Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2020

Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2020

Wijken en buurten Perioden Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Personen per soort uitkering Werkloosheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Bijstandsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering AOW-uitkering (aantal) Personen per soort uitkering, relatief Werkloosheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Bijstandsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Arbeidsongeschiktheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief AOW-uitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Inwoners Inwoners vanaf 15 jaar (aantal) Inwoners Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd (aantal) Inwoners Inwoners vanaf de AOW-leeftijd (aantal)
Nederland 2020 maart 238.640 421.110 732.950 3.122.940 2 3 5 21 14.699.300 11.566.100 3.133.210
Nederland 2020 juni 260.410 429.690 726.390 3.135.630 2 3 5 21 14.706.180 11.560.020 3.146.160
Nederland 2020 september 248.130 424.220 725.840 3.158.450 2 3 5 21 14.746.700 11.577.550 3.169.150
Nederland 2020 december 246.260 427.830 733.530 3.170.880 2 3 5 22 14.761.100 11.579.330 3.181.770
Wijk 02 Bredevoort 2020 maart Aalten 20 20 70 360 1 1 4 22 1.620 1.260 360
Wijk 02 Bredevoort 2020 juni Aalten 20 20 70 350 2 1 4 22 1.620 1.270 350
Wijk 02 Bredevoort 2020 september Aalten 20 20 70 360 1 1 4 22 1.640 1.280 360
Wijk 02 Bredevoort 2020 december Aalten 20 20 70 370 1 1 4 23 1.650 1.270 370
Verspreide huizen Bredevoort 2020 maart Aalten 0 0 10 40 1 1 3 21 180 140 40
Verspreide huizen Bredevoort 2020 juni Aalten 0 0 10 40 1 1 3 20 180 140 40
Verspreide huizen Bredevoort 2020 september Aalten 0 0 10 40 2 1 3 20 190 150 40
Verspreide huizen Bredevoort 2020 december Aalten 0 0 10 40 1 1 3 20 190 150 40
Bredevoort 2020 maart Aalten 20 10 50 270 1 1 4 23 1.190 920 270
Bredevoort 2020 juni Aalten 20 20 50 270 2 1 4 22 1.200 930 270
Bredevoort 2020 september Aalten 20 20 50 270 1 1 4 23 1.200 930 270
Bredevoort 2020 december Aalten 20 20 60 280 1 1 5 23 1.220 940 280
Redersbuurt 2020 maart Alblasserdam 10 30 20 230 1 4 4 39 570 350 230
Redersbuurt 2020 juni Alblasserdam 10 30 20 230 2 5 4 39 570 350 230
Redersbuurt 2020 september Alblasserdam 10 30 20 230 1 5 4 39 580 350 230
Redersbuurt 2020 december Alblasserdam 10 30 20 220 1 5 4 39 570 350 220
Staatsliedenbuurt 2020 maart Alblasserdam 30 90 70 190 2 7 5 14 1.340 1.150 190
Staatsliedenbuurt 2020 juni Alblasserdam 30 90 70 190 2 7 5 14 1.340 1.150 190
Staatsliedenbuurt 2020 september Alblasserdam 30 80 70 190 2 6 5 15 1.320 1.130 190
Staatsliedenbuurt 2020 december Alblasserdam 30 80 80 190 2 6 6 14 1.310 1.130 190
Staatsliedenkwartier en Landstraten 2020 maart Alkmaar 40 90 160 400 2 5 9 22 1.830 1.430 400
Staatsliedenkwartier en Landstraten 2020 juni Alkmaar 40 90 160 400 2 5 9 22 1.820 1.430 400
Staatsliedenkwartier en Landstraten 2020 september Alkmaar 40 90 150 400 2 5 9 22 1.820 1.420 400
Staatsliedenkwartier en Landstraten 2020 december Alkmaar 50 90 160 400 3 5 9 22 1.810 1.410 400
Staatsliedenwijk 2020 maart Almere 60 220 170 130 3 11 9 7 1.980 1.840 140
Staatsliedenwijk 2020 juni Almere 70 230 170 140 4 12 9 7 1.970 1.830 140
Staatsliedenwijk 2020 september Almere 70 230 170 140 4 12 9 7 1.970 1.830 150
Staatsliedenwijk 2020 december Almere 50 220 180 140 3 11 9 7 1.980 1.840 150
Stedenwijk 2020 maart Almere 190 490 590 1.420 2 6 7 17 8.500 7.070 1.430
Stedenwijk 2020 juni Almere 240 500 590 1.440 3 6 7 17 8.460 7.020 1.440
Stedenwijk 2020 september Almere 240 490 600 1.450 3 6 7 17 8.450 7.000 1.450
Stedenwijk 2020 december Almere 220 490 600 1.470 3 6 7 17 8.430 6.950 1.470
Landgoederenbuurt 2020 maart Almere 80 120 180 400 2 4 5 12 3.380 2.980 400
Landgoederenbuurt 2020 juni Almere 90 120 180 410 3 4 5 12 3.390 2.980 410
Landgoederenbuurt 2020 september Almere 100 120 170 420 3 4 5 12 3.400 2.980 420
Landgoederenbuurt 2020 december Almere 80 120 180 430 3 4 5 13 3.380 2.950 430
Edelstenenbuurt 2020 maart Alphen aan den Rijn 40 160 150 510 2 7 7 22 2.320 1.820 510
Edelstenenbuurt 2020 juni Alphen aan den Rijn 50 160 150 500 2 7 7 22 2.310 1.800 500
Edelstenenbuurt 2020 september Alphen aan den Rijn 40 160 160 510 2 7 7 22 2.320 1.810 510
Edelstenenbuurt 2020 december Alphen aan den Rijn 50 150 160 510 2 6 7 22 2.310 1.800 510
Weltevreden 2020 maart Amersfoort 10 0 10 50 2 0 3 18 280 230 50
Weltevreden 2020 juni Amersfoort 10 0 10 50 2 0 3 17 300 240 50
Weltevreden 2020 september Amersfoort 10 0 10 50 2 1 3 17 300 250 50
Weltevreden 2020 december Amersfoort 10 0 10 50 2 1 3 18 300 240 60
Vredeveldbuurt 2020 maart Amstelveen 20 0 20 430 1 0 2 30 1.440 1.010 430
Vredeveldbuurt 2020 juni Amstelveen 20 0 20 410 1 0 2 29 1.420 1.010 410
Vredeveldbuurt 2020 september Amstelveen 20 0 20 420 1 0 2 30 1.420 1.000 420
Vredeveldbuurt 2020 december Amstelveen 30 0 20 420 2 0 2 30 1.430 1.000 430
Uilenstede, Kronenburg 2020 maart Amstelveen 30 20 30 10 1 1 1 0 3.420 3.410 10
Uilenstede, Kronenburg 2020 juni Amstelveen 40 30 30 10 1 1 1 0 3.250 3.240 10
Uilenstede, Kronenburg 2020 september Amstelveen 30 20 30 10 1 1 1 0 3.380 3.370 10
Uilenstede, Kronenburg 2020 december Amstelveen 30 20 30 10 1 1 1 0 3.400 3.390 10
Uilenstede 2020 maart Amstelveen 20 20 30 10 1 1 1 0 3.370 3.370 10
Uilenstede 2020 juni Amstelveen 40 20 30 10 1 1 1 0 3.220 3.210 10
Uilenstede 2020 september Amstelveen 30 20 30 10 1 1 1 0 3.340 3.330 10
Uilenstede 2020 december Amstelveen 30 20 30 10 1 1 1 0 3.360 3.360 10
Frederikspleinbuurt 2020 maart Amsterdam 20 20 20 130 2 2 2 16 830 700 130
Frederikspleinbuurt 2020 juni Amsterdam 20 20 20 130 3 2 2 16 830 690 130
Frederikspleinbuurt 2020 september Amsterdam 30 20 20 130 3 2 2 16 830 700 130
Frederikspleinbuurt 2020 december Amsterdam 20 20 20 130 2 2 2 16 850 710 130
Staatsliedenbuurt 2020 maart Amsterdam 260 740 500 1.160 2 6 4 10 11.620 10.460 1.170
Staatsliedenbuurt 2020 juni Amsterdam 310 760 490 1.180 3 7 4 10 11.590 10.400 1.190
Staatsliedenbuurt 2020 september Amsterdam 310 760 480 1.190 3 7 4 10 11.540 10.340 1.200
Staatsliedenbuurt 2020 december Amsterdam 330 760 470 1.210 3 7 4 11 11.510 10.290 1.220
Staatsliedenbuurt Noordoost 2020 maart Amsterdam 10 70 80 260 1 7 7 24 1.110 840 260
Staatsliedenbuurt Noordoost 2020 juni Amsterdam 20 70 80 270 2 7 7 25 1.110 830 280
Staatsliedenbuurt Noordoost 2020 september Amsterdam 20 80 70 270 2 7 7 24 1.110 840 270
Staatsliedenbuurt Noordoost 2020 december Amsterdam 20 80 70 280 2 7 6 25 1.120 840 280
Frederik Hendrikbuurt 2020 maart Amsterdam 180 420 310 890 2 6 4 12 7.550 6.650 900
Frederik Hendrikbuurt 2020 juni Amsterdam 190 440 300 890 3 6 4 12 7.530 6.630 900
Frederik Hendrikbuurt 2020 september Amsterdam 200 440 290 890 3 6 4 12 7.500 6.600 900
Frederik Hendrikbuurt 2020 december Amsterdam 200 430 290 910 3 6 4 12 7.490 6.580 920
Frederik Hendrikbuurt Noord 2020 maart Amsterdam 80 180 130 400 2 5 4 11 3.500 3.100 400
Frederik Hendrikbuurt Noord 2020 juni Amsterdam 80 180 120 410 2 5 4 12 3.480 3.070 410
Frederik Hendrikbuurt Noord 2020 september Amsterdam 90 180 120 400 3 5 3 12 3.460 3.060 410
Frederik Hendrikbuurt Noord 2020 december Amsterdam 80 170 120 410 2 5 4 12 3.470 3.060 410
Frederik Hendrikbuurt Zuidoost 2020 maart Amsterdam 90 200 120 300 3 7 4 10 3.020 2.720 310
Frederik Hendrikbuurt Zuidoost 2020 juni Amsterdam 90 210 120 300 3 7 4 10 3.020 2.710 310
Frederik Hendrikbuurt Zuidoost 2020 september Amsterdam 80 220 120 300 3 7 4 10 3.010 2.710 300
Frederik Hendrikbuurt Zuidoost 2020 december Amsterdam 100 220 120 300 3 7 4 10 3.000 2.690 310
Frederik Hendrikbuurt Zuidwest 2020 maart Amsterdam 20 40 50 190 2 4 5 18 1.030 840 190
Frederik Hendrikbuurt Zuidwest 2020 juni Amsterdam 20 40 50 190 2 4 5 18 1.030 840 190
Frederik Hendrikbuurt Zuidwest 2020 september Amsterdam 30 40 50 190 3 4 5 19 1.020 830 190
Frederik Hendrikbuurt Zuidwest 2020 december Amsterdam 20 40 50 190 2 4 5 19 1.020 830 190
Staatsliedenkwartier 2020 maart Apeldoorn 60 230 240 380 2 9 9 15 2.600 2.220 380
Staatsliedenkwartier 2020 juni Apeldoorn 70 230 240 380 3 9 9 15 2.600 2.210 390
Staatsliedenkwartier 2020 september Apeldoorn 70 220 230 390 3 8 9 15 2.580 2.190 390
Staatsliedenkwartier 2020 december Apeldoorn 70 230 240 390 3 9 9 15 2.590 2.200 390
Vredenburg/Kronenburg 2020 maart Arnhem 120 450 540 1.670 2 6 8 23 7.160 5.480 1.680
Vredenburg/Kronenburg 2020 juni Arnhem 120 460 530 1.690 2 6 8 24 7.130 5.440 1.700
Vredenburg/Kronenburg 2020 september Arnhem 140 430 530 1.670 2 6 7 24 7.100 5.420 1.690
Vredenburg/Kronenburg 2020 december Arnhem 150 440 530 1.680 2 6 7 24 7.140 5.450 1.690
Vredenburg 2020 maart Arnhem 70 150 260 890 2 4 7 23 3.880 2.980 900
Vredenburg 2020 juni Arnhem 60 150 260 910 2 4 7 23 3.870 2.950 920
Vredenburg 2020 september Arnhem 70 140 250 900 2 4 7 24 3.810 2.910 910
Vredenburg 2020 december Arnhem 80 150 250 900 2 4 7 23 3.840 2.930 910
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering per gemeente, wijk en buurt (indeling 2020). Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom en bijstand.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).
Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat.
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagmaand.

Gegevens beschikbaar vanaf: maart 2020.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2020 zijn definitief.

Wijzigingen per: 24 februari 2023
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Personen per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ouderdomsuitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW).
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Personen per soort uitkering, relatief
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet, Bijstandswet, Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Ouderdomswet in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder per regio.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een bijstandsuitkering in het kader van de Participatiewet (PW) ontvangt in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de Wsw.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Inwoners
Het aantal inwoners van een gemeente, wijk en buurt.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Inwoners vanaf 15 jaar
Het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf 15 jaar tot de AOW-leeftijd.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Inwoners vanaf de AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf de AOW-leeftijd.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.