Kerncijfers wijken en buurten 2022

Kerncijfers wijken en buurten 2022

Wijken en buurten Wonen Gemiddelde WOZ-waarde van woningen (x 1 000 euro) Wonen Woningen naar type Percentage eengezinswoning (%) Wonen Woningen naar type Percentage meergezinswoning (%) Wonen Woningen naar bewoning Percentage bewoond (%) Wonen Woningen naar bewoning Percentage onbewoond (%) Wonen Woningen naar eigendom Koopwoningen (%) Wonen Woningen naar eigendom Eigendom onbekend (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen Huurwoningen totaal (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit woningcorporatie (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit overige verhuurders (%) Wonen Woningen naar bouwjaar Bouwjaar voor 2000 (%) Wonen Woningen naar bouwjaar Bouwjaar vanaf 2000 (%) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Percentage woningen met stadsverwarming (%) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro)
Wielingenbuurt 658 3 97 94 6 33 0 67 12 56 100 0 . 2.400 61,7
Kleingenhout 317 100 0 94 6 78 0 22 13 9 99 1 . 100 42,0
Millingen aan de Rijn 238 87 13 98 2 65 0 35 31 4 87 13 . 4.900 32,3
Millingen aan de Rijn-Oost 223 93 7 98 2 58 0 42 37 4 88 12 . 2.400 30,3
Millingen aan de Rijn-West 247 80 20 98 2 70 0 30 26 4 86 14 . 2.500 34,1
Persingen 489 100 0 97 3 92 0 8 0 8 95 5 . 100 .
Persingen 489 100 0 97 3 92 0 8 0 8 95 5 . 100 .
Beuningen 329 84 16 98 2 70 0 30 23 8 82 18 . 21.600 38,0
Beuningen 326 81 19 98 2 68 0 32 25 6 82 18 . 14.400 38,4
Beuningen-Buitengebied Noord 507 91 9 94 6 90 0 10 0 10 80 20 . 400 43,5
Beuningen-Buitengebied Zuid 506 100 0 96 4 84 0 16 0 16 80 20 . 100 .
Beuningen-Beuningse Plas Plas . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Centrum 239 9 91 95 5 34 0 66 37 29 38 62 . 700 32,5
Beuningen-Centrum Oost 290 92 8 98 2 78 0 22 17 5 91 9 . 1.400 32,8
Beuningen-De Haaghe 557 100 0 99 1 99 0 1 0 1 98 2 . 400 47,3
Beuningen-De Notenhof 635 96 4 98 2 96 0 4 0 4 35 65 . 100 43,9
Beuningen-Duivenkamp 290 100 0 99 1 65 0 35 33 2 98 2 . 800 33,9
Beuningen-De Linde 428 100 0 100 0 97 0 3 0 3 100 0 . 100 .
Beuningen-Hoeve-1 299 99 1 99 1 68 0 32 31 1 100 0 . 300 34,7
Beuningen-Hoeve-2 291 100 0 99 1 76 0 24 24 0 100 0 . 500 34,7
Beuningen-Hoeve-3 265 100 0 99 1 63 0 37 36 1 100 0 . 200 34,3
Beuningen-De Hutgraaf 350 72 28 100 0 72 0 28 28 0 0 100 . 300 41,1
Beuningen-Schoenaker . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Aalsterveld 226 83 17 98 2 45 0 55 44 11 100 0 . 500 32,6
Beuningen-Olden Tempel 223 78 22 99 1 38 0 62 57 4 84 16 . 1.000 29,5
Beuningen-Blanckenburgh 226 59 41 99 1 59 0 41 39 2 99 1 . 600 31,2
Beuningen-Viermorgen 265 93 7 100 0 55 0 45 44 0 100 0 . 1.100 34,5
Beuningen-Tinnegieter 260 92 8 99 1 68 0 32 26 6 100 0 . 1.500 34,3
Beuningen-Den Balmerd 431 57 43 97 3 69 0 31 17 14 99 1 . 700 44,5
Beuningen-Sportpark De Ooigraaf . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Heuve-1 357 100 0 98 2 71 0 29 13 15 100 0 . 500 40,0
Beuningen-Heuve-2 350 99 1 99 1 97 0 3 0 3 100 0 . 400 41,3
Beuningen-Heuve-3 385 99 1 100 0 100 0 0 0 0 99 1 . 300 46,5
Beuningen-Heuve-4 517 99 1 97 3 99 0 1 0 1 99 1 . 300 52,0
Beuningen-Beuningse Plas 454 85 15 99 1 91 0 9 8 1 43 57 . 2.200 49,4
Kavelingen 210 93 7 96 4 87 1 11 7 4 97 3 . 400 31,8
Teteringen 441 86 14 97 3 75 0 25 17 8 63 37 9,3 6.600 46,3
Teteringen 435 85 15 97 3 75 0 25 17 8 63 37 9,4 6.400 46,4
Buitengebied Teteringen 742 98 2 98 2 81 2 17 0 17 79 21 . 100 42,7
Wijk 04 Ingen 392 91 9 96 4 73 0 27 20 7 85 15 . 1.700 37,6
Ingen 342 87 13 96 4 65 0 35 30 6 83 17 . 900 35,9
Goilberdingen Oost 346 90 10 99 1 83 0 17 16 1 96 4 . 2.200 40,7
Goilberdingen West 401 95 5 99 1 82 0 18 18 1 4 96 46,3 1.700 47,5
Verspreide huizen Millingen 402 86 14 90 10 60 0 40 0 40 88 12 . 200 40,1
Handelspark De Weteringen . . . . . . . . . . . . . 0 .
Wijk 14 Noord Deurningen 273 81 19 74 26 70 0 30 1 29 75 25 . 800 34,6
Noord Deurningen kern 299 98 2 99 1 91 0 9 3 6 76 24 . 400 32,9
Verspreide huizen Noord Deurningen 261 73 27 63 37 61 0 39 0 39 74 26 . 400 36,0
Wijk 19 Deurningen 378 93 7 94 6 79 0 21 10 12 83 17 . 1.600 36,0
Kern Deurningen 344 98 2 98 2 80 0 20 16 4 82 18 . 1.000 35,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2022.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per maart 2025
Binnen het thema Arbeid zijn nieuwe cijfers beschikbaar over arbeidsparticipatie. In deze cijfers zijn alsnog de werkenden van de maand december meegenomen.

Wijzigingen per december 2024
De eerder gepubliceerde cijfers over jeugdzorg binnen het thema Zorg zijn gecorrigeerd. Er zijn twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als ‘herhaald beroep’ aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp.

Wijzigingen per september 2024
De cijfers over nabijheid voorzieningen voor 2022 zijn herplaatst. Vanaf 2022 is de berekening van de afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen verbeterd: de rijrichtingen worden vanaf dan meegenomen bij het bepalen van routes en daarmee afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen. In voorgaande jaren gebeurde dit niet of slechts in beperkte mate.

Wijzigingen per juni 2024
Bij nadere analyse van de cijfers over nabijheid voorzieningen voor 2022 is geconstateerd dat deze door wijzigingen in de gebruikte GIS-software afwijken van voorgaande jaren. Omdat het herberekenen van de cijfers nog enige tijd zal kosten, worden de afwijkende cijfers voor 2022 teruggetrokken, totdat de nieuwe cijfers gereed zijn.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Wonen
Gemiddelde WOZ-waarde van woningen
Voor de bepaling van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen wordt alleen gebruik gemaakt van BAG-objecten met een woonfunctie waarvoor een WOZ-waarde bekend is en die tussen de 10 duizend en de 5 miljoen euro ligt.

Er wordt geen gemiddelde WOZ-waarde bepaald voor een regio als:
-  de woningvoorraad kleiner is dan 20 woningen
-  er voor minder dan 20 woningen een WOZ-waarde bekend is
-  er voor minder dan 85 procent van de woningen een WOZ-waarde bekend is.

De (voorlopig) gemiddelde woningwaarde wordt bepaald met de waardepeildatum van voorgaand jaar, bijv:
- 2022: waardepeildatum 1 januari 2021

Het betreft definitieve cijfers.
Woningen naar type
Er worden twee typen woningen onderscheiden, eengezins en meergezins. Een woning heeft het type meergezins wanneer het samen met andere woningen of (bedrijfs)ruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voorzover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur. Alle overige woningen hebben het type eengezins.
Percentage eengezinswoning
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal eengezinswoningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Eengezinswoning: Elke woning die tevens een geheel pand vormt. Hieronder vallen vrijstaande woningen, aaneengebouwde woningen, zoals twee onder één kap gebouwde hele huizen, boerderijen met woningen en voorts alle rijenhuizen.
Percentage meergezinswoning
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal meergezinswoningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Meergezinswoning : Elke woning die samen met andere woonruimten c.q. bedrijfsruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur.

Woningen naar bewoning
Een woning is bewoond als er volgens de Basisregistratie Personen (BRP) op peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven op het bijbehorende adres. Alle overige woningen, die wel voor bewoning beschikbaar zijn, worden beschouwd als onbewoond.
Percentage bewoond
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal bewoonde woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Bewoonde woningen: Woningen waar op de peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).
Percentage onbewoond
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal leegstaande woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Niet-bewoonde woningen: Woningen waar op de peildatum 1 januari niemand stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).

Woningen naar eigendom
Informatie over huur- en koopwoningen wordt samengesteld uit een koppeling tussen verschillende bronnen.
Koopwoningen
Woningen die eigendom zijn van de (toekomstige) bewoner(s) of in gebruik als tweede woning.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Huurwoningen
Woningen die niet bewoond worden door de eigenaar van de woning. Bij woningen waar geen bewoner geregistreerd is, gaat het om woningen waarvan het aannemelijk is dat de woning bestemd is voor de huurmarkt.
Huurwoningen totaal
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.
In bezit woningcorporatie
Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs.
Toegelaten instellingen: woningbouwvereniging, woningstichting, woningcorporatie.
Sociale huurwoningen: woningen met een huur onder de liberalisatiegrens.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

In bezit overige verhuurders
Een huurwoning in eigendom van onder andere bedrijven, particulieren en institutionele beleggers. Huurwoningen waarvan het eigendom wel kon worden vastgesteld maar de eigenaar niet vallen hier ook onder.
Bedrijven: alle instellingen met een bedrijfsmatig karakter zoals bv's en nv's, zelfstandige ondernemers, makelaars en vastgoedhandelsmaatschappijen.
Particulieren: alle natuurlijke personen.
Institutionele beleggers: pensioenfondsen, beurs-, beleggings- en verzekeringsmaatschappijen.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Eigendom onbekend
Woningen waarvan het eigendom niet afgeleid kon worden op basis van diverse registraties zoals het WOZ-register, Personenregister en het woningbestand Kadaster.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.
Woningen naar bouwjaar
De aanduiding van het bouwjaar van een pand, waarin een woning zich bevindt. Oorspronkelijk als het pand bouwkundig gereed is of wordt opgeleverd. Latere wijziging aan een pand leidt niet tot wijziging van het bouwjaar. Bij een verblijfobject dat in meerdere panden is gelegen, wordt het oudste bouwjaar genomen.
De bouwjaarklasse heeft hier twee waarden:
1) in of na het jaar 2000 gebouwd;
2) vóór het jaar 2000 gebouwd.
Bouwjaar voor 2000
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar vóór 2000, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Bouwjaar vanaf 2000
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar 2000 of later, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Energie
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.

Percentage woningen met stadsverwarming
Het percentage woningen dat is aangesloten op stadsverwarming.

Stadsverwarming is een verwarmingssysteem waarbij de woningen in een wijk worden verwarmd via een ondergronds netwerk van warmwaterleidingen. In veel gevallen maakt stadsverwarming gebruik van restwarmte van bijvoorbeeld elektriciteitscentrales. Het aardgasverbruik van deze woningen is in veel gevallen zeer laag of zelfs nul. De hoeveelheid warmte die door aangesloten woningen in een jaar wordt afgenomen van de stadsverwarming is niet beschikbaar. Het percentage is vermeld bij tien of meer (bewoonde) woningen. Voor de gemeentes is een percentage van minder dan vijf of groter dan 95 afgerond op vijftallen.
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.