Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Status cijfer Regio's Perioden Inwoners Inwoners met een migratieachtergrond (aantal) Inwoners stedelijk en landelijk gebied Zeer sterk stedelijk (aantal) Inwoners stedelijk en landelijk gebied Sterk stedelijk (aantal) Particuliere huishoudens Huishoudens met relatief laag inkomen (aantal) Sociale zekerheid Personen in doelgroepregister (aantal) Vastgoed Amendement De Pater (mln euro) Onderwijs Inwoners met laag opleidingsniveau Ondergrens 95%-interval (aantal) Onderwijs Inwoners met laag opleidingsniveau Bovengrens 95%-interval (aantal) Onderwijs Achterstandsscore (aantal) Oppervlakten Water (Gf-Fvw) Water totaal (ha) Oppervlakten Water (Gf-Fvw) Binnenwater (ha) Oppervlakten Water (Gf-Fvw) Buitenwater (ha)
Voorlopig Achterhoek (CR) 2026 6.390 50.670 1.727 1.727 0
Voorlopig Groot-Amsterdam (CR) 2026 930.240 293.640 18.437 8.104 10.333
Voorlopig Amsterdam 2026 797.740 102.830 5.388 3.352 2.036
Voorlopig Apeldoorn 2026 30.090 86.010 132 132 0
Voorlopig Capelle aan den IJssel 2026 22.230 42.670 119 119 0
Voorlopig Deventer 2026 29.460 25.140 386 386 0
Voorlopig Drechterland 2026 0 0 2.174 68 2.105
Voorlopig Echt-Susteren 2026 0 2.350 167 167 0
Voorlopig Kapelle 2026 0 0 1.255 113 1.142
Voorlopig Oisterwijk 2026 0 5.900 135 135 0
Voorlopig Oosterhout 2026 7.920 24.280 167 167 0
Voorlopig Opsterland 2026 0 0 326 326 0
Voorlopig Oudewater 2026 0 0 106 106 0
Voorlopig Rotterdam 2026 488.620 118.250 10.413 7.452 2.961
Voorlopig Terneuzen 2026 0 9.380 6.797 1.302 5.495
Voorlopig Terschelling 2026 0 0 58.879 158 58.720
Voorlopig Twenterand 2026 0 0 208 208 0
Voorlopig Tytsjerksteradiel 2026 0 0 1.291 1.291 0
Voorlopig Waterland 2026 0 0 6.357 412 5.946
Voorlopig Westerkwartier 2026 0 1.120 645 645 0
Voorlopig Westerveld 2026 0 0 435 435 0
Voorlopig Westervoort 2026 0 1.320 81 81 0
Voorlopig Westerwolde 2026 0 0 505 505 0
Voorlopig Winterswijk 2026 0 11.100 73 73 0
Voorlopig Zoetermeer 2026 63.600 54.130 325 325 0
Voorlopig Zoeterwoude 2026 0 1.930 77 77 0
Voorlopig Zwartewaterland 2026 0 0 593 593 0
Definitief Achterhoek (CR) 2026
Definitief Groot-Amsterdam (CR) 2026
Definitief Amsterdam 2026
Definitief Apeldoorn 2026
Definitief Capelle aan den IJssel 2026
Definitief Deventer 2026
Definitief Drechterland 2026
Definitief Echt-Susteren 2026
Definitief Kapelle 2026
Definitief Oisterwijk 2026
Definitief Oosterhout 2026
Definitief Opsterland 2026
Definitief Oudewater 2026
Definitief Rotterdam 2026
Definitief Terneuzen 2026
Definitief Terschelling 2026
Definitief Twenterand 2026
Definitief Tytsjerksteradiel 2026
Definitief Waterland 2026
Definitief Westerkwartier 2026
Definitief Westerveld 2026
Definitief Westervoort 2026
Definitief Westerwolde 2026
Definitief Winterswijk 2026
Definitief Zoetermeer 2026
Definitief Zoeterwoude 2026
Definitief Zwartewaterland 2026
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens die (mede) als grondslag dienen bij het bepalen van de hoogte van de Algemene Uitkeringen aan gemeenten en provincies. Daarnaast zijn er enkele gegevens ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering beschikbaar.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt deze uitkeringen aan de hand van verdeelmodellen. De hiervoor gebruikte eenheden die het CBS levert worden beschreven in de 'Toelichting op de berekeningen van de uitkeringen uit het gemeentefonds 1997 e.v. jaren', zie paragraaf 3. Dit verdeelstelsel is op 1 januari 1998 in werking getreden (Staatsblad, 1997, 526).

Gegevens beschikbaar vanaf: 2023.

Status van de cijfers:
Er worden zowel voorlopige als definitieve cijfers gepubliceerd.

De onderwerpen: Belastingcapaciteit woningen, belastingcapaciteit niet-woningen en Amendement De Pater kunnen door nagekomen berichten ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Wijzigingen per 9 december 2025

Definitieve cijfers 2023
-Huishoudens met relatief laag inkomen

Voorlopige cijfers 2024
-Huishoudens met relatief laag inkomen

Definitieve cijfers 2024
-Huishoudens met relatief laag inkomen

Voorlopige cijfers 2025
-Huishoudens met relatief laag inkomen

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Inwoners
Inwoners op 1 januari.
Dit betreft alle personen die in de Basisregistratie Personen (BRP) zijn opgenomen.
Inwoners met een migratieachtergrond
Meegeteld worden personen met als migratieachtergrond een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Op grond van hun sociaaleconomische of sociaal-culturele positie worden sommige personen met een migratieachtergrond uit Indonesië of Japan niet meegerekend. Het gaat daarbij om mensen die in het voormalige Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.

Migratieachtergrond
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.

Van dit onderdeel worden alleen definitieve cijfers gebruikt.
Inwoners stedelijk en landelijk gebied
Het aantal inwoners per regio ingedeeld naar vijf stedelijkheidsklassen.
De indeling naar stedelijkheidsklasse wordt afgeleid van de Omgevingsadressendichtheid (OAD) die wordt weergegeven in adressen per km².
De volgende klassen worden onderscheiden:
- Zeer sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 2 500 of meer)
- Sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 tot 2 500)
- Matig stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 000 tot 1 500)
- Weinig stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 500 tot 1 000)
- Niet-stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van minder dan 500).

Inwoners landelijk gebied is de som van het aantal inwoners in de klassen weinig stedelijk en niet stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van minder dan 1 000).

Het aantal inwoners in het stedelijk gebied is met ingang van 2012 geen onderdeel meer van de uitkeringen uit het Provinciefonds. Inwoners stedelijk gebied is de som van het aantal inwoners in de klassen zeer sterk stedelijk en sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 of meer).
Inwoners in de klasse matig stedelijk worden niet tot landelijk of stedelijk gebied gerekend.


Definitieve cijfers
Met ingang van de cijfers over 2015 wordt de OAD per vierkant van 500 meter bij 500 meter berekend naar de BAG van 1 januari, waarbij aan alle in gebruik zijnde verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen een vierkant van 500 meter bij 500 meter is toegekend.
Inwoners per rastervierkant zijn afkomstig door alle personen van de Basis Registratie Personen per 1 januari van het peiljaar aan vierkanten toe te delen.

Voorlopige cijfers
Berekening wordt uitgevoerd in november van het voorgaand jaar.
De gemeentelijke indeling van het peiljaar is afgeleid van een herindeling en eventuele grootschalige opsplitsing van gemeenten van het voorgaande jaar. Kleinere grenscorrecties tussen gemeenten worden hierbij buiten beschouwing gelaten.
Met ingang van 2015 wordt berekening van voorlopige cijfers van een peiljaar gebruik gemaakt van de BAG van 1 september van het voorgaand jaar voor afleiding van de stedelijkheidsklasse van het vierkant. De toedeling van aantallen inwoners naar stedelijkheidsklasse vindt plaats door gebruik te maken van definitieve bevolkingsaantallen per rastervierkant van 1 januari van het voorgaand jaar.
Zeer sterk stedelijk
Aantal inwoners in zeer sterk stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid van 2 500 of meer adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Sterk stedelijk
Aantal inwoners in sterk stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 tot 2 500 adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Particuliere huishoudens
Een particulier huishouden is een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en zichzelf daar particulier, d.w.z. niet bedrijfsmatig voorziet in huisvesting en dergelijke levensbehoeften.

Een particulier huishouden wordt afgeleid uit de Basis Registratie Personen en belastingdienstgegevens over samenwonende paren met waar nodig gebruikmaking van de Enquête Beroepsbevolking.
Huishoudens met relatief laag inkomen
Het aantal particuliere huishoudens exclusief studentenhuishoudens in een regio in het 2e, 3e en 4e deciel van de landelijke inkomensverdeling van het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens exclusief studentenhuishoudens.

Het huishoudensinkomen bestaat uit de som van de inkomens van de afzonderlijke leden van de huishoudens.

Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.

In tabellen met inkomensverdelingen zijn de huishoudens in tien inkomensklassen verdeeld. De klassengrenzen van de verdeling zijn als volgt bepaald. De huishoudens worden gerangschikt naar hoogte van besteedbaar inkomen. Daarna worden de eenheden in tien, qua aantal gelijke groepen (zogenaamde decielgroepen) verdeeld en wordt het hoogste inkomen in elke groep bepaald. Deze inkomens vormen de klassengrenzen of decielen. Voor de maatstaf geldt het totaal aantal huishoudens met een inkomen in het 2e, 3e en 4e deciel.

Voorlopige cijfers betreffen voorlopige gegevens over het voorgaand jaar. Definitieve cijfers betreffen definitieve gegevens over het voorgaand jaar.


Sociale zekerheid
Personen in doelgroepregister
Het aantal personen per gemeente die tot de gemeentelijke doelgroep behoort en op peildatum 30 juni van het voorgaand jaar met één of meer lopende grondslag(en) arbeidsbeperktheid in het Doelgroepregister opgenomen was.

De grondslagen arbeidsbeperktheid, die bij de gemeentelijke doelgroep behoren, zijn:
- Indicatie banenafspraak.
- Werken met een gemeente-voorziening.
- Verminderde loonwaarde.
- Geldige WSW-indicatie, maar geen sw-plaatsing.
- Begeleiding jobcoach.
- WIW- of ID-baan.
- Tijdelijke registraties, afgewezen Wajong.
- Tijdelijke registraties; schoolverlaters VSO/PRO en MBO entree.
- Afgewezen Wajong aanvragen.
- VSO leerlingen.
- PRO leerlingen.

Het Doelgroepregister is een landelijk register waarin alle mensen staan die vallen onder de banenafspraak. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beheert dit register. Met de gegevens uit het Doelgroepregister kan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) controleren of werkgevers de afgesproken extra banen voor mensen met ziekte of handicap realiseren. Werkgevers en gemeenten kunnen zien of een werknemer, sollicitant, uitzendkracht of gedetacheerde werknemer in het Doelgroepregister staat.
Naast personen, die onder de banenafspraak vallen, zijn ook personen in het register opgenomen, die niet onder de banenafspraak vallen, zoals bijvoorbeeld personen met een beschikking beschut werk.

Van dit onderdeel worden alleen definitieve cijfers gebruikt.

Vastgoed
De volgende cijfers zijn opgenomen;
- De voorraadcijfers uit de BAG, uitgesplitst naar woningen, woningen met logies en utiliteit (niet-woningen) met logies.
- De belastingcapaciteit van WOZ-objecten woningen en niet-woningen en de waardevermindering op de niet-woningen. Door nagekomen berichten van gemeenten kunnen deze cijfers ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Met ingang van 2024 wordt de belastingcapaciteit woningen en niet-woningen bepaald volgens een nieuw proces. In dit nieuwe proces blijft de wijze van berekening van de variabelen hetzelfde, maar worden de onderliggende, ontbrekende WOZ-waarden op verbeterde wijze ingeschat. Dit kan bij sommige gemeenten leiden tot grotere verschillen t.o.v. van voorgaande jaren, dan uitsluitend op basis van de waardeontwikkeling verwacht zou worden.




Amendement De Pater
Het bedrag waarmee de belastingcapaciteit voor niet-woningen verminderd moet worden in verband met het buiten aanmerking laten van het woondeel bij gemengde panden.
Het amendement De Pater-van der Meer beoogt huishoudens met een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, te laten profiteren van de afschaffing van het gebruikersdeel op woningen, in het kader van de Wet 'Afschaffing gebruikersdeel OZB op woningen'.
Onderwijs
Inwoners met laag opleidingsniveau
Het aantal inwoners van 23 jaar en ouder met een laag opleidingsniveau.

Voorlopige cijfers: Uit het Opleidingsniveaubestand van 1 oktober, voorafgaande aan het jaar van de gemeentelijke indeling, wordt na toepassing van weging met de in het bestand opgenomen gewichten per gemeente een telling verricht van het aantal laagopgeleiden van 23 jaar en ouder. Dit betreft voorlopige gegevens over laagopgeleiden.

Laagopgeleid omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en de entreeopleiding, de voormalige assistentenopleiding (mbo1), praktijkonderwijs.
Ondergrens 95%-interval
Dit is de ondergrens van het interval waarvan met 95% zekerheid verwacht wordt dat de werkelijke waarde er binnen ligt.
Bovengrens 95%-interval
Dit is de bovengrens van het interval waarvan met 95% zekerheid verwacht wordt dat de werkelijke waarde er binnen ligt.
Achterstandsscore
De onderwijsachterstand per regio, uitgedrukt in een achterstandsscore met drempel. De achterstandsscore is gebaseerd op de onderwijsscore per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling. Varende kleuters (BRIN 27MK) en leerlingen in het speciaal basisonderwijs zijn uitgesloten. Indien de achterstandsscore van een regio negatief is, wordt deze gelijkgesteld aan nul.

Onderwijsscores worden berekend op basis van de regressiecoëfficiënten van de omgevingskenmerken die volgen uit een eerder ontwikkeld analysemodel waarbij de relatie tussen onderwijsprestaties (Cito-eindscores), de potentie van het kind (intelligentiescores) en omgevingskenmerken wordt vastgesteld.

De schoolprestaties van kinderen, gemeten als Cito-scores in groep 8, kunnen het best verklaard worden door een uitgebreid model met een maat voor de intelligentie van leerlingen en een zestal omgevingskenmerken: de opleidingsniveaus van de ouders, het gemiddelde opleidingsniveau van alle moeders op de school van het kind, de herkomst van de ouders, de verblijfsduur in Nederland van de moeder, de intelligentiescore van het kind, en of de ouders in de schuldsanering zitten.

De regressiecoëfficiënten van de omgevingskenmerken uit het analysemodel worden gebruikt om de onderwijsscores van alle kinderen in de onderzoekspopulatie te berekenen. De uit het model afgeleide regressiecoëfficiënten van alle omgevingskenmerken van een kind worden daartoe bij elkaar opgeteld. Alleen de coëfficiënt voor intelligentie telt niet mee in de optelsom. Het is immers niet de bedoeling om budget toe te kennen op basis van intelligentie oftewel wat kinderen zouden kunnen, maar alleen op basis van de omgevingskenmerken die ertoe leiden dat zij minder presteren dan zij zouden kunnen.

Gemeenten worden bekostigd op basis van achterstandsscores, waarbij een drempel wordt toegepast. Deze scores zijn de uitkomst van de formule A-B, waarbij B de drempel is. A en B worden als volgt berekend:
A = som van de uitkomsten van de formule C-D voor alle peuters (i.e. 2,5 tot 4-jarigen) en basisschoolleerlingen die behoren tot de 15% met de laagste onderwijsscore, waarbij:
C = landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle peuters en basisschoolleerlingen;
D = onderwijsscore van het kind.
B = E x F x (C-G), waarbij:
E = alle peuters en basisschoolleerlingen;
F = 5%;
C = landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle peuters en basisschoolleerlingen;
G = landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle peuters en basisschoolleerlingen die behoren tot de 15% met de laagste onderwijsscore.

De scores naar de gemeentelijke indeling van een peiljaar worden afgeleid van de hoogte van de achterstandsscores in die gemeenten op peildatum 1 februari van het voorgaand jaar.
Oppervlakten
Water (Gf-Fvw)
De oppervlakte binnen- en buitenwater(Gf-Fvw) in hectare, wordt berekend op basis van de meest recente topografische kaartbladen van de Basis Registratie Topografie (BRT) van het Kadaster, volgens de omschrijvingen van de meest recent gepubliceerde statistiek van het Bodemgebruik.
Jaarlijks word de digitale topografische kaart van Nederland opnieuw door het Kadaster geïnventariseerd en gepubliceerd. De inventarisatie wordt afgeleid van luchtfoto’s en is maximaal twee jaar oud.

Naast de oppervlakten binnenwater(Gf-Fvw) en buitenwater(Gf-Fvw) publiceert het CBS ook oppervlakten binnenwater en buitenwater volgens de methodiek van de statistiek van het Bodemgebruik. Berekende oppervlakten binnenwater en buitenwater verschillen tussen beide publicaties. Daar waar de berekening voor het Gemeentefonds uitgaat van de meest recent gepubliceerde topografische kaarten gebruikt de statistiek van het Bodemgebruik een jaaropname, die integraal van Nederland eens in de drie jaar wordt uitgevoerd, en heeft daarmee een oudere grondslag.
In de toepassing voor het Gemeentefonds worden delen van binnenwater tot buitenwater gerekend en andersom.
Water totaal
Oppervlakte binnenwater en buitenwater in hectaren volgens de regionale indeling op 1 januari van het peiljaar.
Binnenwater
Oppervlakte binnenwater in hectaren volgens de regionale indeling op 1 januari van het peiljaar.

De oppervlakken binnenwater omvat alle aaneengesloten vlakken water groter dan 1 hectare.
Het betreft inlandig water in gebruik als vaarweg, recreatiewater, delfstofwinplaats, vloei en/of slibveld, of als spaarbekken, aangevuld met delen van het IJsselmeer, gelegen tussen havenhoofden en strekdammen.
Verder is toegevoegd aan binnenwater die delen van de Waddenzee, de Eems, de Dollard, de Noordzee, de Ooster- en Westerschelde gelegen tussen havenhoofden en strekdammen.
Buitenwater
Oppervlakte buitenwater in hectaren volgens de regionale indeling op 1 januari van het peiljaar.

De oppervlakte water volgens de omschrijvingen van het buitenwater in de statistiek van het Bodemgebruik aangevuld met het IJsselmeer, met uitzondering van delen gelegen tussen havenhoofden en strekdammen. Uitgezonderd van buitenwater zijn delen van de Waddenzee, de Eems, de Dollard, de Noordzee, de Ooster- en Westerschelde gelegen tussen havenhoofden en strekdammen.