Consumptie; goederen- en dienstencategorieën, nationale rekeningen
| Perioden | Waarde in werkelijke prijzen Totaal werkelijke individuele consumptie (mln euro) | Waarde prijsniveau 2021 Totaal werkelijke individuele consumptie (mln euro) |
|---|---|---|
| 1995 | 204.797 | 347.710 |
| 1996 | 214.659 | 359.646 |
| 1997 | 228.301 | 373.575 |
| 1998 | 245.029 | 393.486 |
| 1999 | 263.233 | 414.126 |
| 2000 | 281.931 | 430.019 |
| 2001 | 299.743 | 440.554 |
| 2002 | 318.089 | 449.165 |
| 2003 | 328.601 | 451.732 |
| 2004 | 336.316 | 455.722 |
| 2005 | 346.205 | 460.746 |
| 2006 | 365.316 | 473.103 |
| 2007 | 382.101 | 482.913 |
| 2008 | 396.233 | 489.387 |
| 2009 | 395.184 | 488.716 |
| 2010 | 405.410 | 492.635 |
| 2011 | 415.746 | 496.050 |
| 2012 | 418.028 | 492.113 |
| 2013 | 421.407 | 487.801 |
| 2014 | 427.641 | 490.989 |
| 2015 | 435.278 | 499.127 |
| 2016 | 442.752 | 504.506 |
| 2017 | 461.117 | 515.615 |
| 2018 | 482.825 | 527.886 |
| 2019 | 503.086 | 535.911 |
| 2020 | 491.092 | 511.794 |
| 2021 | 535.605 | 535.605 |
| 2022 | 602.487 | 563.027 |
| 2023 | 649.465 | 568.367 |
| 2024* | 683.268 | 577.100 |
| Bron: CBS. | ||
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gedetailleerde gegevens over de consumptieve bestedingen die onderverdeeld zijn in goederen- en dienstencategorieën.
De totale consumptieve bestedingen wordt in deze tabel opgebouwd uit de werkelijke individuele consumptie, de consumptieve bestedingen door huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de consumptieve bestedingen door de overheid gesplitst naar individuele consumptie en collectieve consumptie.
Gegevens beschikbaar vanaf 1995.
Status van de cijfers:
De gegevens van 1995 tot en met 2023 zijn definitief. De gegevens over 2024 zijn voorlopig.
Wijzigingen per 24 juni 2025:
Data van 2024 zijn toegevoegd aan deze tabel.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na zes maanden voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Waarde in werkelijke prijzen
- De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van het betreffende verslagjaar, mln euro.
- Totaal werkelijke individuele consumptie
- Consumptieve bestedingen hebben betrekking op de uitgaven voor consumptiegoederen en -diensten. De werkelijke individuele consumptie daarentegen betreft de verwerving van consumptiegoederen en -diensten. Het verschil tussen deze begrippen wordt veroorzaakt door de behandeling van bepaalde goederen en diensten die door de overheid of Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens worden gefinancierd, en vervolgens als sociale overdrachten in natura aan de huishoudens worden geleverd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming. De consumptie door Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens wordt geheel tot de individuele consumptie gerekend.
De werkelijke individuele consumptie door huishoudens wordt als volgt berekend:
consumptieve bestedingen door huishoudens
plus: consumptieve bestedingen door Instellingen zonder winstoogmerk ten
behoeve van huishoudens
plus: individuele consumptie door de overheid
= werkelijke individuele consumptie.
- Waarde prijsniveau 2021
- De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van het basisjaar 2021. Hiertoe zijn inflatiecorrecties gebruikt. Zonder dergelijke correcties spreekt men van waarde in werkelijke prijzen.
- Totaal werkelijke individuele consumptie
- Consumptieve bestedingen hebben betrekking op de uitgaven voor consumptiegoederen en -diensten. De werkelijke individuele consumptie daarentegen betreft de verwerving van consumptiegoederen en -diensten. Het verschil tussen deze begrippen wordt veroorzaakt door de behandeling van bepaalde goederen en diensten die door de overheid of Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens worden gefinancierd, en vervolgens als sociale overdrachten in natura aan de huishoudens worden geleverd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming. De consumptie door Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens wordt geheel tot de individuele consumptie gerekend.
De werkelijke individuele consumptie door huishoudens wordt als volgt berekend:
consumptieve bestedingen door huishoudens
plus: consumptieve bestedingen door Instellingen zonder winstoogmerk ten
behoeve van huishoudens
plus: individuele consumptie door de overheid
= werkelijke individuele consumptie.