Economische groei; bedrijfstak en regio, nationale rekeningen

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Regio's Bbp, volumemutaties (%) Bruto toegevoegde waarde, volumemutaties (%)
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) -0,8 -0,8
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 3,2 3,2
Midden-Noord-Brabant (CR) 1,0 1,0
Noord-Limburg (CR) -0,1 -0,1
Midden-Limburg (CR) 5,8 5,8
Zuid-Limburg (CR) -3,9 -3,9
Drechtsteden (CP) 0,5 0,5
Flevoland-Midden (CP) 6,1 6,1
A Landbouw, bosbouw en visserij Limburg (PV) -4,0
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2,7
Midden-Noord-Brabant (CR) -2,7
Noord-Limburg (CR) -6,2
Midden-Limburg (CR) -5,3
Zuid-Limburg (CR) 15,7
Drechtsteden (CP) -6,4
Flevoland-Midden (CP) -9,5
B Delfstoffenwinning Limburg (PV) 3,1
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 24,2
Midden-Noord-Brabant (CR) -18,1
Noord-Limburg (CR) -0,5
Midden-Limburg (CR) 8,8
Zuid-Limburg (CR) 3,8
Drechtsteden (CP) 17,5
Flevoland-Midden (CP) .
B-E Nijverheid (geen bouw) en energie Limburg (PV) -3,9
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 11,6
Midden-Noord-Brabant (CR) -4,3
Noord-Limburg (CR) -3,5
Midden-Limburg (CR) 21,3
Zuid-Limburg (CR) -19,8
Drechtsteden (CP) 4,2
Flevoland-Midden (CP) 12,4
C Industrie Limburg (PV) -7,2
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 11,6
Midden-Noord-Brabant (CR) -5,1
Noord-Limburg (CR) -3,7
Midden-Limburg (CR) -2,6
Zuid-Limburg (CR) -12,5
Drechtsteden (CP) 3,8
Flevoland-Midden (CP) -1,7
D Energievoorziening Limburg (PV) .
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) .
Midden-Noord-Brabant (CR) .
Noord-Limburg (CR) .
Midden-Limburg (CR) .
Zuid-Limburg (CR) .
Drechtsteden (CP) .
Flevoland-Midden (CP) .
E Waterbedrijven en afvalbeheer Limburg (PV) .
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) .
Midden-Noord-Brabant (CR) .
Noord-Limburg (CR) .
Midden-Limburg (CR) .
Zuid-Limburg (CR) .
Drechtsteden (CP) .
Flevoland-Midden (CP) .
F Bouwnijverheid Limburg (PV) -5,5
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) -3,7
Midden-Noord-Brabant (CR) -2,3
Noord-Limburg (CR) -4,0
Midden-Limburg (CR) -2,1
Zuid-Limburg (CR) -8,4
Drechtsteden (CP) -3,5
Flevoland-Midden (CP) -6,0
G-I Handel, vervoer en horeca Limburg (PV) 2,1
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 5,2
Midden-Noord-Brabant (CR) 0,6
Noord-Limburg (CR) 3,3
Midden-Limburg (CR) 1,6
Zuid-Limburg (CR) 1,5
Drechtsteden (CP) -2,0
Flevoland-Midden (CP) 2,9
J Informatie en communicatie Limburg (PV) 2,0
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 6,1
Midden-Noord-Brabant (CR) 3,2
Noord-Limburg (CR) -0,4
Midden-Limburg (CR) 0,2
Zuid-Limburg (CR) 2,8
Drechtsteden (CP) 1,7
Flevoland-Midden (CP) 1,1
K Financiële dienstverlening Limburg (PV) 1,2
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 3,6
Midden-Noord-Brabant (CR) 21,0
Noord-Limburg (CR) -25,8
Midden-Limburg (CR) 24,3
Zuid-Limburg (CR) -0,1
Drechtsteden (CP) -7,7
Flevoland-Midden (CP) 29,0
L Verhuur en handel van onroerend goed Limburg (PV) -1,2
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 1,4
Midden-Noord-Brabant (CR) 2,3
Noord-Limburg (CR) 1,0
Midden-Limburg (CR) -1,0
Zuid-Limburg (CR) -2,4
Drechtsteden (CP) 4,1
Flevoland-Midden (CP) 3,3
M-N Zakelijke dienstverlening Limburg (PV) -3,2
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) -3,0
Midden-Noord-Brabant (CR) 1,1
Noord-Limburg (CR) 1,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Regionale rekeningen geven een op de nationale rekeningen aansluitende kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van regio's binnen een land. Als onderdelen van het economisch proces worden in de nationale rekeningen productie, inkomensverdeling, bestedingen en financiering onderscheiden. Bij de regionale rekeningen ligt de nadruk echter op de beschrijving van de productieprocessen in de verscheidene regio's.
Deze tabel bevat jaargegevens over de productiecomponenten van het bruto binnenlands product. Het is in de regionale rekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit twee gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie en vanuit de het inkomen. De volume ontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1996

Frequentie: 2 maal per jaar.

Status van de cijfers:
De cijfers tot en met 2023 zijn definitief en de cijfers vanaf 2024 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 3 december 2025:
Aan de bestaande tabel zijn de cijfers voor de nieuwste verslagjaren toegevoegd

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In april 2026 wordt de flashraming van het verslagjaar 2025 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Bbp, volumemutaties
Volumegroei van het bruto binnenlands product (bbp). Het bruto binnenlands product (bbp) is een maat voor de omvang van de economie. De verandering van het volume van het bbp in een bepaalde tijdsperiode is een maat voor de groei (of krimp) van de economie. Het bruto binnenlands product tegen marktprijzen is het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op twee manieren worden gedefinieerd:
- vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie;
- vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie).
Door het bbp te verminderen met het verbruik van vaste activa, wordt het netto binnenlands product (nbp) tegen marktprijzen verkregen.
Bruto toegevoegde waarde, volumemutaties
Volumegroei van de toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) naar SBI 2008.
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde is daarbij uitgedrukt in basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren. Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.