Inkomensrekening sector huishoudens naar regio; nationale rekeningen

Inkomensrekening sector huishoudens naar regio; nationale rekeningen

Regio's Perioden Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Gemengd inkomen (netto) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Beloning van werknemers (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Inkomen uit vermogen (ontvangsten) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Bestedingen Inkomen uit vermogen (betaald) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Bestedingen Primair inkomen (netto) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Primair inkomen (netto) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Sociale uitkeringen (in geld) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Overige inkomensoverdrachten (ontvangen) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Sociale premies (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten (betaald) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Beschikbaar inkomen (netto) (mln euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Gemengd inkomen (netto) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Beloning van werknemers (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Inkomen uit vermogen (ontvangen) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Bestedingen Inkomen uit vermogen (betaald) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Bestedingen Primair inkomen (netto) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Primair inkomen (netto) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Sociale uitkeringen (in geld) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Overige inkomensoverdrachten (ontvangen) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Sociale premies (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten (betaald) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Beschikbaar inkomen (netto) (euro)
Nederland 2023* 99.423 478.494 83.245 30.050 631.112 631.112 173.590 19.639 103.323 224.928 19.751 476.339 5.561 26.766 4.657 1.681 35.303 35.303 9.710 1.099 5.780 12.582 1.105 26.645
Groningen (PV) 2023* 2.828 13.481 2.178 815 17.672 17.672 5.970 655 2.502 6.794 587 14.414 4.723 22.517 3.638 1.361 29.517 29.517 9.971 1.094 4.179 11.348 980 24.075
Fryslân (PV) 2023* 3.709 14.706 2.406 940 19.881 19.881 6.589 706 2.690 7.398 690 16.398 5.614 22.257 3.641 1.423 30.090 30.090 9.972 1.069 4.071 11.197 1.044 24.818
Drenthe (PV) 2023* 2.605 11.931 2.009 800 15.745 15.745 5.422 538 2.272 6.016 526 12.891 5.178 23.715 3.993 1.590 31.297 31.297 10.777 1.069 4.516 11.958 1.046 25.624
Overijssel (PV) 2023* 6.262 29.368 4.763 1.895 38.498 38.498 11.298 1.262 5.395 14.104 1.247 30.312 5.277 24.748 4.014 1.597 32.442 32.442 9.521 1.063 4.546 11.885 1.051 25.543
Flevoland (PV) 2023* 2.571 11.811 1.502 757 15.127 15.127 3.821 459 2.159 5.532 452 11.264 5.742 26.378 3.354 1.691 33.783 33.783 8.534 1.025 4.822 12.355 1.009 25.156
Gelderland (PV) 2023* 12.140 54.995 9.677 3.620 73.192 73.192 21.075 2.310 11.142 26.333 2.318 56.784 5.669 25.682 4.519 1.690 34.180 34.180 9.842 1.079 5.203 12.297 1.082 26.517
Utrecht (PV) 2023* 8.616 42.603 7.604 2.631 56.192 56.192 12.893 1.499 9.882 19.236 1.608 39.858 6.181 30.565 5.455 1.888 40.314 40.314 9.250 1.075 7.090 13.801 1.154 28.596
Noord-Holland (PV) 2023* 17.818 86.836 16.821 5.285 116.190 116.190 28.255 3.210 22.176 39.040 3.346 83.093 6.010 29.291 5.674 1.783 39.193 39.193 9.531 1.083 7.480 13.169 1.129 28.029
Zuid-Holland (PV) 2023* 21.194 104.078 17.945 6.219 136.998 136.998 35.948 4.027 22.947 48.656 4.074 101.296 5.544 27.226 4.694 1.627 35.838 35.838 9.404 1.053 6.003 12.728 1.066 26.499
Zeeland (PV) 2023* 2.207 9.220 1.706 628 12.505 12.505 4.049 427 1.890 4.588 435 10.068 5.639 23.558 4.359 1.605 31.951 31.951 10.345 1.091 4.829 11.723 1.111 25.724
Noord-Brabant (PV) 2023* 14.441 72.315 12.118 4.710 94.164 94.164 25.722 3.147 15.001 33.635 3.165 71.232 5.479 27.439 4.598 1.787 35.729 35.729 9.760 1.194 5.692 12.762 1.201 27.028
Limburg (PV) 2023* 5.032 27.150 4.516 1.750 34.948 34.948 12.548 1.399 5.267 13.596 1.303 28.729 4.450 24.009 3.994 1.548 30.905 30.905 11.096 1.237 4.658 12.023 1.152 25.406
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De regionale rekeningen voor huishoudens in deze tabel beschrijven de primaire en de secundaire verdeling van de inkomensrekening van de sector huishoudens.
Deze rekeningen kunnen worden gebruikt voor het maken van interregionale vergelijkingen van de belangrijkste transacties waarbij huishoudens betrokken zijn.
De sector huishoudens bevat alle natuurlijke personen die langer dan een jaar in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Naast de op zichzelf of in gezinsverband wonende personen, worden ook personen in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen, internaten e.d. tot de huishoudens gerekend. Indien de tot de huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben, wordt dit bedrijf ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de zelfstandigen en de eigenwoningbezitters.

Gegevens beschikbaar vanaf 2015.

Status van de cijfers:
De gegevens van de jaren 2015 tot en met 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 3 december 2025:
Aan de bestaande tabel zijn de cijfers voor de nieuwste verslagjaren toegevoegd

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In december 2026 komt het voorlopig jaar 2024 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Transacties in mln euro
Veranderingen in vermogenscomponenten (bezittingen en schulden) van Nederlandse huishoudens. Bedragen in miljoen euro.
Inkomensverdeling (primaire verdeling)
De primaire inkomensverdelingsrekening beschrijft de verdeling van de toegevoegde waarde over de deelnemers (d.w.z. de leveranciers van de productiefactoren arbeid en kapitaal) aan het productieproces.
Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Gemengd inkomen (netto)
Het netto gemengd inkomen is het exploitatieoverschot (exclusief de afschrijvingen) dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie. Bij zelfstandigen wordt dit exploitatieoverschot gemengd inkomen genoemd, omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Binnen de sector huishoudens bestaat het gemengd inkomen ook nog uit de geproduceerde woondiensten voor eigen gebruik van huiseigenaren.
Beloning van werknemers
De beloning van werknemers heeft betrekking op de beloning voor geleverde arbeid. Als werknemer zijn aangemerkt alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en sociale premies t.l.v. werkgevers anderzijds.
Inkomen uit vermogen (ontvangsten)
Inkomen uit vermogen bestaat uit:
Rente + dividenden + inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + ingehouden winst op directe buitenlandse investeringen + inkomen uit grond en minerale reserves.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Inkomen uit vermogen (betaald)
Rente + Inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + Inkomen uit grond en minerale reserves.
Primair inkomen (netto)
Het inkomen dat ingezetenen ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces, alsmede het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond en dergelijke.

Het primaire inkomen wordt als volgt berekend:
+ Gemengd Inkomen (netto)
+ Beloning van werknemers
+ Inkomen uit vermogen (netto)
Inkomensverdeling (secundaire verdeling)
Herverdeling van het primair inkomen over deelnemers aan het economisch proces door inkomensoverdrachten.

Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Primair inkomen (netto)
Het inkomen dat ingezetenen ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces, alsmede het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond en dergelijke.
---
Het primaire inkomen wordt als volgt berekend
+ Gemengd Inkomen (netto)
+ Beloning van werknemers
+ Inkomen uit vermogen (netto)


Sociale uitkeringen (in geld)
Deze uitkeringen worden aan huishoudens toegekend teneinde de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden, werkloosheid). Sociale uitkeringen omvatten uitkeringen wettelijke sociale verzekering, uitkeringen sociale voorziening, pensioenuitkeringen, overige particuliere sociale premies en uitkeringen rechtstreeks door werkgevers.
Overige inkomensoverdrachten (ontvangen)
Totaal overige inkomensoverdrachten (middelen) omvatten:
Toegerekende sociale premies, Schadeverzekeringsuitkeringen en Overige inkomensoverdrachten niet eerder genoemd. Toegerekende sociale premies (zelfstandigen).
In deze transactie wordt de tegenwaarde geregistreerd van de rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers (zelfstandigen) aan hun (voormalige) werknemers.
Schadeverzekeringsuitkeringen
Schadeverzekeringsuitkeringen zijn uitkeringen die betaald worden ter compensatie van schade als gevolg van ongeval, ziekte, diefstal, aanrijding etc. Zij worden betaald door ingezeten en niet-ingezeten
verzekeringsinstellingen aan ingezeten en niet-ingezeten polishouders.
Overige inkomensoverdrachten
Onder deze transactie worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht. Hiertoe behoren voornamelijk de onderlinge overdrachten tussen huishoudens.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Belastingen op inkomen en vermogen
Alle verplichte betalingen om niet, in geld of in natura, die regelmatig door de overheid en door het buitenland over het inkomen en het vermogen van institutionele eenheden worden geheven.
Bij vennootschappen omvatten de belastingen op inkomen en vermogen met name de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben als grondslag de winst van vennootschappen.
Bij huishoudens worden als belastingen op inkomen en vermogen alle belastingen beschouwd, die periodiek worden geheven op het inkomen of het vermogen, zoals inkomstenbelasting, loonbelasting en vermogensbelasting. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, zijn als kapitaaloverdrachten aangemerkt.
Enkele belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen.
De behandeling van de dividendbelasting vloeit voort uit de bruto registratie van dividend, dat wil zeggen inclusief dividendbelasting. Dit betekent dat de dividendbelasting geboekt dient te worden bij de sector die het dividend ontvangt. Dit heeft tot gevolg dat er ook dividendbelasting aan het buitenland wordt betaald en uit het buitenland wordt ontvangen..
Sociale premies
Sociale premies omvatten premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen en niet-werkenden.
In de praktijk wordt het werkgeversdeel van deze premies rechtstreeks door de werkgevers aan de verzekeraars betaald. Omdat de werkgeverspremies ook deel uit maken van de loonkosten zijn zij in eerste aanleg behandeld als beloning van werknemers aan huishoudens. Vanuit de huishoudens vloeien ze daarna, samen met de premies die niet ten laste komen van werkgevers, naar de verzekeraars.
Overige inkomensoverdrachten (betaald)
Totaal overige inkomensoverdrachten (bestedingen)

De totaal overige inkomensoverdrachten omvatten:
Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers, Schadeverzekeringspremies en Overige inkomensoverdrachten niet eerder genoemd.
Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers
Deze uitkeringen worden door werkgevers (zelfstandigen) rechtstreeks aan hun (voormalige) werknemers verstrekt zonder dat hierbij een sociaal verzekeringsfonds is betrokken. Hiertoe behoren onder meer de doorbetalingen bij ziekte.

Schadeverzekeringspremies
Schadeverzekeringspremies zijn premies die betaald worden om de schade te verzekeren als gevolg van ongeval, ziekte, diefstal, aanrijding etc. Zij worden betaald door ingezeten en niet-ingezeten polishouders aan ingezeten en niet-ingezeten verzekeringsinstellingen.
Omdat de vergoeding voor verzekeringsdiensten bij schadeverzekeringsmaatschappijen wordt berekend als het verschil tussen de bruto premies (in rekening gebrachte premies en de aanvulling uit het beleggingsinkomen) en de uitkeringen, zijn de schadeverzekeringspremies gelijk aan de uitkeringen.
Overige inkomensoverdrachten.
Onder deze transactie worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht. Hiertoe behoren voornamelijk de onderlinge overdrachten tussen huishoudens.
Beschikbaar inkomen (netto)
Het inkomen na herverdeling van het primair inkomen door al dan niet verplichte inkomensoverdrachten zoals belastingen op inkomen en vermogen, sociale premies en uitkeringen, en overige inkomensoverdrachten. Netto wil hier zeggen dat de afschrijvingen (voor machines en andere kapitaalgoederen) zijn afgetrokken van de inkomsten. In praktijk beïnvloed dit met name de inkomsten van zelfstandigen.

Huishoudens kunnen het beschikbaar inkomen gebruiken voor consumptieve bestedingen en besparingen.

Secundair inkomen/ beschikbaar inkomen.
+ Primair inkomen
+ Sociale uitkeringen
+ overige inkomstenoverdrachten (netto)
- Belastingen op inkomen en vermogen
- Sociale premies
Transacties per hoofd van de bevolking
Voor de berekening van de cijfers per hoofd van de bevolking, zijn de waardebedragen per regio gedeeld door de aantallen personen in de desbetreffende regio.
Inkomensverdeling (primaire verdeling)
De primaire inkomensverdelingsrekening beschrijft de verdeling van de toegevoegde waarde over de deelnemers (d.w.z. de leveranciers van de productiefactoren arbeid en kapitaal) aan het productieproces.
Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Gemengd inkomen (netto)
Het netto gemengd inkomen is het exploitatieoverschot (exclusief de afschrijvingen) dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie. Bij zelfstandigen wordt dit exploitatieoverschot gemengd inkomen genoemd, omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Binnen de sector huishoudens bestaat het gemengd inkomen ook nog uit de geproduceerde woondiensten voor eigen gebruik van huiseigenaren.
Beloning van werknemers
De beloning van werknemers heeft betrekking op de beloning voor geleverde arbeid. Als werknemer zijn aangemerkt alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen. De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en sociale premies t.l.v. werkgevers anderzijds.
Inkomen uit vermogen (ontvangen)
Rente + dividenden + inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + ingehouden winst op directe buitenlandse investeringen + inkomen uit grond en minerale reserves.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Inkomen uit vermogen (betaald)
Rente + Inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + Inkomen uit grond en minerale reserves.
Primair inkomen (netto)
Het inkomen dat ingezetenen ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces, alsmede het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond en dergelijke.

Het primaire inkomen wordt als volgt berekend
+ Gemengd Inkomen (netto)
+ Beloning van werknemers
+ Inkomen uit vermogen (netto)
Inkomensverdeling (secundaire verdeling)
Herverdeling van het primair inkomen over deelnemers aan het economisch proces door inkomensoverdrachten.
Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Primair inkomen (netto)
Het inkomen dat ingezetenen ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces, alsmede het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond en dergelijke.

Het primaire inkomen wordt als volgt berekend
+ Gemengd Inkomen (netto)
+ Beloning van werknemers
+ Inkomen uit vermogen (netto)
Sociale uitkeringen (in geld)
Deze uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeftes te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke sociale verzekering, uitkeringen sociale voorziening, pensioenuitkeringen, overige particuliere sociale premies en uitkeringen rechtstreeks door werkgevers.
Overige inkomensoverdrachten (ontvangen)
Totaal overige inkomensoverdrachten (middelen) omvatten:

Toegerekende sociale premies, Schadeverzekeringsuitkeringen en Overige inkomensoverdrachten niet eerder genoemd.
Toegerekende sociale premies (zelfstandigen).
In deze transactie wordt de tegenwaarde geregistreerd van de rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers (zelfstandigen) aan hun (voormalige) werknemers.

Schadeverzekeringsuitkeringen
Schadeverzekeringsuitkeringen zijn uitkeringen die betaald worden ter compensatie van schade als gevolg van ongeval, ziekte, diefstal, aanrijding etc. Zij worden betaald door ingezeten en niet-ingezeten verzekeringsinstellingen aan ingezeten en niet-ingezeten polishouders.
Overige inkomensoverdrachten
Onder deze transactie worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht. Hiertoe behoren voornamelijk de onderlinge overdrachten tussen huishoudens.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Belastingen op inkomen en vermogen
Alle verplichte betalingen om niet, in geld of in natura, die regelmatig door de overheid en door het buitenland over het inkomen en het vermogen van institutionele eenheden worden geheven.
Bij vennootschappen omvatten de belastingen op inkomen en vermogen met name de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben als grondslag de winst van vennootschappen.
Bij huishoudens worden als belastingen op inkomen en vermogen alle belastingen beschouwd, die periodiek worden geheven op het inkomen of het vermogen, zoals inkomstenbelasting, loonbelasting en vermogensbelasting. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, zijn als kapitaaloverdrachten aangemerkt.
Enkele belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen.
De behandeling van de dividendbelasting vloeit voort uit de bruto registratie van dividend, dat wil zeggen inclusief dividendbelasting. Dit betekent dat de dividendbelasting geboekt dient te worden bij de sector die het dividend ontvangt. Dit heeft tot gevolg dat er ook dividendbelasting aan het buitenland wordt betaald en uit het buitenland wordt ontvangen.
Sociale premies
Sociale premies omvatten premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen en niet-werkenden.
In de praktijk wordt het werkgeversdeel van deze premies rechtstreeks door de werkgevers aan de verzekeraars betaald. Omdat de werkgeverspremies ook deel uit maken van de loonkosten zijn zij in eerste aanleg behandeld als beloning van werknemers aan huishoudens. Vanuit de huishoudens vloeien ze daarna, samen met de premies die niet ten laste komen van werkgevers, naar de verzekeraars.
Overige inkomensoverdrachten (betaald)
Totaal overige inkomensoverdrachten (bestedingen)

De totaal overige inkomensoverdrachten omvatten:
Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers, Schadeverzekeringspremies en Overige inkomensoverdrachten niet eerder genoemd.
Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers
Deze uitkeringen worden door werkgevers (zelfstandigen) rechtstreeks aan hun (voormalige) werknemers verstrekt zonder dat hierbij een sociaal verzekeringsfonds is betrokken. Hiertoe behoren onder meer de doorbetalingen bij ziekte.

Schadeverzekeringspremies
Schadeverzekeringspremies zijn premies die betaald worden om de schade te verzekeren als gevolg van ongeval, ziekte, diefstal, aanrijding etc. Zij worden betaald door ingezeten en niet-ingezeten polishouders aan ingezeten en niet-ingezeten verzekeringsinstellingen. Omdat de vergoeding voor verzekeringsdiensten bij schadeverzekeringsmaatschappijen wordt berekend als het verschil tussen de bruto premies (in rekening gebrachte premies en de aanvulling uit het beleggingsinkomen) en de uitkeringen, zijn de schadeverzekeringspremies gelijk aan de uitkeringen.
Overige inkomensoverdrachten.
Onder deze transactie worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht. Hiertoe behoren voornamelijk de onderlinge overdrachten tussen huishoudens.
Beschikbaar inkomen (netto)
Het inkomen na herverdeling van het primair inkomen door al dan niet verplichte inkomensoverdrachten zoals belastingen op inkomen en vermogen, sociale premies en uitkeringen, en overige inkomensoverdrachten. Netto wil hier zeggen dat de afschrijvingen (voor machines en andere kapitaalgoederen) zijn afgetrokken van de inkomsten. In praktijk beïnvloed dit met name de inkomsten van zelfstandigen.

Huishoudens kunnen het beschikbaar inkomen gebruiken voor consumptieve bestedingen en besparingen.

Secundair inkomen/ beschikbaar inkomen.
+ Primair inkomen
+ Sociale uitkeringen
+ overige inkomstenoverdrachten (netto)
- Belastingen op inkomen en vermogen
- Sociale premies