Kerncijfers wijken en buurten 2020

Kerncijfers wijken en buurten 2020

Wijken en buurten Bevolking Personen met een migratieachtergrond Westers totaal (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Niet-westers totaal (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Marokko (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Nederlandse Antillen en Aruba (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Suriname (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Turkije (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Overig niet-westers (aantal) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Gem. gestandaardiseerd inkomen van huish (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens tot 110% van sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens tot 120% van sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Mediaan vermogen van particuliere huish. (x 1 000 euro)
Nederland 1.828.645 2.392.060 408.864 166.265 356.402 416.864 1.043.665 13.805.800 34,3 27,9 40,0 20,0 32,1 40,0 20,0 6,8 6,8 10,2 13,0 65,3
Aa en Hunze 1.071 640 9 41 61 16 513 20.700 33,9 28,2 39,9 19,7 33,4 32,0 22,7 4,7 4,7 7,3 9,6 140,9
Wijk 00 Annen 125 70 0 5 0 0 65 2.900 35,9 29,5 36,5 21,8 34,8 28,6 25,9 2,8 3,9 6,0 8,7 144,0
Annen 125 70 0 5 5 0 60 2.800 35,3 28,9 36,6 21,2 34,3 29,2 24,7 2,7 3,8 6,0 8,8 135,6
Verspreide huizen Annen 0 0 0 0 0 0 0 100 48,5 43,1 33,1 34,6 . . . . . . . .
Wijk 01 Eext 60 20 0 0 5 0 15 1.200 34,1 28,5 38,0 18,3 33,8 29,6 21,9 5,8 4,5 7,4 8,7 157,9
Eext 55 20 0 0 5 0 20 1.000 33,6 27,8 38,4 17,5 33,3 30,8 22,3 6,4 4,9 8,1 9,6 150,8
Verspreide huizen Eext 10 0 0 5 0 0 0 200 37,4 33,7 35,5 23,2 . . . . . . . .
Wijk 02 Anloo 15 15 0 0 0 0 15 400 35,0 29,5 44,0 21,6 33,0 35,4 23,6 11,1 10,0 12,6 14,7 155,1
Anloo 10 10 0 0 0 0 5 300 35,9 30,5 42,3 21,3 34,8 29,8 24,8 8,6 7,2 8,6 10,8 233,2
Verspreide huizen Anloo 5 10 5 0 0 0 5 100 . 26,7 . . . . . . . . . .
Wijk 03 Gasteren 45 0 0 0 0 0 0 400 39,5 35,6 34,3 27,4 40,6 15,0 36,7 4,5 3,4 5,0 6,7 250,9
Gasteren 40 5 0 0 0 0 0 400 39,9 36,4 33,7 27,5 41,1 14,2 37,5 3,4 2,3 4,0 5,7 248,6
Verspreide huizen Gasteren 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 04 Anderen 10 5 0 0 0 0 5 200 39,7 34,2 39,5 27,8 42,3 22,5 35,3 5,0 6,0 8,0 9,0 307,7
Anderen 10 5 0 0 0 0 5 200 39,4 34,1 39,2 26,5 . . . . . . . .
Verspreide huizen Anderen 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 05 Schipborg 40 15 0 5 0 0 10 500 41,0 34,5 37,2 26,7 41,4 23,6 32,2 3,6 3,6 4,4 7,6 346,8
Schipborg 25 10 0 0 0 0 10 500 40,8 34,6 37,5 26,4 41,3 23,1 31,9 3,2 3,2 4,0 7,6 329,3
Verspreide huizen Schipborg 10 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 06 Eexterveen 10 20 0 0 0 0 20 400 39,4 31,0 32,7 30,8 37,5 15,2 32,6 2,8 1,1 2,8 3,9 171,6
Eexterveen 5 20 0 0 0 0 20 400 39,3 30,8 33,1 30,9 37,3 15,2 33,1 2,3 1,2 2,3 3,5 173,8
Verspreide huizen Eexterveen 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 07 Spijkerboor 5 5 0 0 0 0 0 100 32,4 29,3 38,6 19,7 . . . . . . . .
Spijkerboor 0 0 0 0 0 0 0 100 32,4 29,3 38,6 19,7 . . . . . . . .
Verspreide huizen Spijkerboor 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 08 Nieuw-Annerveen 0 0 0 0 0 0 5 100 . 35,1 . . . . . . . . . .
Nieuw-Annerveen 0 0 0 0 0 0 0 100 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen Nieuw-Annerveen 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 09 Oud-Annerveen 5 0 0 0 0 0 0 100 35,8 29,6 34,3 24,8 . . . . . . . .
Oud-Annerveen 5 0 0 0 5 0 0 100 36,6 30,0 33,0 26,0 . . . . . . . .
Verspreide huizen Oud-Annerveen 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 11 Annerveenschekanaal 20 10 0 5 0 0 5 300 34,9 29,4 33,2 19,1 33,6 27,2 21,7 2,3 1,7 5,1 5,7 84,8
Annerveenschekanaal 20 10 0 0 0 0 5 300 34,9 29,3 33,1 19,2 33,6 27,4 21,8 2,3 1,7 5,2 5,7 84,5
Verspreide huizen Annerveenschekanaal 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 12 Eexterveenschekanaal 20 5 0 0 0 0 0 200 29,3 24,0 42,9 13,1 28,6 38,3 4,3 3,6 3,6 7,2 8,1 48,8
Eexterveenschekanaal 15 5 0 0 0 5 0 200 29,6 24,1 42,9 13,6 29,2 35,8 4,6 3,7 3,7 6,5 7,5 54,2
Verspreide huizen Eexterveenschekanaal 5 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 13 Eexterzandvoort 10 0 0 0 0 0 0 100 38,3 34,0 33,1 27,1 . . . . . . . .
Eexterzandvoort 0 5 0 0 0 0 0 100 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen Eexterzandvoort 5 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 14 Gasselte 105 40 0 0 0 5 35 1.600 32,1 27,3 40,4 18,5 32,1 36,1 19,7 3,7 5,1 7,6 10,3 124,9
Gasselte 75 40 0 0 0 5 35 1.300 31,8 26,9 40,4 18,3 32,0 35,3 19,5 3,8 5,1 7,8 11,0 118,2
Kostvlies 10 0 0 0 0 0 0 100 40,9 34,0 35,6 28,0 . . . . . . . .
Verspreide huizen Gasselte 20 0 0 0 0 0 0 200 29,0 25,6 43,2 14,5 29,2 47,8 11,0 3,0 5,2 6,7 8,2 85,3
Wijk 15 Gasselternijveen 85 95 0 5 10 0 75 1.500 27,7 22,4 47,4 12,2 27,9 41,4 12,4 9,5 8,6 13,7 17,4 31,6
Gasselternijveen 85 90 0 0 15 0 75 1.500 27,5 22,3 47,6 12,0 27,8 42,1 12,3 9,7 8,8 14,0 17,8 31,2
Gasselterboerveen 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen Gasselternijveen 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 16 Gasselternijveenschemond 40 15 0 0 0 0 10 500 31,4 26,1 41,9 16,5 32,2 36,3 20,2 5,6 5,2 7,6 9,7 96,7
Gasselternijveenschemond 30 10 0 5 0 0 10 500 31,4 26,3 42,8 16,7 30,8 37,1 19,1 5,5 5,5 7,7 9,9 88,9
Gasselterboerveenschemond 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Verspr.h. Gasselternijveenschemond 0 0 0 0 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Wijk 17 Gieten 195 140 0 15 20 5 105 4.100 33,0 27,3 42,1 19,1 32,0 36,9 20,4 4,6 4,6 7,6 10,9 121,1
Gieten 185 140 0 10 20 5 110 4.000 32,9 27,2 42,4 19,0 32,0 37,1 20,4 4,3 4,5 7,5 10,9 117,3
Verspreide huizen Gieten 10 0 0 5 0 0 0 100 36,3 30,7 35,9 21,8 . . . . . . . .
Wijk 18 Gieterveen 45 35 0 0 5 5 25 1.000 31,8 26,4 39,8 17,4 32,3 31,2 23,4 6,1 4,9 6,9 9,1 147,8
Gieterveen 25 20 0 0 0 0 15 500 31,2 25,0 39,5 17,2 31,1 34,7 22,1 7,1 6,1 8,2 11,4 90,8
Bonnerveen 5 0 0 0 0 0 5 100 . . . . . . . . . . . .
Nieuwediep 10 10 0 5 0 0 5 200 30,9 25,7 39,9 15,9 32,4 21,8 19,8 3,0 2,0 2,0 4,0 131,5
Verspreide huizen Gieterveen 10 0 0 0 0 0 0 200 32,7 29,6 41,3 17,4 . . . . . . . .
Wijk 19 Rolde 190 145 5 10 10 5 115 3.800 33,8 28,7 40,2 19,4 33,5 31,5 22,1 4,6 4,4 7,2 9,1 168,4
Rolde 145 125 0 10 5 5 110 3.100 32,4 27,6 41,2 17,5 32,2 33,7 19,3 4,7 4,7 7,3 9,5 161,8
Ballo 5 0 0 0 0 0 0 100 37,5 33,6 47,1 23,2 . . . . . . . .
Nijlande 5 0 0 0 0 0 0 100 . . . . . . . . . . . .
Deurze 0 0 0 0 0 0 0 100 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen Nooitgedacht 20 10 5 0 0 0 5 300 39,4 31,7 28,9 28,2 35,4 17,7 27,0 5,7 4,3 8,5 8,5 92,7
Verspreide huizen Rolde 10 5 0 0 0 0 0 100 41,6 36,3 34,4 27,3 . . . . . . . .
Wijk 20 Grolloo 40 10 0 0 0 0 10 900 36,1 29,9 37,2 21,9 35,8 28,1 28,1 3,8 4,6 6,3 7,1 193,3
Grolloo 15 0 0 0 0 0 5 500 37,2 30,7 36,4 24,2 35,9 25,4 28,0 2,3 3,8 5,0 5,0 187,8
Schoonloo 10 0 0 0 0 0 0 200 33,4 27,5 39,7 21,9 . . . . . . . .
Verspreide huizen Papenvoort 5 0 0 0 0 0 5 100 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen Grolloo 15 5 0 0 0 0 0 200 35,4 30,8 39,6 17,9 38,4 29,5 32,4 5,7 4,8 6,7 7,6 309,5
Wijk 21 Ekehaar 20 5 0 0 5 0 0 400 37,1 30,2 38,7 24,3 38,1 16,3 32,1 1,5 1,5 2,1 2,6 293,8
Ekehaar 15 5 0 0 0 0 0 200 38,0 31,1 37,4 26,2 37,4 16,5 28,4 0,9 0,9 0,9 1,9 210,0
Amen 5 5 0 0 0 0 0 100 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen Ekehaar 0 5 0 0 0 0 0 100 36,0 27,7 41,1 22,3 . . . . . . . .
Aalsmeer 3.596 2.908 455 125 488 158 1.682 25.200 38,9 31,3 36,0 24,5 38,9 29,4 30,9 3,3 3,5 5,3 7,4 174,3
Wijk 00 Aalsmeer 1.530 1.070 170 40 140 70 655 10.300 37,2 31,1 38,0 22,0 39,1 34,1 25,8 3,9 4,3 6,6 8,9 163,2
Centrum 365 170 10 5 25 25 105 2.200 41,3 34,7 35,4 27,4 40,7 34,6 29,1 3,1 4,0 5,9 8,7 205,2
Stommeer 775 675 125 25 85 35 405 5.300 35,5 29,6 38,8 20,4 36,3 35,5 24,3 4,9 5,1 7,8 10,1 147,6
Hornmeer 325 205 35 5 25 5 135 2.100 34,7 28,9 39,5 17,7 35,0 33,8 21,1 3,1 3,4 5,6 8,5 117,1
Uiterweg 70 20 0 0 5 5 15 700 44,5 37,3 36,4 28,8 66,7 23,6 39,1 1,6 1,9 2,6 2,6 445,6
Wijk 01 Kudelstraat en Kalslagen 880 865 175 40 180 30 440 7.300 38,0 30,2 34,0 23,7 37,7 27,1 29,0 3,1 3,1 4,9 7,0 138,4
Kudelstaart 885 865 180 35 180 30 440 7.300 38,0 30,2 34,0 23,7 37,7 27,1 29,0 3,1 3,1 4,9 7,0 138,4
Wijk 02 Oosteinde 1.180 975 105 50 170 60 585 7.600 42,2 32,5 35,1 28,7 39,8 24,5 40,7 2,8 2,9 3,9 5,5 236,7
Bovenlanden 110 30 0 0 5 5 20 800 36,9 31,4 35,1 21,6 38,5 29,1 30,6 2,5 2,8 2,8 5,0 271,7
Greenpark 95 45 5 0 5 10 30 600 38,2 30,4 39,5 23,3 40,8 24,7 32,3 1,3 0,6 1,3 1,9 307,5
Oosteinde 910 875 105 50 160 50 515 5.800 43,3 32,6 34,8 30,4 39,6 23,4 43,4 2,9 3,2 4,4 6,0 223,3
Schinkelpolder 65 25 0 0 0 0 25 300 45,2 38,0 32,5 27,0 42,9 29,9 37,1 3,7 3,2 3,2 4,2 318,8
Aalten 2.170 922 19 45 40 308 510 21.900 29,6 24,4 42,6 13,0 31,2 35,2 16,9 3,8 4,0 6,9 9,9 106,4
Wijk 01 Buitengebied Aalten 180 35 0 5 5 0 30 3.400 30,7 25,3 42,7 15,1 35,8 26,0 29,8 4,0 4,4 5,5 6,4 269,7
Barlo-Kern 0 0 0 0 0 0 0 100 25,3 22,5 46,2 14,2 . . . . . . . .
Verspreide huizen Barlo 15 5 5 0 0 0 5 400 30,5 25,3 45,9 15,5 40,7 24,4 35,1 3,6 3,6 4,8 5,4 353,5
Verspreide huizen Heurne 25 0 0 0 0 0 0 300 30,4 26,2 41,4 15,2 36,2 27,5 31,0 3,6 3,6 5,7 5,7 251,8
Verspreide huizen IJzerlo 25 0 0 0 0 0 0 400 31,9 25,7 41,6 15,8 34,2 27,8 32,4 5,7 6,3 6,9 8,0 302,6
IJzerlo-kern 0 0 0 0 0 0 0 100 28,6 23,1 45,2 14,1 . . . . . . . .
Lintelo-kern 0 0 0 0 0 0 0 100 33,5 28,5 28,7 12,5 . . . . . . . .
Verspreide huizen ten westen van Aalten 15 5 0 0 0 0 5 200 27,8 23,3 45,7 14,2 38,8 30,1 31,1 7,0 8,0 8,0 8,0 335,3
Verspreide huizen Lintelo 25 5 0 5 0 0 0 500 29,1 23,7 45,1 11,7 34,0 26,6 25,4 4,1 6,2 7,9 9,1 305,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2020.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per september 2025
De indelingswijziging van de volgende 3 buurten (BU09951111, BU09951112 en BU09951113) in de gemeente Lelystad is gecorrigeerd. Deze indelingswijziging geeft aan dat deze buurten vergelijkbaar zijn met vorig jaar. Echter omdat de buurten nieuwe codes hadden gekregen t.o.v. voorgaand jaar moest de indelingswijziging de waarde '2' (vergelijkbaar met vorig jaar maar codes zijn veranderd) hebben i.p.v. de waarde '1' (vergelijkbaar en codes zijn gelijk aan vorig jaar).

Wijzigingen per maart 2024
De cijfers over eigendom (huur- en koopwoningen) binnen het thema wonen zijn gecorrigeerd. In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat. De cijfers van 2020 t/m 2022 zijn nu gecorrigeerd. Het voornemen is om ook de cijfers voor 2019 in het tweede kwartaal van 2024 te corrigeren.

Wijzigingen per december 2023
Binnen het thema inkomen zijn de cijfers over het mediane vermogen van particuliere huishoudens herzien naar aanleiding van een fout in de bronbestanden van de studieschulden (=vermogen). Dit levert voor 2019 en 2020 geringe verschillen op in het mediane vermogen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Personen met een migratieachtergrond
Het aantal personen met een migratieachtergrond op 1 januari.

Persoon met een migratieachtergrond:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Persoon met een eerste generatie migratieachtergrond:
Persoon die in het buitenland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder.
Persoon met een tweede generatie migratieachtergrond:
Persoon die in Nederland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder.

Personen met een migratieachtergrond worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren personen met een migratieachtergrond uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit deze twee landen tot personen met een westerse migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in voormalig Nederlands Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Westers totaal
Persoon met een migratieachtergrond met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan.
Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit Indonesië en Japan tot de westerse personen met een migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westers
Persoon met een migratieachtergrond met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit Indonesië en Japan tot de westerse personen met een migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Niet-westers totaal
Marokko
Nederlandse Antillen en Aruba
(voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba
Betreft een samentelling van de eilanden die tot het grondgebied van de Nederlandse Antillen en Aruba van vóór 10 oktober 2010 behoorden.
Het gaat om de eilanden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Eustatius, Sint-Maarten en Aruba.

Vanaf 10 oktober 2010 zijn de Nederlandse Antillen ontbonden. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat dan uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Alle eilanden hebben een nieuwe status. Curaçao en Sint Maarten zijn nieuwe landen binnen het Koninkrijk. Met een 'Status aparte' binnen het Koninkrijk zijn Curaçao en Sint Maarten autonome landen. De landen hebben een zelfstandig bestuur en zijn niet meer afhankelijk van Nederland. De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ook wel Caribisch Nederland, hebben een diepere band met Nederland en functioneren als bijzondere gemeente van Nederland.

Op 1 januari 1986 werd Aruba afgescheiden van de Nederlandse Antillen. Sinds die datum is Aruba een nieuw land binnen het Koninkrijk de Nederlanden. Met een 'Status aparte' binnen het Koninkrijk is Aruba een autonoom land. Aruba heeft een zelfstandig bestuur en is niet meer afhankelijk van Nederland.
Suriname
Turkije
Overig niet-westers
Totaal niet-westers minus Marokko, (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba, Suriname en Turkije.
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.


Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
Gem. gestandaardiseerd inkomen van huish
Het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.


40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.

Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.

Huishoudens tot 110% van sociaal minimum
Het besteedbaar huishoudensinkomen exclusief gebonden uitkeringen is lager dan 110 procent van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd is het sociaal minimum gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het ontleend aan het AOW-pensioen. Voor huishoudens met kinderen zijn de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan het normbedrag toegevoegd.
Huishoudens tot 120% van sociaal minimum
Het besteedbaar huishoudensinkomen exclusief gebonden uitkeringen is lager dan 120 procent van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd is het sociaal minimum gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het ontleend aan het AOW-pensioen. Voor huishoudens met kinderen zijn de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan het normbedrag toegevoegd.
Mediaan vermogen van particuliere huish.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd. Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.