Re-integratie-/participatievoorzieningen; type, status voorziening en regio

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Regio's Perioden Re-integratie-/participatievoorzieningen (aantal)
Nederland 2023 januari 219.870
2023 februari 220.170
2023 maart 221.010
2023 april 222.910
2023 mei 224.560
2023 juni 224.350
2023 juli 225.500
2023 augustus 226.040
2023 september 229.720
2023 oktober 230.890
2023 november 233.580
2023 december 225.220
Noord-Nederland (LD) 2023 januari 30.580
2023 februari 30.900
2023 maart 29.820
2023 april 30.190
2023 mei 30.030
2023 juni 30.080
2023 juli 30.600
2023 augustus 30.580
2023 september 30.900
2023 oktober 31.080
2023 november 31.600
2023 december 30.550
Oost-Nederland (LD) 2023 januari 47.330
2023 februari 47.630
2023 maart 47.920
2023 april 48.120
2023 mei 48.530
2023 juni 48.920
2023 juli 49.020
2023 augustus 48.790
2023 september 49.710
2023 oktober 50.340
2023 november 50.960
2023 december 48.510
West-Nederland (LD) 2023 januari 103.900
2023 februari 103.360
2023 maart 104.570
2023 april 105.800
2023 mei 106.800
2023 juni 106.620
2023 juli 106.680
2023 augustus 107.430
2023 september 109.120
2023 oktober 109.510
2023 november 110.160
2023 december 107.690
Zuid-Nederland (LD) 2023 januari 38.060
2023 februari 38.280
2023 maart 38.700
2023 april 38.800
2023 mei 39.200
2023 juni 38.730
2023 juli 39.220
2023 augustus 39.250
2023 september 40.000
2023 oktober 39.960
2023 november 40.850
2023 december 38.480
Groningen (PV) 2023 januari 10.330
2023 februari 10.550
2023 maart 11.130
2023 april 11.350
2023 mei 11.130
2023 juni 11.150
2023 juli 11.230
2023 augustus 11.310
2023 september 11.750
2023 oktober 11.910
2023 november 12.450
2023 december 12.200
Fryslân (PV) 2023 januari 11.540
2023 februari 11.590
2023 maart 11.710
2023 april 11.890
2023 mei 11.930
2023 juni 11.970
2023 juli 12.070
2023 augustus 11.890
2023 september 12.000
2023 oktober 12.000
2023 november 12.010
2023 december 11.490
Drenthe (PV) 2023 januari 8.710
2023 februari 8.770
2023 maart 6.980
2023 april 6.950
2023 mei 6.970
2023 juni 6.960
2023 juli 7.300
2023 augustus 7.380
2023 september 7.140
2023 oktober 7.180
2023 november 7.150
2023 december 6.870
Overijssel (PV) 2023 januari 15.370
2023 februari 15.480
2023 maart 15.670
2023 april 15.850
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de re-integratie- en participatievoorzieningen die gemeenten op grond van de Participatiewet aan personen verstrekken. Het gaat in deze tabel om het aantal re-integratie-/participatievoorzieningen die aan het begin en/of aan het einde van de verslagperiode lopen, die gestart zijn, en die beëindigd zijn in de verslagperiode. De gegevens zijn nader uitgesplitst naar type re-integratie-/participatievoorzieningen, regio’s en perioden. Bij de regionale indeling is uitgegaan van de gemeente die de voorziening heeft verstrekt.

Gegevens beschikbaar vanaf: januari 2023.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 15 december 2025:
- Toegevoegd zijn de definitieve cijfers van april t/m juni 2025.
- Voor gemeente Westerkwartier zijn kopieën gemaakt over de periode september 2024 tot en met maart 2025. Voor gemeente Zwolle zijn kopieën gemaakt over de periode augustus 2024 tot en met maart 2025. In april 2025 zijn voor deze twee gemeenten nieuwe bestanden verwerkt, waardoor er op gemeenteniveau een trendbreuk zichtbaar is.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers komen in maart 2026.

Toelichting onderwerpen

Re-integratie-/participatievoorzieningen
Een voorziening is een activiteit die door een gemeente wordt ingezet nadat de gemeente heeft vastgesteld dat de cliënt een belemmering heeft die directe arbeidsinschakeling bemoeilijkt: er is een afstand tot de arbeidsmarkt. De re-integratievoorziening is er op gericht de afstand tot de arbeidsmarkt van een individuele cliënt te verkleinen, waarbij het lange termijn doel altijd arbeidsinschakeling is. Een voorbeeld hiervan zijn de loonkostensubsidies. Participatievoorzieningen zijn voorzieningen die gericht zijn op het gaan of blijven deelnemen aan de maatschappij. Hiertoe worden bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of overige sociale activering gerekend. Het is niet relevant of een voorziening door de gemeenten zelf wordt uitgevoerd of ingekocht.