Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Status cijfer Regio's Perioden Inwoners Inwoners met een migratieachtergrond (aantal) Particuliere huishoudens Eenpersoonshuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens Eenouderhuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens Huishoudens met relatief laag inkomen (aantal) Bodemgesteldheid en oeverlengte Bodemfactor Kleiveengrond (ha) Bodemgesteldheid en oeverlengte Bodemfactor Veengrond (ha) Bodemgesteldheid en oeverlengte Oeverlengte Oeverlengte op kleiveen- en veengebied (hm)
Voorlopig West-Nederland (LD) 2026 187.902 50.273 204.608
Voorlopig Zuidwest-Friesland (CR) 2026 1.190 1 523
Voorlopig Zuidwest-Drenthe (CR) 2026 0 0 0
Voorlopig Zuidwest-Overijssel (CR) 2026 0 0 0
Voorlopig Zuidwest-Gelderland (CR) 2026 8.765 631 2.881
Voorlopig Delft en Westland (CR) 2026 5.074 87 4.325
Voorlopig West-Noord-Brabant (CR) 2026 5.592 266 1.494
Voorlopig Amstelveen 2026 1.387 144 1.650
Voorlopig 's-Gravenhage (gemeente) 2026 245 20 343
Voorlopig Groningen (gemeente) 2026 1.214 1 490
Voorlopig Heerenveen 2026 106 6 53
Voorlopig Heeze-Leende 2026 0 0 0
Voorlopig Hoogeveen 2026 0 0 0
Voorlopig Sittard-Geleen 2026 0 0 0
Voorlopig Steenbergen 2026 1.652 62 250
Voorlopig Steenwijkerland 2026 74 0 15
Voorlopig Súdwest-Fryslân 2026 1.189 0 522
Voorlopig Utrecht (gemeente) 2026 506 72 281
Voorlopig Veendam 2026 0 0 0
Voorlopig Veenendaal 2026 0 0 0
Voorlopig Waddinxveen 2026 1.421 511 3.229
Voorlopig West Betuwe 2026 4.717 307 1.321
Voorlopig West Maas en Waal 2026 101 0 21
Voorlopig Westerkwartier 2026 1.052 16 178
Voorlopig Westerveld 2026 0 0 0
Voorlopig Westervoort 2026 3 0 0
Voorlopig Westerwolde 2026 41 0 28
Voorlopig Westland 2026 1.210 3 960
Voorlopig Weststellingwerf 2026 0 0 0
Definitief West-Nederland (LD) 2026
Definitief Zuidwest-Friesland (CR) 2026
Definitief Zuidwest-Drenthe (CR) 2026
Definitief Zuidwest-Overijssel (CR) 2026
Definitief Zuidwest-Gelderland (CR) 2026
Definitief Delft en Westland (CR) 2026
Definitief West-Noord-Brabant (CR) 2026
Definitief Amstelveen 2026
Definitief 's-Gravenhage (gemeente) 2026
Definitief Groningen (gemeente) 2026
Definitief Heerenveen 2026
Definitief Heeze-Leende 2026
Definitief Hoogeveen 2026
Definitief Sittard-Geleen 2026
Definitief Steenbergen 2026
Definitief Steenwijkerland 2026
Definitief Súdwest-Fryslân 2026
Definitief Utrecht (gemeente) 2026
Definitief Veendam 2026
Definitief Veenendaal 2026
Definitief Waddinxveen 2026
Definitief West Betuwe 2026
Definitief West Maas en Waal 2026
Definitief Westerkwartier 2026
Definitief Westerveld 2026
Definitief Westervoort 2026
Definitief Westerwolde 2026
Definitief Westland 2026
Definitief Weststellingwerf 2026
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens die (mede) als grondslag dienen bij het bepalen van de hoogte van de Algemene Uitkeringen aan gemeenten en provincies. Daarnaast zijn er enkele gegevens ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering beschikbaar.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt deze uitkeringen aan de hand van verdeelmodellen. De hiervoor gebruikte eenheden die het CBS levert worden beschreven in de 'Toelichting op de berekeningen van de uitkeringen uit het gemeentefonds 1997 e.v. jaren', zie paragraaf 3. Dit verdeelstelsel is op 1 januari 1998 in werking getreden (Staatsblad, 1997, 526).

Gegevens beschikbaar vanaf: 2023.

Status van de cijfers:
Er worden zowel voorlopige als definitieve cijfers gepubliceerd.

De onderwerpen: Belastingcapaciteit woningen, belastingcapaciteit niet-woningen en Amendement De Pater kunnen door nagekomen berichten ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Wijzigingen per 9 december 2025

Definitieve cijfers 2023
-Huishoudens met relatief laag inkomen

Voorlopige cijfers 2024
-Huishoudens met relatief laag inkomen

Definitieve cijfers 2024
-Huishoudens met relatief laag inkomen

Voorlopige cijfers 2025
-Huishoudens met relatief laag inkomen

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Inwoners
Inwoners op 1 januari.
Dit betreft alle personen die in de Basisregistratie Personen (BRP) zijn opgenomen.
Inwoners met een migratieachtergrond
Meegeteld worden personen met als migratieachtergrond een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Op grond van hun sociaaleconomische of sociaal-culturele positie worden sommige personen met een migratieachtergrond uit Indonesië of Japan niet meegerekend. Het gaat daarbij om mensen die in het voormalige Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.

Migratieachtergrond
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.

Van dit onderdeel worden alleen definitieve cijfers gebruikt.
Particuliere huishoudens
Een particulier huishouden is een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en zichzelf daar particulier, d.w.z. niet bedrijfsmatig voorziet in huisvesting en dergelijke levensbehoeften.

Een particulier huishouden wordt afgeleid uit de Basis Registratie Personen en belastingdienstgegevens over samenwonende paren met waar nodig gebruikmaking van de Enquête Beroepsbevolking.
Eenpersoonshuishoudens
Een eenpersoonshuishouden is een particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Van dit onderdeel worden alleen definitieve cijfers gebruikt
Eenouderhuishoudens
Het totaal aantal eenouderhuishoudens

Een eenouderhuishouden is een particulier huishouden bestaande uit één ouder met kind(eren) en eventuele overige leden van het huishouden. Kinderen betreffen thuiswonende kinderen ongeacht leeftijd van het kind.

Van dit onderdeel worden alleen definitieve cijfers gebruikt.
Huishoudens met relatief laag inkomen
Het aantal particuliere huishoudens exclusief studentenhuishoudens in een regio in het 2e, 3e en 4e deciel van de landelijke inkomensverdeling van het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens exclusief studentenhuishoudens.

Het huishoudensinkomen bestaat uit de som van de inkomens van de afzonderlijke leden van de huishoudens.

Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.

In tabellen met inkomensverdelingen zijn de huishoudens in tien inkomensklassen verdeeld. De klassengrenzen van de verdeling zijn als volgt bepaald. De huishoudens worden gerangschikt naar hoogte van besteedbaar inkomen. Daarna worden de eenheden in tien, qua aantal gelijke groepen (zogenaamde decielgroepen) verdeeld en wordt het hoogste inkomen in elke groep bepaald. Deze inkomens vormen de klassengrenzen of decielen. Voor de maatstaf geldt het totaal aantal huishoudens met een inkomen in het 2e, 3e en 4e deciel.

Voorlopige cijfers betreffen voorlopige gegevens over het voorgaand jaar. Definitieve cijfers betreffen definitieve gegevens over het voorgaand jaar.


Bodemgesteldheid en oeverlengte
Bodemgesteldheid en oeverlengte bevat:
- De bodemfactoren
- De oppervlakten kleigrond, kleiveengrond, veengrond en zandgrond/overig
- De totale oeverlengte
- De oeverlengte op kleiveengronden en veengronden

Bij voldoende aanwezigheid van kleigrond, kleiveengrond en veengrond in de bodem wordt gesproken van ‘slechte grond’. De oppervlakte 'slechte grond' is de oppervlakte in hectare van een minimaal vijf meter dik aaneengesloten pakket holocene klei- en/of veenlagen dat zich binnen de eerste acht meter onder het maaiveld bevindt, voor zover de betrokken lagen niet zijn gelegen onder water(Gf-Fvw).

Er is sprake van een aaneengesloten pakket:
- Kleigrond, wanneer de cumulatieve veendikte binnen de bovenste vijf meter slechte grond maximaal 50 cm bedraagt;
- Kleiveengrond, wanneer de cumulatieve veendikte binnen de bovenste vijf meter slechte grond tussen de 50 cm en de 400 cm bedraagt;
- Veengrond, wanneer de cumulatieve veendikte binnen de bovenste vijf meter slechte grond minimaal 400 cm bedraagt.

Niet tot kleigrond, kleiveengrond of veengrond onderscheiden land wordt tot zandgrond/overig gerekend.

De contouren van 'slechte gronden' zijn in 1997 door NITG-TNO vastgesteld. Per 2022 zijn de contouren ‘slechte gronden’ voor het overgrote deel van het gebied met slechte grond aangepast door de Geologische Dienst Nederland aan de hand van het model Geotop, onderdeel van de Basisregistratie Ondergrond.

Bodemfactor
Een bodemfactor van een regio is het gewogen gemiddelde aandeel van verschillende grondsoorten onder land(Gf-Fvw) en van het binnenwater(Gf-Fvw) ten opzichte van het totale oppervlak van land(Gf-Fvw) en binnenwater(Gf-Fvw) binnen deze regio.

Bij weging van grondsoorten worden de volgende wegingsfactoren gehanteerd:
Weging Categorie
1,00 - Land: zandgrond/overig
1,30 - Land: klei
1,45 - Land: kleiveen
2,10 - Land: veen
1,00 - Binnenwater

De oppervlakken klei-, kleiveen- en veengrond, zandgrond/overig en binnenwater(Gf-Fvw) van een gemeente naar woonkernen en buitengebied wordt berekend met behulp van een Geografisch informatiesysteem waarbij topografische kaartbladen van de Basisregistratie Topografie, kaartbladen van het Bodemgebruik, bodemgesteldheidskaart, dichtheden uit de BAG per 500m x 500m rastervierkant en gemeentegrenzen worden gecombineerd.

Bodemfactoren woonkern en buitengebied worden mede uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen afgeleid door aan verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen een 500 meter bij 500 meter vierkant toe te kennen.

Definitieve cijfers
Berekening vindt plaats met definitieve gemeentegrenzen van het peiljaar, definitieve gegevens van de BAG van het peiljaar en de meest recent gepubliceerde topografische kaarten BRT.

Voorlopige cijfers
Berekening vindt plaats in november van het voorgaand jaar. Gemeentegrenzen worden afgeleid van die van het voorgaand jaar waarbij een herindeling en eventueel een opsplitsing van gemeenten naar de gemeentelijke indeling van het peiljaar wordt toegepast.
De verdeling van land en water is gebaseerd op definitieve topografische kaartbladen van het peiljaar twee jaar daarvoor.
De begrenzing van woonkernen en buitengebied van het peiljaar wordt afgeleid van de BAG van 1 september van het jaar voorafgaand aan het peiljaar.
Kleiveengrond
Oppervlakte kleiveengrond in hectaren
Veengrond
Oppervlakte veengrond in hectaren
Oeverlengte
De oeverlengte is de lengte van de omtrek in hectometers (hm) van alle watervlakken, ongeacht de grootte, van het meest recent gepubliceerde Basis Register Topografie van het Kadaster.
Bij de bepaling van de omtrek van die watervlakken zijn de lijnen die de begrenzing vormen tussen het buitenwater(Gf-Fvw) en het land(Gf-Fvw), respectievelijk het buitenwater(Gf-Fvw) en het binnenwater(Gf-Fvw), uitgesloten.

De oeverlengte wordt berekend met behulp van een Geografisch informatiesysteem waarbij topografische kaartbladen, kaartbladen van het bodemgebruik en gemeentegrenzen worden gecombineerd.
De oeverlengte kleiveen- en veengrond wordt berekend met behulp van een Geografisch informatiesysteem waarbij topografische kaartbladen, kaartbladen van het bodemgebruik, de basiskaart 'goede' en 'slechte' grond en de kaart van de gemeentegrenzen worden gecombineerd.

Definitieve cijfers
Berekend met definitieve gemeentegrenzen van het peiljaar en de meest recent gepubliceerde topografische kaarten.

Voorlopige cijfers
Gerekend wordt met definitieve gemeentegrenzen van het voorgaand jaar waarop een herindeling is toegepast. Grenscorrecties tussen gemeenten worden hierbij buiten beschouwing gelaten.

Oeverlengte op kleiveen- en veengebied
Oeverlengte van wateren liggend op kleiveengebieden en veengebieden per gemeente of regio volgens de indeling op 1 januari van het peiljaar.