Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2021

Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2021

Wijken en buurten Perioden Gestandaardiseerd inkomen 1e tot en met 40e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 41e tot en met 80e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 81e tot en met 100e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen Gemiddelde percentielgroep (Getal) Arbeidsverleden Gepensioneerd (%)
Neerbeek 2019 25,8 50,8 23,4 58,2 35,6
Verspr.h. Molenwijk, Elzen en Neerbroek 2019 23,0 51,9 25,1 60,4 18,8
Wijk 03 Neerkant 2019 32,7 46,9 20,5 54,9 29,7
Neerkant 2019 36,5 45,6 17,8 52,7 29,2
Verspreide huizen Neerkant 2019 21,4 50,5 28,1 61,3 31,2
Hoge Neerstraat 2019 25,7 49,2 25,1 58,6 15,4
Neer 2019 31,4 50,1 18,5 54,4 35,9
Kern Neer 2019 32,6 52,5 14,8 53,0 37,6
Verspreide huizen Neer 2019 26,6 40,7 32,7 60,1 29,3
Neeritter 2019 34,4 50,3 15,3 52,5 33,3
Kern Neeritter 2019 35,0 50,3 14,7 52,0 33,5
Verspreide huizen Neeritter 2019 . . . . .
Neerbosch-Oost 2019 62,7 29,2 8,1 35,5 23,7
Neerbosch-West 2019 . . . . .
Neerloon 2019 . . . . .
Neerlangel 2019 . . . . .
Buurtschap Neerdorp 2019 21,5 50,8 27,7 59,0 33,1
Neerijnen 2019 . . . . .
Verspreide huizen Neerijnen 2019 12,6 37,9 49,5 73,2 16,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de sociaal-economische status (SES-WOA) van gemeenten, wijken en buurten in Nederland. Deze status wordt beschreven in termen van de financiële welvaart, het opleidingsniveau en het recente arbeidsverleden van particuliere huishoudens op 1 januari van het verslagjaar. Voor alle gegevens, ongeacht verslagjaar, geldt dat de gemeente/wijk/buurt-indeling van 2021 is toegepast.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 7 april 2022:
Geen, dit is een nieuwe tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Onregelmatig.

Toelichting onderwerpen

Gestandaardiseerd inkomen
Gestandaardiseerd inkomen
Het besteedbare inkomen van een huishouden bestaat uit het bruto-inkomen (inkomen uit arbeid, eigen onderneming en vermogen, uitkeringen en ontvangen overdrachten) verminderd met betaalde overdrachten (bijv. partneralimentatie), premies en belasting op inkomen en vermogen. Het besteedbaar inkomen wordt gestandaardiseerd door te corrigeren voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Dit gebeurt door het huishoudensinkomen te delen door een equivalentiefactor die uitdrukt hoe groot het schaalvoordeel is bij het voeren van een gemeenschappelijke huishouding, gebaseerd op de uitgaven voor levensonderhoud (bestedingen). Hierbij is het eenpersoonshuishouden als norm gekozen.
1e tot en met 40e percentielgroep
1e tot en met 40e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 1e t/m 40e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 40% huishoudens met het laagste inkomen. Nb. Studentenhuishoudens worden per definitie bij deze groep ingedeeld.

41e tot en met 80e percentielgroep
41e tot en met 80e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 41e t/m 80e percentielgroep geldt dus dat 40% van de huishoudens een lager inkomen heeft en 20% van de huishoudens een hoger inkomen.
81e tot en met 100e percentielgroep
81 tot en met 100e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 81e t/m 100e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 20% huishoudens met het hoogste inkomen.

Gemiddelde percentielgroep
Gemiddelde percentielgroep
De gemiddelde percentielgroep wordt berekend door de percentielgroepen waartoe de huishoudens in de regio behoren op te tellen en vervolgens te delen door het totaal aantal huishoudens in de regio.
Arbeidsverleden
Arbeidsverleden
Het recente arbeidsverleden geeft aan of een persoon in de afgelopen 4 jaren heeft gewerkt en wordt onderverdeeld in de gehele periode van 4 jaren gewerkt, een deel van deze periode gewerkt, niet gewerkt in de afgelopen 4 jaren en gepensioneerd. Het recente arbeidsverleden van een huishouden wordt bepaald op basis van het hoogste arbeidsverleden van de hoofdkostwinner en de eventuele partner op 31 december van het voorgaande verslagjaar. Een uitzondering wordt gevormd door de situatie waarin de hoofdkostwinner in het verslagjaar pensioen heeft als voornaamste persoonlijke inkomensbron. In dat geval wordt het huishouden getypeerd als “gepensioneerd”.
Gepensioneerd
Gepensioneerd
Hoofdkostwinner heeft pensioen als voornaamste persoonlijke inkomensbron.