Kerncijfers wijken en buurten 2021

Kerncijfers wijken en buurten 2021

Wijken en buurten Bevolking Personen met een migratieachtergrond Westers totaal (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Niet-westers totaal (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Marokko (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Nederlandse Antillen en Aruba (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Suriname (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Turkije (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Overig niet-westers (aantal) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Gem. gestandaardiseerd inkomen van huish (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens tot 110% van sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens tot 120% van sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Mediaan vermogen van particuliere huish. (x 1 000 euro) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen totaal (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen naar activiteit A Landbouw, bosbouw en visserij (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen naar activiteit B-F Nijverheid en energie (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen naar activiteit G+I Handel en horeca (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen naar activiteit H+J Vervoer, informatie en communicatie (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen naar activiteit K-L Financiële diensten, onroerend goed (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen naar activiteit M-N Zakelijke dienstverlening (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen naar activiteit O-Q Overheid, onderwijs en zorg (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen naar activiteit R-U Cultuur, recreatie, overige diensten (aantal) Postcode Meest voorkomende postcode (code)
Verspreide huizen ten westen van Aalten 15 5 0 0 0 0 5 200 30,0 25,4 43,3 16,3 . . . . . . . . 55 20 10 5 0 5 5 5 5 7122
Aalten-kern West 150 135 0 5 5 60 60 1.700 28,2 23,6 44,1 9,3 30,0 37,0 8,9 3,1 3,3 5,4 8,3 97,9 85 5 20 15 5 0 15 20 10 7122
Dinxperlo West 310 55 0 0 5 5 45 1.900 30,7 25,1 40,5 12,9 31,7 31,8 16,2 3,5 3,5 5,9 8,6 107,0 215 5 65 45 10 25 30 20 20 7091
Valckesteyn 205 305 40 25 100 30 110 1.900 47,0 38,6 30,1 35,2 45,5 16,3 45,9 1,2 1,7 2,2 3,5 218,9 220 0 20 30 15 35 70 30 20 3176
Burgemeesterskwartier 130 50 5 5 10 10 25 1.200 44,3 34,9 29,6 32,9 41,9 14,9 43,6 0,7 0,7 0,7 1,2 316,9 190 0 20 10 10 30 55 45 20 1814
Rekerbuurt en Ooievaarsnest 160 140 0 15 15 50 60 1.900 39,2 32,7 34,2 25,2 37,9 24,9 28,3 2,0 2,2 3,2 3,8 224,2 245 0 30 25 15 25 75 40 30 1823
Overdie-West 135 295 40 10 25 135 85 1.100 32,5 27,5 37,0 16,3 30,6 40,1 12,3 4,4 4,6 6,9 8,5 67,9 160 0 25 25 15 15 30 35 15 1813
West 1.325 1.680 310 125 130 350 770 10.100 35,2 29,4 35,7 19,7 31,5 45,6 15,8 6,5 6,5 10,4 12,8 81,7 1.510 5 180 185 135 125 410 315 160 .
Landelijk gebied-West 30 35 5 5 0 0 25 200 31,8 28,8 47,7 12,5 25,8 77,2 9,4 19,8 12,8 21,8 26,3 4,0 340 5 25 50 35 40 110 50 25 1817
Huiswaard-2-West 245 155 10 20 35 10 75 1.900 36,2 30,2 29,7 21,6 35,0 25,8 19,3 1,9 1,9 2,7 3,3 148,0 185 0 35 15 15 5 35 60 25 1824
Daalmeer-Zuidwest 320 450 25 70 65 30 255 2.300 29,5 24,6 43,7 12,4 27,7 52,0 8,3 10,0 10,7 17,7 21,7 19,4 175 0 35 20 15 10 30 45 15 1827
Daalmeer-Noordwest 240 185 15 40 25 5 100 2.000 33,7 27,2 37,2 18,8 32,5 32,7 20,3 2,9 3,7 7,4 10,8 103,0 145 0 20 15 15 10 40 25 20 1827
Binnenstad-West 435 280 15 30 45 15 175 2.600 40,5 36,7 27,2 23,0 33,9 47,9 11,9 5,9 5,3 7,4 9,6 20,3 1.040 0 55 445 60 65 155 80 180 1811
West-Graftdijk 60 15 0 0 0 5 10 700 39,6 35,1 34,7 22,0 39,6 23,8 27,6 3,3 1,5 3,0 3,6 257,1 95 0 15 10 5 10 30 10 15 1486
Bornsestraat Midden-Riet Noord 125 90 5 10 5 55 15 800 27,2 21,8 52,4 9,0 26,9 59,1 6,4 10,9 11,3 20,7 25,3 8,5 80 0 20 15 5 10 10 15 5 7601
Bornsestraat en omgeving Zuid 165 170 5 10 0 75 80 1.200 32,0 25,8 39,1 14,7 31,1 34,1 13,1 5,1 5,4 7,9 10,4 42,3 105 0 15 20 5 5 25 15 20 7601
Bedrijventerrein Bornsestraat 10 35 5 5 5 5 10 0 . . . . . . . . . . . . 60 0 20 20 5 0 15 5 0 7601
Vriezenveenseweg e.o. Haghoek West 160 320 0 5 5 45 265 1.100 29,9 24,7 38,5 10,6 28,9 46,5 7,3 5,8 4,8 8,0 10,0 52,9 65 0 15 15 0 0 10 15 10 7602
Ootmarsumsestraat en omgeving 185 190 0 5 5 90 90 1.300 30,2 24,3 44,4 14,7 29,3 43,3 11,7 4,8 6,3 12,1 16,7 48,0 130 0 15 35 5 5 25 30 15 7603
Wester Sluitersveldlanden 230 270 15 20 20 55 160 1.300 23,5 20,2 59,5 3,9 22,1 75,9 3,2 20,0 18,7 32,0 37,7 1,9 105 0 15 35 5 5 10 15 25 7603
Aalderinkshoek Noordwest 190 1.040 80 20 10 450 475 1.400 22,1 16,7 60,0 4,6 23,7 57,8 6,4 17,5 18,8 27,9 32,2 4,1 65 0 15 10 5 0 10 15 10 7604
Aalderinkshoek Zuidwest 130 195 20 5 5 110 55 900 27,0 22,8 45,6 7,6 26,1 60,6 4,3 3,9 8,7 13,2 18,8 32,9 55 0 10 10 5 0 5 10 10 7604
Ossenkoppelerhoek West 180 325 10 5 5 245 65 1.400 27,5 22,2 45,6 8,0 28,0 44,7 6,9 5,1 4,9 8,6 12,3 35,4 140 0 25 35 5 5 15 40 15 7606
Hofkamp West 50 40 0 5 5 10 20 600 35,3 31,7 42,0 20,9 32,9 39,9 20,6 5,4 6,4 10,8 14,0 84,4 105 0 5 20 5 10 25 25 15 7607
Schelfhorst Zuidwest 95 110 0 0 0 35 80 1.000 30,9 26,0 39,7 13,8 32,8 21,0 15,6 2,7 1,9 2,7 4,2 138,6 75 0 10 15 5 5 15 20 5 7608
Schelfhorst Noordwest 255 365 5 5 10 80 270 1.600 27,4 22,0 44,4 8,8 28,0 41,2 8,3 6,2 7,2 11,4 15,7 40,7 125 0 25 45 10 5 10 20 15 7608
Aadorp West 25 5 0 0 0 0 10 400 33,8 29,0 42,1 22,3 36,4 17,2 29,3 1,3 0,6 1,3 1,9 286,2 50 0 5 10 0 10 15 5 5 7611
Bouwmeesterbuurt 450 1.375 105 115 485 45 625 3.500 30,3 24,2 41,3 13,3 29,7 37,9 13,0 7,5 7,6 11,4 13,5 67,5 355 0 70 50 40 15 65 65 45 1333
Europakwartier west 530 2.060 190 160 880 155 665 3.300 40,7 31,2 26,2 25,9 34,0 33,2 15,6 6,0 5,0 7,3 8,6 72,3 505 0 25 85 75 15 115 130 65 1363
Olympiakwartier west 45 390 30 35 185 25 105 500 34,3 22,5 35,6 21,9 30,6 35,7 19,8 9,1 7,1 12,2 14,6 4,1 50 0 5 10 5 0 15 10 5 1361
Ambachtenbuurt-West 145 215 55 15 40 25 85 1.200 32,3 26,5 35,2 14,5 30,4 40,5 11,6 4,7 5,9 9,1 12,4 26,4 85 0 20 10 10 5 20 10 10 2401
Paddestoelenbuurt 250 240 50 20 35 15 115 1.800 36,0 29,3 31,6 20,3 35,4 24,2 20,3 1,6 1,2 3,2 4,1 122,5 155 0 25 20 15 5 30 35 20 2403
Bedrijventerrein Rijnhaven-West 15 60 5 15 15 5 20 0 . . . . . . . . . . . . 140 0 15 45 10 15 40 10 5 2404
Burgemeester Visserpark 170 125 40 5 20 10 50 1.200 44,4 37,5 30,1 27,8 40,2 27,0 25,4 1,5 1,5 2,6 4,2 189,1 230 0 20 35 15 30 60 35 30 2405
Evenaar-West 150 140 10 15 20 10 75 1.700 42,8 34,7 31,2 31,6 42,0 13,0 40,7 0,8 0,7 1,4 1,8 209,7 170 0 15 15 20 10 60 35 10 2408
De Oude Wereld-West 130 225 25 15 35 45 110 1.200 38,0 29,2 32,9 26,5 36,8 21,0 33,7 2,8 2,1 4,1 4,9 131,7 125 0 15 25 10 5 30 25 15 2408
Polderpeil-West 130 170 20 15 30 30 70 1.500 39,7 32,1 33,6 29,3 38,4 19,6 34,7 1,3 1,7 2,6 3,4 204,4 135 0 15 15 15 10 45 30 10 2408
Benthuizen Dorp-West 65 30 0 0 5 0 20 700 39,0 31,1 33,9 25,8 38,5 19,6 31,3 1,4 2,0 2,5 5,0 234,8 85 0 15 10 10 10 20 10 5 2731
Biezen-West 170 95 30 5 10 5 45 1.800 38,6 32,7 36,1 23,7 39,3 27,3 26,8 2,9 3,0 3,8 4,9 202,0 325 55 45 40 15 35 80 40 20 2771
Hazerswoude-Dorp-West 70 65 15 5 5 5 35 1.000 34,7 29,2 40,2 19,5 35,5 33,5 24,6 3,2 3,0 5,0 6,0 124,0 120 15 25 20 5 5 25 10 15 2391
Noordwest Alphen 35 0 0 5 0 0 0 200 36,6 28,9 41,1 21,3 38,1 32,7 26,0 2,9 4,9 4,9 8,8 296,5 50 5 5 10 0 0 10 10 5 5131
Zuidwest Alphen 120 55 5 0 0 0 55 600 30,9 25,1 42,2 16,1 31,1 37,1 17,3 5,3 5,3 9,3 12,1 141,0 75 0 10 5 10 5 20 15 10 5131
Sleeuwijk west 170 155 5 10 15 10 115 3.100 36,2 28,9 37,6 21,9 35,6 27,6 24,0 2,1 2,2 4,0 6,1 154,5 320 0 45 50 25 20 85 55 40 4254
Buitengebied Hank west 5 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . . 10 . . . . . . . . 4273
Almkerk west 45 20 0 5 10 0 10 1.100 36,8 30,1 41,0 22,6 35,9 36,2 24,9 4,4 5,3 8,6 12,4 160,4 130 5 15 15 5 15 35 35 10 4286
Buitengebied Wijk en Aalburg west 5 0 0 0 0 0 0 100 36,0 30,1 42,0 23,2 . . . . . . . . 40 15 5 10 0 5 5 0 5 4261
Beestenmarkt 120 90 10 5 10 5 60 1.000 42,5 39,5 24,9 27,8 36,3 43,8 13,7 3,6 3,0 5,7 7,5 81,3 195 0 15 35 15 15 50 35 30 3811
Soesterkwartier 1.055 1.355 225 170 100 175 685 9.600 34,7 28,1 37,2 19,7 31,0 44,7 16,6 7,6 7,9 11,8 14,9 27,0 1.275 0 165 150 105 40 330 280 205 .
Rivierenbuurt-West 80 140 30 15 5 10 75 1.000 33,4 26,0 39,4 19,2 30,8 41,3 20,9 8,6 7,3 10,1 14,0 68,9 110 0 20 10 10 5 25 25 15 3812
Bloemenbuurt-West 125 170 30 35 15 20 75 1.300 31,2 25,4 43,4 15,3 28,8 45,8 13,6 7,8 9,3 14,4 17,8 22,9 155 0 30 20 10 0 35 30 30 3812
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2021.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per december 2024
De eerder gepubliceerde cijfers over jeugdzorg binnen het thema Zorg zijn gecorrigeerd. Er zijn twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens. In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp.

Wijzigingen per maart 2024
De cijfers over eigendom (huur- en koopwoningen) binnen het thema wonen zijn gecorrigeerd. In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Personen met een migratieachtergrond
Het aantal personen met een migratieachtergrond op 1 januari.

Persoon met een migratieachtergrond:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Persoon met een eerste generatie migratieachtergrond:
Persoon die in het buitenland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder.
Persoon met een tweede generatie migratieachtergrond:
Persoon die in Nederland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder.

Personen met een migratieachtergrond worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren personen met een migratieachtergrond uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit deze twee landen tot personen met een westerse migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in voormalig Nederlands Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Westers totaal
Persoon met een migratieachtergrond met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan.
Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit Indonesië en Japan tot de westerse personen met een migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westers
Persoon met een migratieachtergrond met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit Indonesië en Japan tot de westerse personen met een migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westers totaal
Marokko
Nederlandse Antillen en Aruba
(voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba
Betreft een samentelling van de eilanden die tot het grondgebied van de Nederlandse Antillen en Aruba van vóór 10 oktober 2010 behoorden.
Het gaat om de eilanden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Eustatius, Sint-Maarten en Aruba.

Vanaf 10 oktober 2010 zijn de Nederlandse Antillen ontbonden. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat dan uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Alle eilanden hebben een nieuwe status. Curaçao en Sint Maarten zijn nieuwe landen binnen het Koninkrijk. Met een 'Status aparte' binnen het Koninkrijk zijn Curaçao en Sint Maarten autonome landen. De landen hebben een zelfstandig bestuur en zijn niet meer afhankelijk van Nederland. De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ook wel Caribisch Nederland, hebben een diepere band met Nederland en functioneren als bijzondere gemeente van Nederland.

Op 1 januari 1986 werd Aruba afgescheiden van de Nederlandse Antillen. Sinds die datum is Aruba een nieuw land binnen het Koninkrijk de Nederlanden. Met een 'Status aparte' binnen het Koninkrijk is Aruba een autonoom land. Aruba heeft een zelfstandig bestuur en is niet meer afhankelijk van Nederland.
Suriname
Turkije
Overig niet-westers
Totaal niet-westers minus Marokko, (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba, Suriname en Turkije.
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.


Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
Gem. gestandaardiseerd inkomen van huish
Het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.


40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.

Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Huishoudens tot 110% van sociaal minimum
Het besteedbaar huishoudensinkomen exclusief gebonden uitkeringen is lager dan 110 procent van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd is het sociaal minimum gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het ontleend aan het AOW-pensioen. Voor huishoudens met kinderen zijn de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan het normbedrag toegevoegd.
Huishoudens tot 120% van sociaal minimum
Het besteedbaar huishoudensinkomen exclusief gebonden uitkeringen is lager dan 120 procent van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd is het sociaal minimum gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het ontleend aan het AOW-pensioen. Voor huishoudens met kinderen zijn de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan het normbedrag toegevoegd.

Mediaan vermogen van particuliere huish.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd. Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Bedrijfsvestigingen, SBI 2008
Bedrijfsvestigingen naar activiteit op 1 januari (SBI 2008).

Deze tabel bevat gegevens over het aantal vestigingen van bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De vestigingen zijn voorts ingedeeld naar de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar, naar wijken en naar buurten.

Status van de cijfers:
De cijfers hebben een voorlopig karakter.

Vestiging:
Elke afzonderlijk gelegen ruimte, terrein of complex van ruimten of terreinen, benut door een bedrijf voor uitoefening van de activiteiten. Ieder bedrijf bestaat uit ten minste één vestiging. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd.

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt.

In deze tabel is gekozen voor de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging. Niet iedere vestiging van een bedrijf houdt zich bezig met de hoofdactiviteit (SBI) van het bedrijf als geheel. Om te weten welke activiteiten worden uitgevoerd in een regio is de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging gebruikt. In de tabel zijn de vestigingen (naast de totalen) ook naar de volgende acht sectoren onderverdeeld:
A Landbouw, bosbouw en visserij
B-F Nijverheid en energie
G+I Handel en horeca
H+J Vervoer, informatie en communicatie
K-L Financiële diensten, onroerend goed
M-N Zakelijke dienstverlening
O-Q Overheid, onderwijs en zorg
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten

De sectoren overheid, onderwijs en zorg zijn niet opgenomen vanwege de onbetrouwbaarheid van deze gegevens.

Het aantal vestigingen is afgerond op een veelvoud van vijf. In geval van afrondingen kan het voorkomen, dat de totalen niet precies overeenstemmen met de som der opgetelde getallen.
In geval de wijk of buurt van het bedrijf onbekend is, wordt dit bedrijf alleen op gemeentelijk niveau meegeteld. De onderverdeling naar sectoren is alleen vermeld bij 20 of meer bedrijven per buurt.
Bedrijfsvestigingen totaal
Het betreft voorlopige cijfers.
Bedrijfsvestigingen naar activiteit
A Landbouw, bosbouw en visserij
Het betreft voorlopige cijfers.
B-F Nijverheid en energie
Het betreft voorlopige cijfers.
G+I Handel en horeca
Het betreft voorlopige cijfers.
H+J Vervoer, informatie en communicatie
Het betreft voorlopige cijfers.
K-L Financiële diensten, onroerend goed
Het betreft voorlopige cijfers.
M-N Zakelijke dienstverlening
Het betreft voorlopige cijfers.
O-Q Overheid, onderwijs en zorg
Het betreft voorlopige cijfers
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten
Het betreft voorlopige cijfers.
Postcode
Meest voorkomende postcode
Meest voorkomende numerieke postcode in een buurt, op grond van het aantal adressen in het Geografisch Basisregister (GBR, definitieve versie) per 1 januari.