Kerncijfers wijken en buurten 2020

Kerncijfers wijken en buurten 2020

Wijken en buurten Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Bevolking Aantal inwoners (aantal) Energie Gemiddeld elektriciteitsverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (kWh) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (m³) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Gem. gestandaardiseerd inkomen van huish (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens tot 110% van sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens tot 120% van sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Mediaan vermogen van particuliere huish. (x 1 000 euro)
Kelbergen Amsterdam Buurt BU03639404 1 1.020 . . 800 24,7 19,9 51,4 7,9 24,1 55,0 9,1 10,7 12,1 18,2 21,8 1,2
Beekbergen en omgeving Apeldoorn Wijk WK020014 1 4.955 4.250 2.160 3.700 35,6 30,5 39,0 21,3 36,8 40,1 23,8 5,7 5,1 7,8 9,8 121,3
Beekbergen Apeldoorn Buurt BU02001401 1 2.545 3.710 2.010 2.100 34,0 29,2 39,6 20,1 32,3 39,0 21,6 5,4 5,3 8,6 11,2 124,8
Bosgebied Beekbergen-West Apeldoorn Buurt BU02001402 1 380 4.720 2.390 300 43,4 36,1 39,9 30,6 67,3 21,0 42,7 5,0 3,3 4,1 4,1 570,4
Agrarisch gebied Beekbergen Apeldoorn Buurt BU02001403 1 540 4.670 2.190 400 36,9 30,4 37,9 23,4 42,9 22,7 39,0 5,4 3,0 4,8 6,0 382,8
Bosgebied Beekbergen-Zuid Apeldoorn Buurt BU02001404 1 1.485 4.540 2.260 1.000 36,4 32,0 38,1 20,9 37,4 50,7 19,8 6,5 5,8 8,0 9,5 26,1
Schaarsbergen Arnhem Wijk WK020213 1 2.335 4.690 2.530 1.600 41,1 33,4 40,3 27,8 36,5 39,8 30,6 6,5 5,5 7,8 9,8 137,6
Schaarsbergen Arnhem Buurt BU02021366 1 235 5.000 2.410 200 41,1 32,8 34,8 31,6 48,9 21,8 38,6 . . . . 369,5
West van Schaarsbergen Arnhem Buurt BU02021367 1 825 4.940 2.660 500 24,1 20,6 57,8 9,9 19,0 78,1 8,4 14,9 11,1 18,3 21,7 0,3
N.O. van Schaarsbergen Arnhem Buurt BU02021368 1 220 4.780 2.710 200 40,0 32,1 39,2 27,5 . . . . . . . .
Vreebergen Assen Buurt BU01060301 1 120 3.310 1.930 100 47,8 44,5 33,6 36,4 . . . . . . . .
De Bergen Asten Buurt BU07430503 3 465 3.970 1.740 400 31,4 26,9 40,9 16,7 30,9 30,1 17,7 3,0 3,9 5,9 7,9 133,3
Ubbergen Berg en Dal Wijk WK194512 1 490 4.790 2.730 400 39,4 32,1 38,8 24,9 35,3 46,5 22,3 13,5 10,5 16,0 17,7 71,3
Ubbergen Berg en Dal Buurt BU19451200 1 490 4.790 2.730 400 39,4 32,1 38,8 24,9 35,3 46,5 22,3 13,5 10,5 16,0 17,7 71,3
Bergen (L.) Bergen (L.) Gemeente GM0893 . 13.085 4.300 1.910 11.000 30,1 25,5 42,7 14,2 31,2 34,5 18,8 4,1 4,1 7,0 10,3 118,0
Oud-Bergen Bergen (L.) Wijk WK089302 1 355 4.280 1.860 300 33,2 28,8 36,4 18,0 36,5 24,5 24,5 2,7 2,7 4,0 7,4 164,6
Oud-Bergen Kern Bergen (L.) Buurt BU08930220 1 350 4.300 1.860 300 33,2 28,8 36,5 18,1 36,5 24,7 24,7 2,7 2,7 4,1 7,4 159,3
Oud-Bergen Buitengebied Bergen (L.) Buurt BU08930221 1 0 . . 0 . . . . . . . . . . . .
Nieuw-Bergen Bergen (L.) Wijk WK089303 1 4.655 4.220 1.900 3.900 29,5 24,9 44,6 13,4 30,1 39,2 15,8 5,4 5,0 8,6 12,5 87,3
Nieuw-Bergen Kern Bergen (L.) Buurt BU08930330 1 4.355 4.080 1.830 3.600 29,2 24,6 44,8 12,9 29,6 39,9 15,0 5,4 5,2 8,8 12,9 79,0
Nieuw-Bergen Buitengebied Bergen (L.) Buurt BU08930331 1 265 4.680 2.150 200 34,1 29,8 40,6 20,1 39,4 26,3 28,1 4,5 1,8 4,5 5,4 316,8
Nieuw-Bergen De Flammert Bergen (L.) Buurt BU08930332 1 35 5.260 2.120 0 . . . . . . . . . . . .
Bergen (NH.) Bergen (NH.) Gemeente GM0373 . 29.839 4.000 2.200 24.400 38,3 32,4 40,2 22,7 41,4 32,5 26,1 4,5 4,8 7,2 9,7 269,5
Wijk 01 Bergen Binnen Bergen (NH.) Wijk WK037301 1 12.000 4.090 2.320 9.700 41,7 35,0 40,1 24,9 44,4 33,8 27,6 4,9 5,4 8,2 10,8 323,7
Bergen-Centrum Bergen (NH.) Buurt BU03730101 1 525 3.530 2.050 400 35,8 30,7 40,4 21,7 35,3 45,6 16,4 8,1 7,7 10,4 13,4 203,7
Wijk 02 Bergen aan Zee Bergen (NH.) Wijk WK037302 1 335 3.710 2.190 300 46,0 39,9 39,7 30,7 51,1 34,1 33,0 7,1 6,0 8,7 12,0 749,5
Bergen aan Zee Bergen (NH.) Buurt BU03730200 1 335 3.710 2.190 300 46,0 39,9 39,7 30,7 51,1 34,1 33,0 7,1 6,0 8,7 12,0 749,5
Wijk 03 Buitengebied Bergen Bergen (NH.) Wijk WK037303 1 565 4.770 2.370 400 50,8 41,2 40,7 28,8 88,1 26,8 40,9 8,7 8,3 9,2 10,5 833,7
Buitengebied Bergen Bergen (NH.) Buurt BU03730300 1 570 4.770 2.370 400 50,8 41,2 40,7 28,8 88,1 26,8 40,9 8,7 8,3 9,2 10,5 833,7
Bergen op Zoom Bergen op Zoom Gemeente GM0748 . 67.496 4.350 1.840 53.800 33,1 27,0 40,9 18,7 31,2 39,3 18,6 7,3 7,2 10,8 13,9 61,9
Wijk 00 Bergen op Zoom-Oude stad e.o. Bergen op Zoom Wijk WK074800 1 13.615 4.410 2.410 11.300 32,2 27,8 41,3 16,7 29,7 48,8 12,6 8,7 8,6 13,2 16,9 30,8
Wijk 01 Bergen op Zoom-Noord Bergen op Zoom Wijk WK074801 1 10.615 4.210 1.910 8.400 33,9 27,7 37,6 20,1 32,3 33,6 19,5 6,2 6,3 8,9 10,9 80,0
Wijk 02 Bergen op Zoom-Oost Bergen op Zoom Wijk WK074802 1 19.315 4.290 1.920 15.000 28,2 22,2 47,2 13,0 27,3 48,0 12,8 11,7 11,5 16,7 20,6 19,2
Wijk 03 Bergen op Zoom-West Bergen op Zoom Wijk WK074803 1 9.590 4.650 1.600 7.800 40,0 32,5 34,3 27,5 37,3 23,4 33,2 2,1 2,2 3,6 5,6 140,3
Wijk 01 Eibergen Berkelland Wijk WK185901 3 12.490 4.010 1.940 10.300 29,6 24,8 42,7 13,5 30,4 36,7 16,9 4,7 5,0 8,2 11,1 102,1
Verspreide huizen Olden Eibergen Berkelland Buurt BU18590108 3 295 4.800 2.370 200 30,9 24,6 39,7 16,4 33,7 25,7 33,7 5,0 4,0 7,9 8,9 405,8
Eibergen Centrum Berkelland Buurt BU18590116 3 740 3.880 2.220 700 28,0 26,0 49,9 11,8 26,7 63,0 10,9 7,7 8,9 18,3 23,7 44,0
Bergenbuurt Capelle aan den IJssel Buurt BU05020556 1 1.640 . . 1.400 34,1 29,2 32,6 19,6 30,4 41,4 10,3 5,6 6,1 9,9 12,6 40,0
Bedrijventerrein en Wijnbergen Doetinchem Buurt BU02220709 1 0 . . 0 . . . . . . . . . . . .
Wijnbergen-het Westem Doetinchem Buurt BU02220710 1 990 3.350 1.490 700 38,5 27,5 25,3 24,4 35,1 13,9 25,2 2,0 1,4 2,8 3,4 53,1
Wijnbergen-het Midden Doetinchem Buurt BU02220711 1 50 3.990 1.690 0 . . . . . . . . . . . .
Wijnbergen-het Oosten Doetinchem Buurt BU02220712 1 120 3.920 1.940 100 . 30,0 . . . . . . . . . .
Van Kinsbergenstraat en omgeving Dordrecht Buurt BU05050701 1 1.345 3.730 1.720 1.000 25,8 20,0 54,1 9,0 23,6 64,5 7,8 20,0 22,0 29,7 35,3 2,6
De Bergen Ede Buurt BU02280401 1 1.145 4.270 250 800 40,0 28,6 37,3 30,9 37,6 14,9 41,8 2,8 2,5 3,1 3,9 114,8
De Donksbergen Eersel Buurt BU07700101 1 250 . . 0 . . . . . . . . . . . .
Bergenhuizen en Schey Eijsden-Margraten Buurt BU19030504 1 105 3.270 2.140 100 . 37,0 . . . . . . . . . .
Bergen Eindhoven Buurt BU07721120 1 2.725 3.130 2.330 2.300 42,0 36,3 29,3 29,7 33,1 51,3 13,1 4,1 4,0 5,6 6,8 13,4
Engelsbergen Eindhoven Buurt BU07726130 1 635 3.930 1.890 500 42,5 35,6 33,4 29,8 37,1 34,0 29,9 4,7 5,4 6,1 7,8 256,4
Appelbergen Glimmen Groningen Buurt BU00141908 3 0 . . 0 . . . . . . . . . . . .
Appelbergen Onnen Groningen Buurt BU00141909 3 0 . . 0 . . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2020.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per september 2025
De indelingswijziging van de volgende 3 buurten (BU09951111, BU09951112 en BU09951113) in de gemeente Lelystad is gecorrigeerd. Deze indelingswijziging geeft aan dat deze buurten vergelijkbaar zijn met vorig jaar. Echter omdat de buurten nieuwe codes hadden gekregen t.o.v. voorgaand jaar moest de indelingswijziging de waarde '2' (vergelijkbaar met vorig jaar maar codes zijn veranderd) hebben i.p.v. de waarde '1' (vergelijkbaar en codes zijn gelijk aan vorig jaar).

Wijzigingen per maart 2024
De cijfers over eigendom (huur- en koopwoningen) binnen het thema wonen zijn gecorrigeerd. In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat. De cijfers van 2020 t/m 2022 zijn nu gecorrigeerd. Het voornemen is om ook de cijfers voor 2019 in het tweede kwartaal van 2024 te corrigeren.

Wijzigingen per december 2023
Binnen het thema inkomen zijn de cijfers over het mediane vermogen van particuliere huishoudens herzien naar aanleiding van een fout in de bronbestanden van de studieschulden (=vermogen). Dit levert voor 2019 en 2020 geringe verschillen op in het mediane vermogen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente, bestaande uit één of meerdere buurten. Vaak komt een wijk overeen met een woonplaats of een deel van een grotere woonplaats.

Buurt:
Onderdeel van een wijk, die vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.

Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Aantal inwoners
Energie
Gemiddeld elektriciteitsverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, zoals berekend vanuit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. De eigen opwekking van elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnepanelen, is niet bekend en dus ook niet inbegrepen in het gemiddelde jaarverbruik. Ook collectieve verbruiken van bijvoorbeeld liftinstallaties of hal-/galerijverlichting zijn niet meegeteld bij de berekening.

De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.
Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning.
De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Het betreft voorlopige cijfers.
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.

Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning. De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Het betreft voorlopige cijfers.
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.


Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
Gem. gestandaardiseerd inkomen van huish
Het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.


40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.

Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.

Huishoudens tot 110% van sociaal minimum
Het besteedbaar huishoudensinkomen exclusief gebonden uitkeringen is lager dan 110 procent van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd is het sociaal minimum gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het ontleend aan het AOW-pensioen. Voor huishoudens met kinderen zijn de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan het normbedrag toegevoegd.
Huishoudens tot 120% van sociaal minimum
Het besteedbaar huishoudensinkomen exclusief gebonden uitkeringen is lager dan 120 procent van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd is het sociaal minimum gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het ontleend aan het AOW-pensioen. Voor huishoudens met kinderen zijn de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan het normbedrag toegevoegd.
Mediaan vermogen van particuliere huish.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd. Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.