringsgoederen).
Output basisprijzen
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde bedrijfseenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf worden ervaren: per bedrijfstak zijn de productgebonden belastingen er vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de output van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
Totaal
Omvat de output van plantaardige producten, de output van de veeteelt, de output van landbouwdiensten en de output van niet tot de landbouw behorende nevenactiviteiten (niet‑scheidbaar), totaal.
Plantaardige producten
Omvat de output van granen, handelsgewassen, voedergewassen, groenten en tuinbouwproducten, aardappelen, fruit, wijn, olijfolie en andere plantaardige producten.
Veeteelt
Omvat de output van dieren en dierlijke producten, totaal.
Totaal
Omvat de output van dieren en dierlijke producten, totaal.
Dieren
Omvat de output van boerderij- en hobbydieren (paarden honden, katten etc.).
Dierlijke producten
Omvat vooral de output van rauwe melk en consumptie eieren.
Landbouwdiensten
Omvat het loonwerk in de landbouw en de verhuur van melkquota. Activiteiten zoals de exploitatie van irrigatiesystemen en de verhuur van machines zonder personeel zijn hier niet inbegrepen.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde is daarbij uitgedrukt in basisprijzen, de prijzen die door producenten zelf zijn ervaren. Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.

In de nationale rekeningen en landbouwrekeningen betekent ‘bruto’ vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en ‘netto’ na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Arbeidsvolume
Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.

Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar op.
Landbouwinkomen per arbeidsjaar
Het reële landbouwinkomen in de bedrijfstak landbouw per arbeidsjaareenheid (FTE). De toevoeging reële betekent dat de index van het 'nominaal' landbouwinkomen is gecorrigeerd voor de inflatie met de prijsindex van het BBP tegen marktprijzen.
Mutatie t.o.v. voorafgaand jaar
De jaarlijkse procentuele veranderingen van het reële landbouwinkomen per arbeidsjaar.