Buitenlandse zeggenschap bedrijven in Nederland; kerncijfers, bedrijfstak

Buitenlandse zeggenschap bedrijven in Nederland; kerncijfers, bedrijfstak

Bedrijfstakken/branches (SBI2008) Land van zeggenschap Perioden Financiële gegevens Productiewaarde (mln euro) Financiële gegevens Toegevoegde waarde tegen factorkosten (mln euro) Financiële gegevens Bruto-investeringen in materiële.. (mln euro)
06 Winning van aardolie en aardgas Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
19 Aardolie-industrie Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
22-23 Kunststof- en bouwmateriaalindustr Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
23 Bouwmaterialenindustrie Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
E Waterbedrijven en afvalbeheer Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
36 Waterleidingbedrijven Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
37 Afvalwaterinzameling en -behandeling Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
42 Grond-, water- en wegenbouw Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
50 Vervoer over water Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
65 Verzekeraars en pensioenfondsen Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
75 Veterinaire dienstverlening Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
O Openbaar bestuur en overheidsdiensten Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
92 Loterijen en kansspelen Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
U Extraterritoriale organisaties Sint Maarten (Nederlands deel) 2023 . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel gaat over de financiële gegevens (zoals bedrijfslasten en -opbrengsten) en werkgelegenheid van bedrijven in Nederland waarover een institutionele eenheid in het buitenland zeggenschap heeft. De gegevens sluiten aan bij de statistiek 'Foreign Affiliates Statistics' (FATS) van Eurostat.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2021.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2021 tot en met 2023 zijn definitief.

Per 10 februari 2025 zijn de cijfers van O&O-uitgaven en O&O-werknemers gereviseerd. Daarnaast is de eenheid voor werkzame personen aangepast naar duizend en is er een andere manier van geheimhouding berekenen toegepast waardoor meer gegevens beschikbaar zijn. Deze tabel is de opvolger van de tabel "Buitenlandse zeggenschap bedrijven in Nederland; 2008-2020" welke op een ander SBI-niveau rapporteert. Data in deze tabel kan worden vergeleken , daar waar SBI, UCI en onderwerp overeenkomen (zie paragraaf 3).

Wijzigingen per 26 september 2025:
De tabel is geactualiseerd met data van 2023.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers verschijnen in het najaar van 2026.

Toelichting onderwerpen

Financiële gegevens
Productiewaarde
De productiewaarde meet de werkelijk door de eenheid geproduceerde hoeveelheid op basis van de verkopen, de veranderingen in voorraden en de wederverkoop van goederen en diensten.
De productiewaarde wordt gedefinieerd als de omzet, plus of minus de veranderingen in voorraden gereed product, onderhanden werk en goederen en diensten, ingekocht voor wederverkoop, minus de aankopen van goederen en diensten voor wederverkoop, plus de geactiveerde productie, plus andere bedrijfsinkomsten (m.u.v. subsidies). Inkomsten en uitgaven die in de bedrijfsrekeningen als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de productiewaarde buiten beschouwing.
Tot de aankopen van goederen en diensten voor wederverkoop behoren aankopen van diensten die zijn gekocht om in de oorspronkelijke staat aan derden te worden doorverkocht.
Toegevoegde waarde tegen factorkosten
De toegevoegde waarde tegen factorkosten betreft het bruto-inkomen uit bedrijfsactiviteiten na correctie voor exploitatiesubsidies en indirecte belastingen.
De toegevoegde waarde tegen factorkosten kan worden berekend als de omzet plus de geactiveerde productie, plus de overige bedrijfsopbrengsten, plus of minus de voorraadwijziging, minus de aankopen van goederen en diensten, minus de overige productgebonden belastingen die gekoppeld zijn aan de omzet, maar niet aftrekbaar zijn, minus de niet-productgebonden belastingen. Ook kan de toegevoegde waarde tegen factorkosten worden berekend door bij het bruto-exploitatieoverschot de personeelskosten op te tellen.
Inkomsten en uitgaven die in de bedrijfsrekeningen als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de toegevoegde waarde buiten beschouwing. De toegevoegde waarde tegen basisprijzen wordt 'bruto' berekend omdat correcties op de waarde (zoals afschrijvingen) niet worden afgetrokken.
Bruto-investeringen in materiële..
Investeringen in alle materiële goederen gedurende de referentieperiode. Inbegrepen zijn nieuwe en bestaande materiële kapitaalgoederen, of deze nu bij derden zijn gekocht of voor eigen gebruik zijn geproduceerd (d.w.z. geactiveerde productie van materiële kapitaalgoederen), met een nuttige levensduur van meer dan één jaar, met inbegrip van niet-geproduceerde materiële goederen zoals grond. De drempel voor de nuttige levensduur van in aanmerking komende goederen kan worden verhoogd indien in de boekhouding van de vennootschap een langere verwachte nuttige levensduur dan één jaar als drempel wordt gehanteerd.
Alle investeringen worden bruto gewaardeerd (d.w.z. voor waardecorrecties en voor aftrek van inkomsten uit verkoop). Gekochte goederen worden gewaardeerd tegen de aankoopprijs, d.w.z. inclusief vervoer- en installatiekosten, honoraria, belastingen en andere kosten in verband met de eigendomsoverdracht. Zelf geproduceerde materiële goederen worden gewaardeerd tegen de productiekosten. Goederen die worden verworven als gevolg van herstructureringen (zoals fusies, overnames en op – of afsplitsingen), blijven buiten beschouwing. Aankopen van kleine gereedschappen die niet tot de vaste activa behoren, zijn in de lopende uitgaven begrepen.
Inbegrepen zijn voorts alle toevoegingen, veranderingen, verbeteringen en renovaties die de nuttige levensduur verlengen of het productief vermogen van de kapitaalgoederen doen toenemen.
Lopende onderhoudskosten blijven buiten beschouwing, evenals de waarde van en de lopende uitgaven voor kapitaalgoederen die worden gebruikt op grond van huur- en leasecontracten. Ook investeringen in immateriële goederen en financiële activa blijven buiten beschouwing.
Wanneer de facturering, levering, betaling en het eerste gebruik van investeringen in verschillende referentieperiodes plaatsvindt, moet worden gestreefd naar de volgende registratiemethode:
-  Investeringen worden geregistreerd wanneer de eigendom wordt overgedragen aan de eenheid die de goederen denkt te gebruiken.
-  Geactiveerde productie wordt geregistreerd wanneer deze wordt geproduceerd.
-  Voor investeringen die in identificeerbare etappes plaatsvinden, geldt dat iedere deelinvestering moet worden geregistreerd in de referentieperiode waarin deze wordt gedaan.
In de praktijk is dit niet altijd mogelijk; gezien de regels voor bedrijfsboekhoudingen is wellicht een van de volgende benaderingen van deze methode nodig:
a) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze worden geleverd,
b) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze in het productieproces worden ingezet,
c) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze in rekening worden gebracht,
d) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze worden betaald.