Landbouw; kerncijfers van de EU-lidstaten, nationale rekeningen

Landbouw; kerncijfers van de EU-lidstaten, nationale rekeningen

Landen Perioden Productie en verbruik Intermediair verbruik (-) (mln euro) Toegevoegde waarde Landbouwinkomen (mln euro) Landbouwinkomen per arbeidsjaar Inkomensindex 2021=100 (2021=100) Landbouwinkomen per arbeidsjaar Mutatie t.o.v. voorafgaand jaar (%)
Europese Unie: EU-27 (vanaf 2020) 2024* 298.321 206.465 108,6 1,9
België 2024* 7.957 3.410 139,9 -1,3
Bulgarije 2024* 2.907 2.646 79,4 0,8
Cyprus 2024* 489 471 97,5 5,8
Denemarken 2024* 8.985 2.554 113,8 -0,2
Duitsland 2024* 44.351 24.180 113,3 -5,0
Estland 2024* 1.026 240 53,0 6,2
Finland 2024* 3.687 1.810 112,1 -0,9
Frankrijk 2024* 54.019 29.287 94,2 -8,0
Griekenland 2024* 7.829 7.506 107,1 1,7
Hongarije 2024* 6.777 3.680 91,5 -10,0
Ierland 2024* 7.480 5.287 100,3 31,5
Italië 2024* 32.410 36.234 145,2 10,3
Kroatië 2024* 1.316 1.985 90,5 6,5
Letland 2024* 1.382 686 92,8 34,0
Litouwen 2024* 2.927 1.200 69,2 20,0
Luxemburg 2024* 454 155 133,7 25,0
Malta 2024* 87 62 84,0 -8,3
Nederland 2024* 25.302 11.177 112,8 -1,8
Noorwegen 2024* 3.680 2.210 141,8 13,3
Oostenrijk 2024* 5.517 3.273 106,1 5,5
Polen 2024* 22.757 16.363 112,3 -2,7
Portugal 2024* 7.914 4.561 106,1 14,5
Roemenië 2024* 11.570 6.176 49,8 -19,1
Slovenië 2024* 948 617 125,9 20,7
Slowakije 2024* 2.090 1.121 91,0 12,7
Spanje 2024* 28.966 36.760 118,0 6,9
Tsjechië 2024* 4.675 2.521 73,5 2,7
Verenigd Koninkrijk 2024* . . . .
Zweden 2024* 4.877 2.203 111,8 23,9
Zwitserland 2024* 7.756 5.408 96,8 3,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens uit de landbouwrekeningen van de EU-lidstaten. De cijfers hebben betrekking op de output, het intermediair verbruik, de toegevoegde waarde, het arbeidsvolume en het landbouwinkomen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
Voor de cijfers van Nederland geldt dat de jaren in de periode 1995-2022 definitief zijn. Gegevens van de jaren 2023 en 2024 hebben de status voorlopig. Voor de andere lidstaten zijn de cijfers integraal overgenomen uit de database van Eurostat. Omdat deze gegevens doorlopend kunnen wijzigen, is het mogelijk dat ze verschillen met de cijfers op StatLine.

Wijzigingen per 21 augustus 2025:
Gegevens van de raming van de voorlopige cijfers 2024 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 6 maanden de voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd, tegelijkertijd met het verschijnen van de nationale rekeningen. In december komen de zeer voorlopige cijfers van het actuele jaar beschikbaar. Deze gegevens worden door het Landbouw Economisch Instituut in samenspraak met het CBS vastgesteld. Een update van de zeer voorlopige cijfers vindt in januari plaats.

Toelichting onderwerpen

Productie en verbruik
Productie (basisprijzen); het totaal van goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel output genoemd.
Intermediair verbruik (aankoopprijzen); goederen en diensten die als input in het productieproces worden gebruikt, met uitzondering van vaste activa (investeringsgoederen).
Intermediair verbruik (-)
Goederen en diensten die als input in een productieproces worden gebruikt, met uitzondering van de vaste activa (investeringsgoederen). Het gaat hierbij om goederen die tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt (dit gebeurt per definitie met de ingehuurde diensten). Volgens internationale afspraken wordt een aangeschaft goed of een ingehuurde dienst niet als intermediair verbruik maar als vast activum (investering) gezien wanneer het meer dan één jaar ingezet kan worden in een productieproces. De intermediair verbruikte goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de aankoopprijzen die op het moment van gebruik voor soortgelijke goederen of diensten gelden.
Toegevoegde waarde
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde kan worden uitgedrukt in basisprijzen en in factorkosten.

In de nationale rekeningen en landbouwrekeningen betekent ‘bruto’ vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en ‘netto’ na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Landbouwinkomen
Ook wel de netto toegevoegde waarde tegen factorkosten die wordt berekend door op de netto toegevoegde waarde tegen basisprijzen het saldo van de niet-productgebonden belastingen en subsidies in mindering te brengen.
Landbouwinkomen per arbeidsjaar
Het reële landbouwinkomen in de bedrijfstak landbouw per arbeidsjaareenheid (FTE). De toevoeging reële betekent dat de index van het 'nominaal' landbouwinkomen is gecorrigeerd voor de inflatie met de prijsindex van het BBP tegen marktprijzen.
Inkomensindex 2021=100
Indexcijfer van het reële landbouwinkomen per arbeidsjaar. Een indexcijfer geeft de verhouding weer tussen de waarde van een bepaalde variabele in een bepaalde periode en de waarde van diezelfde variabele in de basisperiode. Deze basisperiode heeft het indexcijfer 100.
Mutatie t.o.v. voorafgaand jaar
De jaarlijkse procentuele veranderingen van het reële landbouwinkomen per arbeidsjaar.