Kerncijfers wijken en buurten 2023
| Wijken en buurten | Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens totaal (aantal) | Bevolking Particuliere huishoudens Eenpersoonshuishoudens (aantal) | Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens zonder kinderen (aantal) | Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens met kinderen (aantal) | Bevolking Particuliere huishoudens Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal) | Onderwijs Onderwijssoort Studenten mbo (excl. extranei) (aantal) | Onderwijs Onderwijssoort Studenten hbo (aantal) | Onderwijs Onderwijssoort Studenten wo (aantal) | Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers (aantal) | Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger (x 1 000 euro) | Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner (x 1 000 euro) | Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) | Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Oudendijk | 145 | 25 | 60 | 55 | 2,6 | 10 | 10 | 0 | 300 | 34,1 | 28,9 | ||
| Studentenflats Rode Kruislaan | 960 | 900 | 45 | 20 | 1,1 | 20 | 140 | 550 | 700 | 83,6 | 1,9 | ||
| Oudendijk en omgeving | 15 | 10 | 0 | 0 | 1,0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| Koudenhoven | 220 | 50 | 80 | 85 | 2,4 | 10 | 10 | 10 | 400 | 30,2 | 42,8 | ||
| Wijk 03 Oudenbosch | 6.080 | 2.035 | 2.030 | 2.015 | 2,2 | 390 | 210 | 100 | 11.100 | 35,3 | 29,3 | 44,3 | 15,6 |
| Oudenbosch-Centrum | 2.195 | 935 | 635 | 625 | 2,0 | 110 | 50 | 20 | 3.600 | 32,2 | 26,4 | 47,6 | 11,3 |
| Verspr.h. ten noorden van Oudenbosch | 110 | 20 | 50 | 40 | 2,8 | 10 | 10 | 0 | 300 | 42,6 | 20,9 | ||
| Verspr.h. ten zuiden van Oudenbosch | 140 | 30 | 60 | 50 | 2,5 | 10 | 10 | 10 | 300 | 45,3 | 20,3 | ||
| Verspreide huizen Oudendijkse polder | 230 | 50 | 75 | 105 | 2,6 | 20 | 20 | 0 | 500 | 32,3 | 29,1 | ||
| Oudendijk | 190 | 45 | 80 | 60 | 2,3 | 20 | 10 | 0 | 400 | 33,5 | 24,0 | ||
| Oudendijk Verspreide huizen | 90 | 25 | 35 | 35 | 2,5 | 10 | 10 | 0 | 200 | 34,2 | 26,1 | ||
| Gouden Griffelbuurt | 510 | 60 | 100 | 345 | 3,0 | 40 | 50 | 20 | 1.100 | 31,0 | 42,8 | ||
| Gouden Uilbuurt | 550 | 70 | 100 | 375 | 3,1 | 30 | 50 | 20 | 1.100 | 23,7 | 50,4 | ||
| Uden | 16.995 | 6.160 | 5.105 | 5.730 | 2,2 | 1.060 | 790 | 220 | 30.800 | 38,1 | 32,0 | 39,6 | 17,9 |
| Buitengebied Uden-Oost | 65 | 20 | 20 | 25 | 2,7 | 10 | 10 | 0 | 100 | 45,7 | 18,1 | ||
| Buitengebied Uden-Zuid | 140 | 65 | 30 | 50 | 2,3 | 10 | 10 | 0 | 300 | 45,6 | 18,6 | ||
| Buitengebied Uden-West | 245 | 50 | 90 | 110 | 2,8 | 30 | 10 | 10 | 600 | 41,9 | 20,2 | ||
| Bedrijventerrein Gouden Driehoek | 35 | 5 | 15 | 15 | 2,4 | 10 | 0 | 0 | 100 | ||||
| Oudenhof | 3.795 | 1.760 | 935 | 1.100 | 2,0 | 80 | 130 | 180 | 6.000 | 49,5 | 39,8 | 33,1 | 31,0 |
| Udenhout | 3.460 | 905 | 1.200 | 1.355 | 2,4 | 240 | 210 | 80 | 6.900 | 40,4 | 34,0 | 37,7 | 20,7 |
| Buitengebied Udenhout Zuid-Oost | 20 | 5 | 10 | 10 | 2,8 | 0 | 0 | 0 | 100 | ||||
| Buitengebied Udenhout Zuid-West | 85 | 20 | 30 | 35 | 2,7 | 10 | 10 | 10 | 200 | 42,5 | 28,0 | ||
| Buitengebied Udenhout Noord | 100 | 15 | 35 | 45 | 2,8 | 10 | 20 | 10 | 300 | 41,3 | 25,8 | ||
| Bedrijvengebied Oudenrijn | 120 | 50 | 30 | 35 | 2,2 | 0 | 10 | 10 | 200 | 34,3 | 36,2 | ||
| Oudenhoorn | 565 | 175 | 190 | 200 | 2,2 | 40 | 30 | 10 | 1.100 | 35,4 | 27,7 | ||
| Kern Oudenhoorn | 400 | 140 | 130 | 130 | 2,1 | 30 | 20 | 10 | 700 | 36,0 | 25,6 | ||
| Poldergebied Oudenhoorn | 100 | 25 | 35 | 40 | 2,5 | 10 | 10 | 0 | 200 | 34,2 | 30,6 | ||
| Woudenberg | 5.509 | 1.502 | 1.727 | 2.280 | 2,5 | 420 | 340 | 100 | 11.000 | 40,3 | 31,7 | 37,6 | 21,7 |
| Wijk 00 Woudenberg | 5.505 | 1.500 | 1.730 | 2.280 | 2,5 | 420 | 340 | 100 | 11.000 | 40,3 | 31,7 | 37,6 | 21,7 |
| Woudenberg-Oost | 195 | 45 | 75 | 80 | 2,6 | 20 | 10 | 10 | 400 | 26,8 | 30,8 | ||
| Bron: CBS. | |||||||||||||
Tabeltoelichting
Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.
Gegevens beschikbaar over: 2023.
Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.
Wijzigingen per september 2025
De variabelenset binnen het thema Arbeid is uitgebreid. Vanaf 2023 zijn cijfers over de werkzame beroepsbevolking beschikbaar via deze tabel. Tevens wordt bij arbeidsparticipatie van werknemers voortaan uitgesplitst naar werknemers met een vaste of flexibele arbeidsrelatie.
Wijzigingen per juni 2025
De cijfers voor het thema Nabijheid voorzieningen zijn herberekend na de introductie van een nieuwe versie van de benodigde software, waarbij een afwijkende wijze van afronden ten opzichte van eerdere jaren geprogrammeerd was. Ook zijn diverse verbeteringen en correcties doorgevoerd in het wegennetwerk. Voor heel Nederland gemiddeld zijn de afstanden met maximaal 0,1 km afgenomen. Voor enkele gemeenten zijn de afstanden met maximaal 1,2 km afgenomen. Voor een aantal wijken en buurten zijn de afstanden tot 4,6 km afgenomen en in andere wijken en buurten tot 2,3 km toegenomen.
Wijzigingen per december 2024
Vanaf verslagjaar 2023 is het thema Opleidingsniveau hernoemd tot Onderwijs. De variabelenset is uitgebreid met cijfers over leerlingen en studenten naar onderwijssoort op basis van woonregio. Het bestaande onderdeel over opleidingsniveau is hernoemd tot hoogst behaald onderwijsniveau. In de tabel is een driedeling voor onderwijsniveau opgenomen.
Wijzigingen per oktober 2024
Het CBS heeft recentelijk nieuwe data ontvangen van de RDW, die beter aangeeft of een hybride voertuig een hybride elektrisch of plug-in hybride is. Bij een gedeelte van de hybride voertuigen ontbrak eerder de tweede brandstofsoort (elektrisch) in het RDW-register, waardoor deze groep voertuigen onterecht niet bij de groep ‘personenauto’s; overige brandstof’ was opgenomen. Door een correctie neemt het aantal personenauto’s met overige brandstof met ongeveer 4 duizend toe ten koste van het ‘aantal personenauto; brandstof benzine’.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.
Toelichting onderwerpen
- Bevolking
- De bevolking van Nederland op 1 januari.
Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.
Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.
Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.- Particuliere huishoudens
- Betreft de huishoudens op 1 januari.
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens). De institutionele huishoudens worden hiertoe niet gerekend.- Huishoudens totaal
- Totaal particuliere huishoudens.
- Eenpersoonshuishoudens
- Een particulier huishouden bestaande uit één persoon.
- Huishoudens zonder kinderen
- Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren zonder kinderen, echtparen zonder kinderen en overige huishoudens.
- Huishoudens met kinderen
- Meerpersoonshuishoudens met kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen met kinderen en eenouderhuishoudens.
- Gemiddelde huishoudensgrootte
- Dit gemiddelde is berekend als het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens.
- Onderwijs
- Onderwijssoort
- Leerlingen en studenten naar onderwijssoort en woonregio.
Deze indicator bevat het aantal leerlingen en studenten in het primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) inclusief het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo), hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) naar woonregio op 1 oktober van een betreffend school-/studiejaar.
Leerlingen/studenten die bij meerdere onderwijssoorten staan ingeschreven, bijvoorbeeld hbo en wo, worden bij beide onderwijssoorten geteld.
Van sommige leerlingen of studenten is de woongemeente niet bekend. In dat geval worden deze alleen meegenomen in het totaal van Nederland. De optelling van gemeentelijke aantallen kan derhalve lager zijn dan het totaal van Nederland.
Het totaal aantal leerlingen en studenten woonachtig in een gemeente is inclusief de personen waarvan niet bekend is in welke wijk of buurt zij wonen. De optelling van aantallen bij de wijken binnen een gemeente kan derhalve lager zijn dan het totaal aantal van de gemeente.
De onderwijscijfers zijn afgerond op tientallen. Hierdoor kan het ook voorkomen dat de som van regionale detailgegevens afwijkt van het totaal.
De woonregio is de regio waarin een leerling/student eind september van het betreffende school-/studiejaar woont. Wanneer van een leerling/student geen inschrijving bekend is in de Basisregistratie Personen, is de regio gebruikt waarin de leerling/student volgens de onderwijsregistratie verblijft.
Een leerling/student kan in een andere regio naar school gaan. Vooral bij het hoger onderwijs starten regelmatig Duitse en Belgische studenten hun opleiding net over de grens in Nederland maar wonen dan nog in Duitsland of België, waardoor ze bij woonregio onbekend worden geteld.- Studenten mbo (excl. extranei)
- Studenten middelbaar beroepsonderwijs (exclusief extranei). Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) bestaande uit de leerwegen beroepsopleidende leerweg (bol; voltijd en deeltijd) en beroepsbegeleidende leerweg (bbl).
- Studenten hbo
- Studenten hoger beroepsonderwijs. Hoger beroepsonderwijs (hbo) is een onderwijssoort binnen het hoger onderwijs. Het hbo leidt over het algemeen op tot een bachelorgraad. Daarnaast zijn er kortere programma's die opleiden tot een associate degree. Ook kunnen hogescholen een masteropleiding aanbieden. Hbo-opleidingen worden verzorgd door hogescholen.
- Studenten wo
- Studenten wetenschappelijk onderwijs. Het wetenschappelijk onderwijs (wo) is een onderwijssoort binnen het hoger onderwijs. Het wo leidt over het algemeen op tot een bachelor- of mastergraad. Ook is het mogelijk een diploma voor een vervolg- of beroepsopleiding te halen. Wo-opleidingen worden verzorgd door universiteiten.
- Inkomen
- Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.
De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.- Inkomen van personen
- De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).- Aantal inkomensontvangers
- Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.
Het betreft voorlopige cijfers.
- Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger
- Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Het betreft voorlopige cijfers.
- Gemiddeld inkomen per inwoner
- Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen in particuliere huishoudens per regio.
Het betreft voorlopige cijfers.
- 40% personen met laagste inkomen
- Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Het betreft voorlopige cijfers.
- 20% personen met hoogste inkomen
- Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Het betreft voorlopige cijfers.