Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2021

Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2021

Wijken en buurten Perioden Gestandaardiseerd inkomen 1e tot en met 40e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 41e tot en met 80e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 81e tot en met 100e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen Gemiddelde percentielgroep (Getal)
Boelenslaan 2019 44,6 47,2 8,1 43,6
Verspreide huizen Boelenslaan 2019 36,5 40,9 22,7 52,9
Alphen aan den Rijn 2019 32,1 44,5 23,4 55,7
Emmalaan 2019 43,4 44,5 12,2 46,8
Paradijslaan 2019 56,5 26,7 16,8 42,9
Lijsterlaan 2019 35,3 49,3 15,5 51,2
Hoogendoornlaan 2019 . . . .
Koudekerk aan den Rijn 2019 29,8 44,0 26,2 58,1
Buitengebied Koudekerk aan den Rijn 2019 20,1 36,9 43,0 67,5
Koudekerk aan den Rijn-Noord 2019 25,5 45,8 28,7 60,4
Koudekerk aan den Rijn-Zuid 2019 36,8 43,5 19,7 53,4
Snouckaertlaan e.o. 2019 51,6 25,5 22,9 45,1
Piet Mondriaanlaan e.o. 2019 17,9 55,1 26,9 61,8
Huijgenslaan e.o. 2019 12,2 16,2 71,6 79,7
Regentesselaan e.o. 2019 11,3 22,7 66,0 79,1
Startbaanbuurt 2019 21,3 41,4 37,2 64,5
Groenelaan 2019 46,2 35,0 18,8 47,8
Nes aan de Amstel 2019 27,7 33,7 38,6 61,8
Jordaan 2019 46,4 28,8 24,8 48,2
Bedrijvengebied Veelaan 2019 . . . .
Laan van Spartaan 2019 55,8 25,1 19,1 40,2
IJsbaanpad e.o. 2019 19,2 35,9 44,9 68,3
Tuindorp Oostzaan 2019 53,2 34,1 12,7 42,4
Tuindorp Oostzaan West 2019 57,8 30,1 12,2 41,5
Tuindorp Oostzaan Oost 2019 54,1 36,6 9,3 41,4
Baanakkerspark Noord 2019 35,7 54,0 10,2 48,0
Baanakkerspark Zuid 2019 34,8 40,1 25,1 52,9
Calandlaan/Lelylaan 2019 59,8 28,9 11,3 38,8
Loolaan-Noord 2019 26,3 48,0 25,7 58,2
Loenen en omgeving 2019 33,4 41,1 25,5 55,9
Loenen 2019 37,3 42,7 20,0 52,7
Bosgebied Loenen 2019 25,2 37,5 37,2 62,8
Middelgraaflaan e.o. 2019 82,0 15,9 2,0 25,5
Houtlaan 2019 7,7 19,2 73,1 83,2
BT Vaanpark 1 2019 . . . .
BT Vaanpark 2 2019 . . . .
BT Vaanpark 3 2019 . . . .
BT Vaanpark 4 2019 . . . .
Millingen aan de Rijn 2019 40,0 44,7 15,2 49,5
Millingen aan de Rijn-Oost 2019 46,6 41,7 11,7 45,2
Millingen aan de Rijn-West 2019 34,2 47,9 17,9 53,2
Tiliaans-Weegbree e.o. 2019 18,6 59,6 21,9 61,2
Industrieterrein 'Loonsebaan' 2019 . . . .
Beukenlaan e.o. 2019 35,4 46,3 18,4 53,3
Aan de Heerstraat e.o. 2019 34,7 46,5 18,8 52,4
Loenen 2019 . . . .
Uiterwaarden Loenense butenpolder 2019 . . . .
Wijk 03 Loenen aan de Vecht 2019 31,9 33,7 34,4 59,7
Kanaalzone Loenen aan de Vecht 2019 . . . .
Loenen Dorpskern 2019 19,8 32,9 47,3 68,6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de sociaal-economische status (SES-WOA) van gemeenten, wijken en buurten in Nederland. Deze status wordt beschreven in termen van de financiële welvaart, het opleidingsniveau en het recente arbeidsverleden van particuliere huishoudens op 1 januari van het verslagjaar. Voor alle gegevens, ongeacht verslagjaar, geldt dat de gemeente/wijk/buurt-indeling van 2021 is toegepast.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 7 april 2022:
Geen, dit is een nieuwe tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Onregelmatig.

Toelichting onderwerpen

Gestandaardiseerd inkomen
Gestandaardiseerd inkomen
Het besteedbare inkomen van een huishouden bestaat uit het bruto-inkomen (inkomen uit arbeid, eigen onderneming en vermogen, uitkeringen en ontvangen overdrachten) verminderd met betaalde overdrachten (bijv. partneralimentatie), premies en belasting op inkomen en vermogen. Het besteedbaar inkomen wordt gestandaardiseerd door te corrigeren voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Dit gebeurt door het huishoudensinkomen te delen door een equivalentiefactor die uitdrukt hoe groot het schaalvoordeel is bij het voeren van een gemeenschappelijke huishouding, gebaseerd op de uitgaven voor levensonderhoud (bestedingen). Hierbij is het eenpersoonshuishouden als norm gekozen.
1e tot en met 40e percentielgroep
1e tot en met 40e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 1e t/m 40e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 40% huishoudens met het laagste inkomen. Nb. Studentenhuishoudens worden per definitie bij deze groep ingedeeld.

41e tot en met 80e percentielgroep
41e tot en met 80e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 41e t/m 80e percentielgroep geldt dus dat 40% van de huishoudens een lager inkomen heeft en 20% van de huishoudens een hoger inkomen.
81e tot en met 100e percentielgroep
81 tot en met 100e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 81e t/m 100e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 20% huishoudens met het hoogste inkomen.

Gemiddelde percentielgroep
Gemiddelde percentielgroep
De gemiddelde percentielgroep wordt berekend door de percentielgroepen waartoe de huishoudens in de regio behoren op te tellen en vervolgens te delen door het totaal aantal huishoudens in de regio.