Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Status cijfer Regio's Perioden Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen Totaal bijstandsuitkeringen (aantal) Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen Algemene bijstand (aantal) Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen BBZ (aantal) Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen IOAW (aantal) Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen IOAZ (aantal) Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen Adreslozen (aantal) Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen Overig adreslozen (aantal) Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen Elders verzorgden (aantal)
Voorlopig Nederland 2026
Voorlopig Noord-Nederland (LD) 2026
Voorlopig Oost-Nederland (LD) 2026
Voorlopig West-Nederland (LD) 2026
Voorlopig Zuid-Nederland (LD) 2026
Voorlopig Groningen (PV) 2026
Voorlopig Fryslân (PV) 2026
Voorlopig Drenthe (PV) 2026
Voorlopig Overijssel (PV) 2026
Voorlopig Flevoland (PV) 2026
Voorlopig Gelderland (PV) 2026
Voorlopig Utrecht (PV) 2026
Voorlopig Noord-Holland (PV) 2026
Voorlopig Zuid-Holland (PV) 2026
Voorlopig Zeeland (PV) 2026
Voorlopig Noord-Brabant (PV) 2026
Voorlopig Limburg (PV) 2026
Voorlopig Oost-Groningen (CR) 2026
Voorlopig Delfzijl en omgeving (CR) 2026
Voorlopig Overig Groningen (CR) 2026
Voorlopig Noord-Friesland (CR) 2026
Voorlopig Zuidwest-Friesland (CR) 2026
Voorlopig Zuidoost-Friesland (CR) 2026
Voorlopig Noord-Drenthe (CR) 2026
Voorlopig Zuidoost-Drenthe (CR) 2026
Voorlopig Zuidwest-Drenthe (CR) 2026
Voorlopig Noord-Overijssel (CR) 2026
Voorlopig Zuidwest-Overijssel (CR) 2026
Voorlopig Twente (CR) 2026
Voorlopig Veluwe (CR) 2026
Voorlopig Achterhoek (CR) 2026
Voorlopig Arnhem/Nijmegen (CR) 2026
Voorlopig Zuidwest-Gelderland (CR) 2026
Voorlopig Utrecht (CR) 2026
Voorlopig Kop van Noord-Holland (CR) 2026
Voorlopig Alkmaar en omgeving (CR) 2026
Voorlopig IJmond (CR) 2026
Voorlopig Agglomeratie Haarlem (CR) 2026
Voorlopig Zaanstreek (CR) 2026
Voorlopig Groot-Amsterdam (CR) 2026
Voorlopig Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2026
Voorlopig Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2026
Voorlopig Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2026
Voorlopig Delft en Westland (CR) 2026
Voorlopig Oost-Zuid-Holland (CR) 2026
Voorlopig Groot-Rijnmond (CR) 2026
Voorlopig Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2026
Voorlopig Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2026
Voorlopig Overig Zeeland (CR) 2026
Voorlopig West-Noord-Brabant (CR) 2026
Voorlopig Midden-Noord-Brabant (CR) 2026
Voorlopig Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2026
Voorlopig Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2026
Voorlopig Noord-Limburg (CR) 2026
Voorlopig Midden-Limburg (CR) 2026
Voorlopig Zuid-Limburg (CR) 2026
Voorlopig Flevoland (CR) 2026
Voorlopig Aa en Hunze 2026
Voorlopig Aalsmeer 2026
Voorlopig Aalten 2026
Voorlopig Achtkarspelen 2026
Voorlopig Alblasserdam 2026
Voorlopig Albrandswaard 2026
Voorlopig Alkmaar 2026
Voorlopig Almelo 2026
Voorlopig Almere 2026
Voorlopig Alphen aan den Rijn 2026
Voorlopig Alphen-Chaam 2026
Voorlopig Altena 2026
Voorlopig Ameland 2026
Voorlopig Amersfoort 2026
Voorlopig Amstelveen 2026
Voorlopig Amsterdam 2026
Voorlopig Apeldoorn 2026
Voorlopig Arnhem 2026
Voorlopig Assen 2026
Voorlopig Asten 2026
Voorlopig Baarle-Nassau 2026
Voorlopig Baarn 2026
Voorlopig Barendrecht 2026
Voorlopig Barneveld 2026
Voorlopig Beek (L.) 2026
Voorlopig Beekdaelen 2026
Voorlopig Beesel 2026
Voorlopig Berg en Dal 2026
Voorlopig Bergeijk 2026
Voorlopig Bergen (L.) 2026
Voorlopig Bergen (NH.) 2026
Voorlopig Bergen op Zoom 2026
Voorlopig Berkelland 2026
Voorlopig Bernheze 2026
Voorlopig Best 2026
Voorlopig Beuningen 2026
Voorlopig Beverwijk 2026
Voorlopig De Bilt 2026
Voorlopig Bladel 2026
Voorlopig Blaricum 2026
Voorlopig Bloemendaal 2026
Voorlopig Bodegraven-Reeuwijk 2026
Voorlopig Boekel 2026
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens die (mede) als grondslag dienen bij het bepalen van de hoogte van de Algemene Uitkeringen aan gemeenten en provincies. Daarnaast zijn er enkele gegevens ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering beschikbaar.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt deze uitkeringen aan de hand van verdeelmodellen. De hiervoor gebruikte eenheden die het CBS levert worden beschreven in de 'Toelichting op de berekeningen van de uitkeringen uit het gemeentefonds 1997 e.v. jaren', zie paragraaf 3. Dit verdeelstelsel is op 1 januari 1998 in werking getreden (Staatsblad, 1997, 526).

Gegevens beschikbaar vanaf: 2023.

Status van de cijfers:
Er worden zowel voorlopige als definitieve cijfers gepubliceerd.

De onderwerpen: Belastingcapaciteit woningen, belastingcapaciteit niet-woningen en Amendement De Pater kunnen door nagekomen berichten ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Wijzigingen per december 2025
Definitieve cijfers 2023
-Belastingcapaciteit woningen
-Belastingcapaciteit niet-woningen
-Amendement De Pater

Definitieve cijfers 2025
-Land (Gf-Fvw)
-Water (Gf-Fvw)
-Bebouwing (Gf-Fvw)
-Bodemfactor
-Oeverlengte
-Inwoners met hoge zorgkosten

Voorlopige cijfers 2026
-Inwoners stedelijk en landelijk gebied
-Centrumfunctie (absoluut)
-Centrumfunctie (relatief)
-Woonkernen totaal
-Woonkernen met minimaal 500 adressen
-Omgevingsadressendichtheid
-Regionaal klantenpotentieel
-Land (Gf-Fvw)
-Water (Gf-Fvw)
-Bebouwing (Gf-Fvw)
-Bodemfactor
-Oeverlengte

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Sociale zekerheid
Bijstandsuitkeringen
Aantal huishoudens - voor zover alle personen die deel uitmaken van het huishouden thuiswonend en beneden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, zijn - dat in een gemeente een periodieke algemene uitkering ontvangt op grond van:

1. Algemene bijstand.
2. BBZ
3. IOAW.
4. IOAZ.
5. Adreslozen
6. Overig adreslozen.
7. Elders verzorgden.

Indien een huishouden zowel een periodieke uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet als een periodieke uitkering op grond van de IOAW of IOAZ, dan telt dat huishouden twee keer mee.

Procedure vaststelling
Bepalend bij vaststelling is het aantal uitkeringen aan thuiswonende personen beneden de pensioengerechtigde leeftijd met een periodieke algemene uitkering op 31 december van het voorgaand jaar. Buiten beschouwing blijven uitkeringen die gedurende december zijn beëindigd (inclusief incidentele uitkeringen), uitkeringen aan elders verzorgden en uitkeringen aan personen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd. Wordt aan meerdere personen in een huishouden een uitkering verstrekt dan telt dit in de maatstaf als één uitkering.

Aan dit bestand worden door het CBS zelfstandig gegevens toegevoegd over uitkeringen die door de gemeente, op het moment van aanmaak van het bestand voor het CBS, nog niet in de uitkeringsadministratie waren verwerkt. Deze informatie wordt opgespoord door het bestand van december te vergelijken met die van de daaropvolgende maanden. Is een bestand van een gemeente statistisch in orde dan worden de aantallen voor deze maatstaf door het CBS vastgesteld en schriftelijk aan de gemeente doorgegeven. De gemeente heeft na ontvangst van de brief één maand de tijd om te reageren.

Aantallen zijn afgeronde (gehele) cijfers op tienvoud.

Totaal bijstandsuitkeringen
Het totaal aantal uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en kortdurend de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) waarbij de WWB per 1 januari 2015 is vervangen door de Participatiewet.
Een uitkering aan een (echt)paar wordt geteld als één uitkering aan twee personen.

De cijfers over het aantal bijstandsuitkeringen in de tabel Maatstaven Fvw kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal bijstandsuitkeringen bij het thema arbeid en sociale zekerheid.
Bij het vaststellen van het aantal uitkeringen in een verslagjaar (t) wordt ten behoeve van de Maatstaven Fvw met terugwerkende kracht informatie verwerkt die afkomstig is uit de gegevens van latere maanden (in t+1) over het verslagjaar.
In de tabellen onder het thema arbeid en sociale zekerheid worden alleen die uitkeringen geteld die daadwerkelijk in de desbetreffende verslagperiode (t) geregistreerd stonden.
Algemene bijstand
Algemene bijstand tot de AOW-leeftijd

Het aantal uitkeringen aan personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd in het kader van de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
AOW-gerechtigde leeftijd
De leeftijd waarop het recht op een AOW-uitkering ingaat.
Tot 2013 was de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar. Met ingang van 1 januari 2013 gaat deze leeftijd elk jaar met stappen van één of meerdere maanden omhoog.
De AOW-gerechtigde leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden per jaar verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden.
In 2022 gaat de AOW-leeftijd verder omhoog naar 67 jaar en 3 maanden. Vanaf 2022 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Participatiewet (PW)
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de Wsw.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.

De cijfers over het aantal bijstandsuitkeringen in de tabel Maatstaven Fvw kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal bijstandsuitkeringen bij het thema arbeid en sociale zekerheid.
Bij het vaststellen van het aantal uitkeringen in een verslagjaar (t) wordt ten behoeve van de Maatstaven Fvw met terugwerkende kracht informatie verwerkt die afkomstig is uit de gegevens van latere maanden (in t+1) over het verslagjaar.
In de tabellen onder het thema arbeid en sociale zekerheid worden alleen die uitkeringen geteld die daadwerkelijk in de desbetreffende verslagperiode (t) geregistreerd stonden.
BBZ
Aantallen uitkeringen aan zelfstandigen ingevolge het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (Bbz).

De bijstand kan worden verstrekt om te voorzien in levensonderhoud of in de vorm van bedrijfskapitaal.
Voor beginnende, gevestigde, oudere of beëindigende zelfstandigen gelden daartoe bijzondere bepalingen waarbij de inkomenseis, vermogensvrijlating, hoogte van te verstrekken bedrijfskapitaal en duur van de uitkering specifiek zijn geregeld.
Als overgangsperiode na de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) heeft de rijksoverheid besloten de Bbz-regeling van 1 oktober 2021 tot en met 31 maart 2022 tijdelijk te versoepelen. Hierdoor kwamen ondernemers in deze periode eerder in aanmerking voor Bbz levensonderhoud en zijn de aantallen personen met Bbz levensonderhoud hoger dan in eerdere jaren.
IOAW
Aantallen uitkeringen aan oudere werknemers en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, jonger dan 65 jaar, definitieve cijfers.
IOAW = Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers.

Het gaat om de volgende categorieën:
- Werkloze werknemers die de maximale uitkeringsduur van de werkloosheidswet hebben bereikt en die bij de aanvang van de werkloosheid 50 jaar of ouder was nog geen 57,5 jaar;
- Werkloze werknemers die werkloos zijn geworden na het bereiken van de leeftijd van 57,5 jaar en slechts recht hebben op de kortdurende WW-uitkering;
- Arbeidsongeschikte werknemers met een gedeeltelijke WAO-uitkering (minder dan 80%) die de maximale uitkeringsduur van de Werkloosheidswet hebben bereikt;
- Jonggehandicapten met een gedeeltelijke WAJONG-uitkering (minder dan 80%).
IOAZ
Aantallen uitkeringen aan oudere gewezen zelfstandigen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
IOAZ = Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen.
Adreslozen
Aantallen uitkeringen aan bijstandsontvangers zonder adres als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
Overig adreslozen
De aanvrager heeft geen vaste woon- of verblijfplaats maar is niet (geheel) adresloos. Overig adreslozen, ook wel thuisloze daklozen genoemd, zijn wel ingeschreven op een woonadres/briefadres, maar vinden structureel onderdak op verschillende adressen. Dit kan bijvoorbeeld zijn doordat zij door een scheiding nog in het huis wonen van een ex-partner, bij vrienden of bij familie. Het briefadres is dan ook veelal een instelling voor opvang, vrienden of familie.
Elders verzorgden
De aanvrager verblijft (voltijd of deeltijd) in een inrichting ter verpleging of verzorging zoals bedoeld in artikel 1. lid f Participatiewet.