DBC-gefinancierde GGZ; personen, hoofddiagnose; inkomen, leeftijd,2015-2021

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Leeftijd Diagnosen GGZ Hoofdgroepen Gestandaardiseerd inkomen Verblijf Personen met DBC-gefinanc. GGZ, relatief Primaire diagnosen (per 100 000 inwoners) Personen met DBC-gefinanc. GGZ, relatief Primaire of nevendiagnosen (per 100 000 inwoners)
18 jaar of ouder C2 Overig aan een middel gebonden stoorn Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 252 608
Personen zonder verblijf 201 497
Personen met verblijf 51 111
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 985 2.316
Personen zonder verblijf 769 1.838
Personen met verblijf 215 478
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 82 190
Personen zonder verblijf 68 163
Personen met verblijf 13 27
Geen of ontbrekende primaire diagnose Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 505 505
Personen zonder verblijf 445 445
Personen met verblijf 59 59
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 1.134 1.134
Personen zonder verblijf 944 944
Personen met verblijf 189 189
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 258 258
Personen zonder verblijf 237 237
Personen met verblijf 20 20
18 jaar of ouder, gestandaardiseerd C2 Overig aan een middel gebonden stoorn Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 252 608
Personen zonder verblijf 201 497
Personen met verblijf 51 111
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 929 2.209
Personen zonder verblijf 731 1.758
Personen met verblijf 198 451
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 85 195
Personen zonder verblijf 71 167
Personen met verblijf 13 27
Geen of ontbrekende primaire diagnose Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 505 505
Personen zonder verblijf 445 445
Personen met verblijf 59 59
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 1.025 1.025
Personen zonder verblijf 850 850
Personen met verblijf 175 175
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 267 267
Personen zonder verblijf 246 246
Personen met verblijf 21 21
18 tot 20 jaar C2 Overig aan een middel gebonden stoorn Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 162 301
Personen zonder verblijf 115 226
Personen met verblijf 46 75
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 346 617
Personen zonder verblijf 233 452
Personen met verblijf 113 165
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 152 262
Personen zonder verblijf 118 222
Personen met verblijf 34 40
Geen of ontbrekende primaire diagnose Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 617 617
Personen zonder verblijf 561 561
Personen met verblijf 55 55
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 1.040 1.040
Personen zonder verblijf 879 879
Personen met verblijf 160 160
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 436 436
Personen zonder verblijf 421 421
Personen met verblijf 14 14
20 tot 25 jaar C2 Overig aan een middel gebonden stoorn Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 420 808
Personen zonder verblijf 323 644
Personen met verblijf 96 164
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 767 1.505
Personen zonder verblijf 598 1.213
Personen met verblijf 169 291
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 242 449
Personen zonder verblijf 184 351
Personen met verblijf 58 98
Geen of ontbrekende primaire diagnose Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 808 808
Personen zonder verblijf 720 720
Personen met verblijf 87 87
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 1.304 1.304
Personen zonder verblijf 1.152 1.152
Personen met verblijf 151 151
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 516 516
Personen zonder verblijf 469 469
Personen met verblijf 46 46
25 tot 30 jaar C2 Overig aan een middel gebonden stoorn Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 458 1.028
Personen zonder verblijf 366 843
Personen met verblijf 91 184
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 934 2.243
Personen zonder verblijf 692 1.712
Personen met verblijf 242 531
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 231 541
Personen zonder verblijf 201 482
Personen met verblijf 30 59
Geen of ontbrekende primaire diagnose Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 732 732
Personen zonder verblijf 644 644
Personen met verblijf 87 87
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 1.384 1.384
Personen zonder verblijf 1.162 1.162
Personen met verblijf 222 222
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 387 387
Personen zonder verblijf 345 345
Personen met verblijf 41 41
30 tot 35 jaar C2 Overig aan een middel gebonden stoorn Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 463 1.078
Personen zonder verblijf 364 887
Personen met verblijf 98 191
1e 10%-groep (personen) (laag inkomen) Totaal met en zonder verblijf 1.291 3.296
Personen zonder verblijf 947 2.583
Personen met verblijf 344 713
10e 10%-groep (personen) (hoog inkomen) Totaal met en zonder verblijf 167 335
Personen zonder verblijf 148 299
Personen met verblijf 19 36
Geen of ontbrekende primaire diagnose Totaal alle inkomens (personen) Totaal met en zonder verblijf 691 691
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel toont het aantal personen dat behandeld is in de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (GGZ), naar de psychische aandoening waarvoor in het verslagjaar zorg is verleend. Het betreft alleen de zorg die is gefinancierd in de vorm van DBC's (Diagnose Behandeling Combinaties). Dit betreft ambulante zorg en zorg met verblijf tot maximaal een jaar, voor personen van 18 jaar of ouder.
In de tabel zijn zowel personen weergegeven waarvoor de te selecteren diagnose de belangrijkste (primaire) diagnose was, als personen waarvoor deze diagnose als primaire óf nevendiagnose was geregistreerd. Bijvoorbeeld: de tabel telt zowel het aantal personen waarbij een depressieve stoornis de belangrijkste te behandelen diagnose was, als ook personen waarbij een depressieve stoornis een bijkomende (neven)diagnose was die is geregistreerd omdat deze van invloed was op de behandeling.
Gegevens zijn weergegeven naar leeftijd, geslacht en inkomensgroepen. Ook is te zien of er verblijf heeft plaatsgevonden (één of meer overnachtingen in een ggz instelling).
De laatste jaren zijn gebaseerd op een minder volledig bestand en zijn daarmee minder betrouwbaar.

Gegevens beschikbaar van 2015 tot en met 2021

Status van de cijfers:
Alle cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 6 februari 2024:
- De voorlopige cijfers over 2020 en 2021 zijn ongewijzigd definitief gemaakt.
- De tabel is stopgezet vanwege de overgang naar een nieuw financieringsmodel in de GGZ in 2022, het Zorgprestatiemodel (ZPM).

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De tabel is stopgezet omdat het DBC systeem in de GGZ per 1 januari 2022 is afgeschaft. Naar verwachting zal er een nieuwe tabellenreeks starten op basis van het ZPM, zodra de gegevens daarvoor voldoende betrouwbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Personen met DBC-gefinanc. GGZ, relatief
Cliënten in de DBC-gefinancierde geestelijke gezondheidszorg (GGZ) met tenminste één in het verslagjaar lopende DBC, per 100 000 inwoners in de gekozen selectie.

DBC-gefinancierde geestelijke gezondheidszorg
Geestelijke gezondheidszorg voor zover deze wordt gefinancierd in DBC's. Tot 2014 betreft dit de tweedelijns curatieve (geneeskundige) geestelijke gezondheidszorg. Na de hervorming in de GGZ, vanaf 2014, betreft dit de specialistische GGZ. Het betreft dat deel van de zorg dat wordt betaald uit de basisverzekering (Zorgverzekeringswet).

DBC
DBC staat voor Diagnose Behandeling Combinatie. Een DBC omvat het traject tot maximaal 365 aaneengesloten kalenderdagen dat een cliënt doorloopt als hij zorg nodig heeft voor een bepaalde psychische aandoening (de primaire diagnose), vanaf het eerste contact bij een tweedelijns curatieve ggz-aanbieder tot en met de behandeling die hier eventueel uit volgt. De DBC vormt de basis voor de declaratie van deze geleverde zorg.
Primaire diagnosen
De geselecteerde diagnose is de hoofddiagnose waarvoor een GGZ-cliënt wordt behandeld. Betreft alleen diagnosen uit as 1 (klinische stoornissen) of as 2 (persoonlijkheidsstoornissen, zwakzinnigheid) van de DSM-IV.

DSM-IV: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Internationaal gebruikte indeling van psychische aandoeningen.
Primaire of nevendiagnosen
De geselecteerde diagnose is de hoofddiagnose (primaire diagnose) waarvoor de GGZ-cliënt wordt behandeld, of een eventuele nevendiagnose. Betreft alleen diagnosen uit as 1 (klinische stoornissen) of as 2 (persoonlijkheidsstoornissen, zwakzinnigheid) van de DSM-IV.

DSM-IV: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Internationaal gebruikte indeling van psychische aandoeningen.