Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2023

Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2023

Wijken en buurten Perioden Particuliere huishoudens (Aantal) Gestandaardiseerd inkomen 1e tot en met 40e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 41e tot en met 80e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 81e tot en met 100e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen Gemiddelde percentielgroep (Getal)
Bedrijventerrein Het Atelier 2022* 0 . . . .
Populierenbuurt 2022* 1.800 43,2 35,8 21,0 49,9
Anjeliersbuurt-Noord 2022* 1.300 45,9 27,4 26,7 48,9
Anjeliersbuurt-Zuid 2022* 1.900 49,4 28,0 22,7 46,2
Lieren en omgeving 2022* 500 24,7 46,2 29,0 61,0
Lieren 2022* 300 24,2 49,2 26,6 60,6
Agrarischgebied Lieren-Oosterhuizen 2022* 200 24,7 45,3 30,0 61,0
Reguliersstraat 2022* 500 41,0 47,8 11,1 47,2
Klinkenvlier 2022* 100 . . . .
Wijk 01 Vlierden 2022* 600 22,8 48,9 28,4 61,7
Vlierden 2022* 500 20,9 52,7 26,5 62,0
Verspreide huizen Vlierden 2022* 100 31,4 31,4 37,3 60,4
Muntel / Vliert 2022* 3.800 44,2 32,3 23,5 48,7
De Vliert 2022* 1.700 36,7 34,7 28,6 54,1
Verspr.h. Velddriel, Vlierd en Beemden 2022* 300 42,2 28,5 29,3 51,5
De Flier/Arkerpoort 2022* 0 . . . .
Kern Ommen - Vlierlanden 2022* 200 19,5 54,6 25,9 62,4
Flierbeek 2022* 300 17,3 54,7 28,0 64,6
Lierderholthuis 2022* 200 24,4 48,9 26,7 60,2
Lierderholthuis Kern 2022* 100 20,2 55,3 24,6 61,1
Buitengebied Lierderholthuis 2022* 100 . . . .
Wijk 01 Lierop 2022* 900 27,8 44,9 27,3 58,7
Lierop 2022* 600 29,7 46,2 24,1 56,7
Holierhoekse Polder 2022* 0 . . . .
Wijk 07 De Lier 2022* 5.100 30,5 45,7 23,8 56,4
Buitengebied 1 De Lier 2022* 700 31,3 36,3 32,4 58,3
De Lier Centrumgebied 2022* 300 40,1 40,1 19,9 51,7
Buitengebied 2 De Lier 2022* 100 . . . .
De Lier West 2022* 1.400 29,3 49,6 21,0 56,5
De Flier 2022* 300 23,1 51,5 25,4 60,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de sociaal-economische status (SES-WOA) van gemeenten, wijken en buurten in Nederland. Deze status wordt beschreven in termen van de financiële welvaart, het opleidingsniveau en het recente arbeidsverleden van particuliere huishoudens op 1 januari van het verslagjaar. Voor alle gegevens, ongeacht verslagjaar, geldt dat de gemeente/wijk/buurt-indeling van 2023 is toegepast.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers:
De cijfers over verslagjaar 2022 zijn voorlopig. De overige cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 23 mei 2024:
Geen, dit is een nieuwe tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Onregelmatig.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens
Gestandaardiseerd inkomen
Gestandaardiseerd inkomen
Het besteedbare inkomen van een huishouden bestaat uit het bruto-inkomen (inkomen uit arbeid, eigen onderneming en vermogen, uitkeringen en ontvangen overdrachten) verminderd met betaalde overdrachten (bijv. partneralimentatie), premies en belasting op inkomen en vermogen. Het besteedbaar inkomen wordt gestandaardiseerd door te corrigeren voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Dit gebeurt door het huishoudensinkomen te delen door een equivalentiefactor die uitdrukt hoe groot het schaalvoordeel is bij het voeren van een gemeenschappelijke huishouding, gebaseerd op de uitgaven voor levensonderhoud (bestedingen). Hierbij is het eenpersoonshuishouden als norm gekozen.
1e tot en met 40e percentielgroep
1e tot en met 40e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 1e t/m 40e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 40% huishoudens met het laagste inkomen. Nb. Studentenhuishoudens worden per definitie bij deze groep ingedeeld.

41e tot en met 80e percentielgroep
41e tot en met 80e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 41e t/m 80e percentielgroep geldt dus dat 40% van de huishoudens een lager inkomen heeft en 20% van de huishoudens een hoger inkomen.
81e tot en met 100e percentielgroep
81 tot en met 100e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 81e t/m 100e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 20% huishoudens met het hoogste inkomen.

Gemiddelde percentielgroep
Gemiddelde percentielgroep
De gemiddelde percentielgroep wordt berekend door de percentielgroepen waartoe de huishoudens in de regio behoren op te tellen en vervolgens te delen door het totaal aantal huishoudens in de regio.