Kerncijfers wijken en buurten 2020

Kerncijfers wijken en buurten 2020

Wijken en buurten Wonen Gemiddelde WOZ-waarde van woningen (x 1 000 euro) Wonen Woningen naar type Percentage eengezinswoning (%) Wonen Woningen naar type Percentage meergezinswoning (%) Wonen Woningen naar bewoning Percentage bewoond (%) Wonen Woningen naar bewoning Percentage onbewoond (%) Wonen Woningen naar eigendom Koopwoningen (%) Wonen Woningen naar eigendom Eigendom onbekend (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen Huurwoningen totaal (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit woningcorporatie (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit overige verhuurders (%) Wonen Woningen naar bouwjaar Bouwjaar voor 2000 (%) Wonen Woningen naar bouwjaar Bouwjaar vanaf 2000 (%) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Percentage woningen met stadsverwarming (%) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro)
Wielingenbuurt 630 3 97 96 4 32 0 68 12 56 100 0 . 2.400 58,2
Kleingenhout 280 100 0 93 7 78 0 22 13 9 99 1 . 100 36,1
Millingen aan de Rijn 204 87 13 97 3 65 0 35 31 4 87 13 . 4.800 29,9
Millingen aan de Rijn-Oost 187 93 7 97 3 58 1 41 38 3 88 12 . 2.300 28,2
Millingen aan de Rijn-West 215 80 20 98 2 70 0 30 26 4 86 14 . 2.500 31,3
Persingen 478 100 0 95 5 92 0 8 0 8 95 5 . 100 .
Persingen 478 100 0 95 5 92 0 8 0 8 95 5 . 100 .
Beuningen 271 85 15 98 2 70 0 30 23 8 84 16 . 21.200 34,8
Beuningen 268 82 18 98 2 68 0 32 25 7 83 17 . 14.200 35,5
Beuningen-Buitengebied Noord 425 93 7 94 6 89 0 11 0 11 84 16 . 400 43,8
Beuningen-Buitengebied Zuid 464 100 0 91 9 83 0 17 0 17 87 13 . 0 .
Beuningen-Beuningse Plas Plas . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Centrum 194 9 91 94 6 32 0 68 36 32 41 59 . 700 30,6
Beuningen-Centrum Oost 239 93 7 98 2 78 0 22 18 5 91 9 . 1.400 30,1
Beuningen-De Haaghe 462 100 0 99 1 98 0 2 0 2 98 2 . 400 46,9
Beuningen-De Notenhof 549 96 4 98 2 98 0 2 0 2 35 65 . 100 43,1
Beuningen-Duivenkamp 227 100 0 99 1 65 0 35 34 2 100 0 . 800 31,3
Beuningen-De Linde 358 100 0 97 3 97 0 3 0 3 100 0 . 100 .
Beuningen-Hoeve-1 233 100 0 99 1 68 0 32 31 1 100 0 . 300 33,8
Beuningen-Hoeve-2 228 100 0 100 0 76 0 24 24 0 100 0 . 500 31,8
Beuningen-Hoeve-3 216 100 0 98 2 63 0 37 36 1 100 0 . 200 29,8
Beuningen-De Hutgraaf 262 71 29 99 1 70 0 30 29 1 0 100 . 300 37,6
Beuningen-Schoenaker . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Aalsterveld 183 83 17 98 2 45 0 55 44 11 100 0 . 500 29,5
Beuningen-Olden Tempel 178 78 22 99 1 39 0 61 57 4 84 16 . 1.000 27,7
Beuningen-Blanckenburgh 191 59 41 100 0 60 0 40 39 1 99 1 . 600 29,1
Beuningen-Viermorgen 217 93 7 99 1 56 0 44 44 0 100 0 . 1.100 29,8
Beuningen-Tinnegieter 223 92 8 98 2 68 0 32 26 6 100 0 . 1.500 32,2
Beuningen-Den Balmerd 347 57 43 98 2 69 0 31 17 14 99 1 . 700 40,7
Beuningen-Sportpark De Ooigraaf . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Heuve-1 294 100 0 99 1 70 0 30 13 17 100 0 . 500 38,5
Beuningen-Heuve-2 296 99 1 99 1 92 0 8 0 8 100 0 . 400 39,1
Beuningen-Heuve-3 329 99 1 99 1 100 0 0 0 0 99 1 . 300 39,4
Beuningen-Heuve-4 435 99 1 99 1 98 0 2 0 2 100 0 . 300 48,7
Beuningen-Beuningse Plas 380 85 15 99 1 90 0 9 8 2 43 57 . 2.200 45,0
Groeningen Centrum 341 98 2 98 2 94 0 6 2 4 76 24 . 300 33,3
Verspr.h. Vierlingsbeek en Groeningen 392 97 3 94 6 91 0 9 0 9 92 8 . 200 38,0
Teteringen 385 85 15 97 3 75 0 25 17 8 67 33 6,2 6.400 41,5
Teteringen 378 85 15 97 3 75 0 25 17 8 66 34 6,4 6.200 41,5
Buitengebied Teteringen 685 100 0 96 4 77 2 21 0 21 79 21 . 100 44,2
Wijk 04 Ingen 335 91 9 96 4 72 0 28 20 8 85 15 . 1.700 34,2
Ingen 292 87 13 96 4 63 0 37 30 6 83 17 . 900 33,4
Verspreide huizen Millingen 355 85 15 87 13 57 0 43 0 43 90 10 . 200 31,1
Handelspark De Weteringen . . . . . . . . . . . . . 0 .
Wijk 14 Noord Deurningen 251 81 19 72 28 69 0 31 1 30 75 25 . 800 29,8
Noord Deurningen kern 266 99 1 97 3 90 0 10 3 7 78 22 . 300 29,4
Verspreide huizen Noord Deurningen 245 73 27 60 40 60 0 40 0 40 75 25 . 400 30,1
Wijk 19 Deurningen 339 94 6 94 6 78 0 22 10 12 84 16 . 1.600 32,7
Kern Deurningen 291 98 2 98 2 80 0 20 16 4 82 18 . 1.000 32,4
Verspreide huizen Deurningen 424 87 13 88 12 75 0 25 0 25 88 12 . 600 33,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2020.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per september 2025
De indelingswijziging van de volgende 3 buurten (BU09951111, BU09951112 en BU09951113) in de gemeente Lelystad is gecorrigeerd. Deze indelingswijziging geeft aan dat deze buurten vergelijkbaar zijn met vorig jaar. Echter omdat de buurten nieuwe codes hadden gekregen t.o.v. voorgaand jaar moest de indelingswijziging de waarde '2' (vergelijkbaar met vorig jaar maar codes zijn veranderd) hebben i.p.v. de waarde '1' (vergelijkbaar en codes zijn gelijk aan vorig jaar).

Wijzigingen per maart 2024
De cijfers over eigendom (huur- en koopwoningen) binnen het thema wonen zijn gecorrigeerd. In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat. De cijfers van 2020 t/m 2022 zijn nu gecorrigeerd. Het voornemen is om ook de cijfers voor 2019 in het tweede kwartaal van 2024 te corrigeren.

Wijzigingen per december 2023
Binnen het thema inkomen zijn de cijfers over het mediane vermogen van particuliere huishoudens herzien naar aanleiding van een fout in de bronbestanden van de studieschulden (=vermogen). Dit levert voor 2019 en 2020 geringe verschillen op in het mediane vermogen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Wonen
Gemiddelde WOZ-waarde van woningen
Voor de bepaling van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen wordt alleen gebruik gemaakt van BAG-objecten met een woonfunctie waarvoor een WOZ-waarde bekend is en die tussen de 10 duizend en de 5 miljoen euro ligt.

Er wordt geen gemiddelde WOZ-waarde bepaald voor een regio als:
-  de woningvoorraad kleiner is dan 20 woningen
-  er voor minder dan 20 woningen een WOZ-waarde bekend is
-  er voor minder dan 85 procent van de woningen een WOZ-waarde bekend is.

De gemiddelde woningwaarde wordt bepaald met de waardepeildatum van voorgaand jaar, bijvoorbeeld:
- 2020: waardepeildatum 1 januari 2019


Woningen naar type
Er worden twee typen woningen onderscheiden, eengezins en meergezins. Een woning heeft het type meergezins wanneer het samen met andere woningen of (bedrijfs)ruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voorzover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur. Alle overige woningen hebben het type eengezins.
Percentage eengezinswoning
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal eengezinswoningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Eengezinswoning: Elke woning die tevens een geheel pand vormt. Hieronder vallen vrijstaande woningen, aaneengebouwde woningen, zoals twee onder één kap gebouwde hele huizen, boerderijen met woningen en voorts alle rijenhuizen.
Percentage meergezinswoning
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal meergezinswoningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Meergezinswoning : Elke woning die samen met andere woonruimten c.q. bedrijfsruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur.

Woningen naar bewoning
Een woning is bewoond als er volgens de Basisregistratie Personen (BRP) op peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven op het bijbehorende adres. Alle overige woningen, die wel voor bewoning beschikbaar zijn, worden beschouwd als onbewoond.
Percentage bewoond
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal bewoonde woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Bewoonde woningen: Woningen waar op de peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).
Percentage onbewoond
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal leegstaande woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Niet-bewoonde woningen: Woningen waar op de peildatum 1 januari niemand stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).

Woningen naar eigendom
Informatie over huur- en koopwoningen wordt samengesteld uit een koppeling tussen verschillende bronnen.
Koopwoningen
Woningen die eigendom zijn van de (toekomstige) bewoner(s) of in gebruik als tweede woning.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Huurwoningen
Woningen die niet bewoond worden door de eigenaar van de woning. Bij woningen waar geen bewoner geregistreerd is, gaat het om woningen waarvan het aannemelijk is dat de woning bestemd is voor de huurmarkt.
Huurwoningen totaal
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.
In bezit woningcorporatie
Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs.
Toegelaten instellingen: woningbouwvereniging, woningstichting, woningcorporatie.
Sociale huurwoningen: woningen met een huur onder de liberalisatiegrens.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

In bezit overige verhuurders
Een huurwoning in eigendom van onder andere bedrijven, particulieren en institutionele beleggers. Huurwoningen waarvan het eigendom wel kon worden vastgesteld maar de eigenaar niet vallen hier ook onder.
Bedrijven: alle instellingen met een bedrijfsmatig karakter zoals bv's en nv's, zelfstandige ondernemers, makelaars en vastgoedhandelsmaatschappijen.
Particulieren: alle natuurlijke personen.
Institutionele beleggers: pensioenfondsen, beurs-, beleggings- en verzekeringsmaatschappijen.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Eigendom onbekend
Woningen waarvan het eigendom niet afgeleid kon worden op basis van diverse registraties zoals het WOZ-register, Personenregister en het woningbestand Kadaster.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.
Woningen naar bouwjaar
De aanduiding van het bouwjaar van een pand, waarin een woning zich bevindt. Oorspronkelijk als het pand bouwkundig gereed is of wordt opgeleverd. Latere wijziging aan een pand leidt niet tot wijziging van het bouwjaar. Bij een verblijfobject dat in meerdere panden is gelegen, wordt het oudste bouwjaar genomen.
De bouwjaarklasse heeft hier twee waarden:
1) in of na het jaar 2000 gebouwd;
2) vóór het jaar 2000 gebouwd.
Bouwjaar voor 2000
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar vóór 2000, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Bouwjaar vanaf 2000
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar 2000 of later, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Energie
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.

Percentage woningen met stadsverwarming
Het percentage woningen dat is aangesloten op stadsverwarming.

Het betreft voorlopige cijfers.

Stadsverwarming is een verwarmingssysteem waarbij de woningen in een wijk worden verwarmd via een ondergronds netwerk van warmwaterleidingen. In veel gevallen maakt stadsverwarming gebruik van restwarmte van bijvoorbeeld elektriciteitscentrales. Het aardgasverbruik van deze woningen is in veel gevallen zeer laag of zelfs nul. De hoeveelheid warmte die door aangesloten woningen in een jaar wordt afgenomen van de stadsverwarming is niet beschikbaar. Het percentage is vermeld bij tien of meer (bewoonde) woningen. Voor de gemeentes is een percentage van minder dan vijf of groter dan 95 afgerond op vijftallen.
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.