Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik, bedrijfstak (SBI 2008)
| Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) | Perioden | Graasdieren Aantal bedrijven Graasdieren, totaal (aantal) | Hokdieren Aantal dieren Kalkoenen (aantal) | Hokdieren Aantal dieren Slachteenden (aantal) | Hokdieren Aantal dieren Overig pluimvee (aantal) | Hokdieren Aantal dieren Edelpelsdieren (aantal) | Hokdieren Aantal dieren Kippen Ouderdieren van leghennen Ouderdieren van leghennen, totaal (aantal) | Hokdieren Aantal dieren Kippen Ouderdieren van leghennen Ouderdieren van leghennen, opfok (aantal) | Hokdieren Aantal dieren Kippen Ouderdieren van leghennen Ouderdieren van leghennen, productie (aantal) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 01473 Opfokken/houden ouderdieren kippen | 2025* | 64 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.665.617 | 322.889 | 1.342.728 |
| 01491 Fokken/houden van edelpelsdieren | 2025* | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bron: CBS. | |||||||||
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren, op nationaal niveau naar Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 2008. Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.
De SBI in deze tabel is gebaseerd op de gewassen en dieren die op de peildatum op het bedrijf aanwezig waren. Deze kan afwijken van de SBI waaronder het bedrijf geregistreerd is in het Handelsregister (deze is gebaseerd is op de activiteiten die bij de registratie zijn opgegeven).
De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.
Bedrijven in de Landbouwtelling hebben een economische omvang >= 3000 euro SO (Standaard Opbrengst).
De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2016
Status van de cijfers: de cijfers van 2025 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 28 november 2025: de voorlopige cijfers van 2025 zijn toegevoegd.
Met ingang van 2025 hebben voedselbossen een SO-waarde gekregen. Daarom worden voedselbossen nu ingedeeld onder cultuurgrond in plaats van niet-cultuurgrond.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In september en november worden voorlopige cijfers gepubliceerd en en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.
Toelichting onderwerpen
- Graasdieren
- Graasdieren zijn paarden en pony's, rundvee, schapen en geiten.
- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Graasdieren, totaal
- Hokdieren
- Hokdieren zijn varkens, diverse soorten pluimvee, konijnen en
edelpelsdieren.
_
Om hobbymatig van bedrijfsmatig gehouden dieren te onderscheiden, worden
bij pluimvee, konijnen en edelpelsdieren aantallen van minder dan 25 stuks
niet in de telling meegenomen.- Aantal dieren
- Kippen
- Met ingang van 2018 worden de pluimvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor pluimvee. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op het aantal dieren en de verdeling tussen de verschillende categorieën.
- Ouderdieren van leghennen
- Ouderdieren bestemd voor de productie van broedeieren voor leghennen.
- Ouderdieren van leghennen, totaal
- Ouderdieren van leghennen, opfok
- Ouderdieren van leghennen, jonger dan 18 weken.
- Ouderdieren van leghennen, productie
- Ouderdieren van leghennen, 18 weken of ouder.
- Kalkoenen
- Slachteenden
- Overig pluimvee
- Legeenden, ganzen, parelhoenders en dergelijke.
- Edelpelsdieren
- Nertsen en overige pelsdieren, uitsluitend moederdieren.
Sinds 2008 voornamelijk nertsen.
_
Het is in Nederland niet meer toegestaan vossen en chinchilla's te fokken voor bont. In 1998 werd al bepaald dat er geen nieuwe vossen- en chinchillafokkerijen bij mochten komen, en dat bestaande bedrijven niet konden uitbreiden. Op 1 april 2008 is er een einde gekomen aan de tienjarige overgangstermijn voor bestaande fokkerijen.