Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2023

Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2023

Wijken en buurten Perioden Gestandaardiseerd inkomen 1e tot en met 40e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 41e tot en met 80e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 81e tot en met 100e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen Gemiddelde percentielgroep (Getal)
Stedenwijk 2022* 52,2 38,7 9,1 41,3
Stedenwijk Noord 2022* 67,7 28,8 3,5 33,1
Stedenwijk Midden-noord 2022* 48,8 41,1 10,1 42,3
Stedenwijk Midden-oost 2022* 52,6 38,0 9,5 40,7
Stedenwijk Zuid 2022* 50,3 40,2 9,5 42,8
Stedenwijk Midden-west 2022* 40,6 46,3 13,1 47,8
Zuiderzeestedenbuurt-Oost 2022* 23,9 43,4 32,7 62,4
Zuiderzeestedenbuurt-West 2022* 8,8 37,2 54,0 76,0
Uilenstede, Kronenburg 2022* 88,1 10,0 1,8 13,4
Uilenstede 2022* 89,5 9,1 1,4 12,5
Kloosterstede 2022* 33,4 53,4 13,2 52,6
Broeckgouw 2022* . . . .
Marssteden 2022* . . . .
Zijden, Steden en Zichten 2022* 64,8 28,6 6,6 34,2
Klein Harkstede 2022* . . . .
Harkstede GN 2022* . . . .
Stedenbuurt-west 2022* 56,3 36,5 7,2 39,1
Stedenbuurt-oost 2022* 61,3 31,0 7,8 37,0
Stedenwaard 2022* 35,9 44,9 19,3 52,2
Heemstede 2022* 25,3 35,0 39,7 64,3
Wijk 00 Heemstede-Centrum 2022* 24,9 35,0 40,0 64,6
Wijk 01 Heemstede-Zuid 2022* 31,9 36,8 31,3 58,3
Wijk 02 Heemstede west van de spoorbaan 2022* 18,1 30,1 51,8 70,8
De Wereldsteden 2022* 17,6 43,4 38,9 67,0
Hofstede, Plantage, Wijngaard 2022* 40,9 52,3 6,8 46,8
Harkstede, Scharmer en Woudbloem 2022* 28,6 46,2 25,2 57,4
Harkstede 2022* 28,3 47,2 24,5 57,4
Harkstede Buitengebied 2022* . . . .
Harkstede Recreatiegebied 2022* . . . .
Groote Keeten, Abbestede en Buitengebied 2022* 27,4 46,2 26,4 57,6
Wijk 12 Haamstede 2022* 31,9 42,2 25,9 57,1
Haamstede 2022* 42,5 42,9 14,5 49,1
Nieuw-Haamstede 2022* 13,8 38,1 48,1 71,6
Stede Broec 2022* 37,5 46,8 15,7 51,0
Stede Broec Buitengebied 2022* . . . .
Stede Broec Noord 2022* 32,0 47,9 20,1 54,8
Zesstedenpark 2022* 14,7 54,8 30,5 65,4
Stede Broec Zuid 2022* 42,8 46,2 11,1 47,1
Boomstede 2022* 14,3 59,4 26,3 63,8
Bloemstede 2022* 44,5 45,0 10,5 46,4
Tweestedenziekenhuis 2022* . . . .
Abstede, Tolsteegsingel e.o. 2022* 46,5 26,9 26,6 47,9
Buurtstede 2022* 25,6 49,7 24,7 58,8
Hoofdstedenbuurt 2022* 72,5 24,7 2,8 31,5
Tuindorp-Hofstede 2022* 17,1 51,4 31,4 65,0
Wolvega-De Stedes 2022* . . . .
Huissteden-Zuiderpoort 2022* 80,9 17,6 1,5 27,7
Wijk bij Duurstede 2022* 28,9 46,8 24,2 57,5
Wijk 00 Wijk bij Duurstede 2022* 29,2 47,7 23,1 57,1
Buitengebied Wijk bij Duurstede 2022* 20,3 41,3 38,5 66,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de sociaal-economische status (SES-WOA) van gemeenten, wijken en buurten in Nederland. Deze status wordt beschreven in termen van de financiële welvaart, het opleidingsniveau en het recente arbeidsverleden van particuliere huishoudens op 1 januari van het verslagjaar. Voor alle gegevens, ongeacht verslagjaar, geldt dat de gemeente/wijk/buurt-indeling van 2023 is toegepast.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers:
De cijfers over verslagjaar 2022 zijn voorlopig. De overige cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 23 mei 2024:
Geen, dit is een nieuwe tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Onregelmatig.

Toelichting onderwerpen

Gestandaardiseerd inkomen
Gestandaardiseerd inkomen
Het besteedbare inkomen van een huishouden bestaat uit het bruto-inkomen (inkomen uit arbeid, eigen onderneming en vermogen, uitkeringen en ontvangen overdrachten) verminderd met betaalde overdrachten (bijv. partneralimentatie), premies en belasting op inkomen en vermogen. Het besteedbaar inkomen wordt gestandaardiseerd door te corrigeren voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Dit gebeurt door het huishoudensinkomen te delen door een equivalentiefactor die uitdrukt hoe groot het schaalvoordeel is bij het voeren van een gemeenschappelijke huishouding, gebaseerd op de uitgaven voor levensonderhoud (bestedingen). Hierbij is het eenpersoonshuishouden als norm gekozen.
1e tot en met 40e percentielgroep
1e tot en met 40e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 1e t/m 40e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 40% huishoudens met het laagste inkomen. Nb. Studentenhuishoudens worden per definitie bij deze groep ingedeeld.

41e tot en met 80e percentielgroep
41e tot en met 80e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 41e t/m 80e percentielgroep geldt dus dat 40% van de huishoudens een lager inkomen heeft en 20% van de huishoudens een hoger inkomen.
81e tot en met 100e percentielgroep
81 tot en met 100e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 81e t/m 100e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 20% huishoudens met het hoogste inkomen.

Gemiddelde percentielgroep
Gemiddelde percentielgroep
De gemiddelde percentielgroep wordt berekend door de percentielgroepen waartoe de huishoudens in de regio behoren op te tellen en vervolgens te delen door het totaal aantal huishoudens in de regio.